Stripgeschiedenis
Tweehonderd jaar Nederlandse Stripgeschiedenis
Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende periodes, tijdschriften en tekenaars uit de geschiedenis van de Nederlandse strip.
Vóór 1850
In de periode vóór 1850 zullen we het over de centsprent hebben, waarvan de oorsprong al enige eeuwen terug ligt. Ook is er aandacht voor de rijk geïllustreerde kinderboeken die begin negentiende eeuw gedrukt werden.
1850-1900
In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de opkomst van satirische bladen, waarin wij kennis maken met Neêrlandsch eerste striptekenaars Jan Linse, Korporaal Achilles en Alexander VerHuell. Tevens is een prent van J. Holswilder te bewonderen.
1900-1920
Dit zijn de jaren van bladen als De Ware Jacob en De Notenkraker. Tekenaars als Leen Jordaan, Jan Feith en Daan Hoeksema doen van zich spreken. Het Nederlandse volk staat, ook in prent, achter de strijd der Zuid-Afrikaanse Boeren, zoals we onder andere zien in het werk van Korporaal Achilles.
1920-1930: krantenstrip
Waarin Tripje en Liezebertha, Snuffelgraag en Knagelijntje, Bulletje en Boonestaak en andere vrolijke duo's de Nederlandse dagbladen bestormen en wij kennis maken met hun scheppers: Henk Backer, de gedreven onderwijzer Gerrit Th. Rotman en George van Raemdonck.
1920-1930: tijdschriften
Aandacht voor een groot aantal strip- en jeugdbladen, zoals Het Dubbeltje, De Humorist, Zonneschijn, Jong Nederland, Stavast (met het eerste werk van Hans Borrebach), Blue Band en De Automaat (met P. Koenens 'Pijpje Drop'). Met werk van tekenaars als Jan Lutz en Freddie Langeler.
1930-1940: krantenstrip
De Nederlandse jeugd neemt kennis van de buitenlandse strips Bruintje Beer en Mikkie Muis. Ook werk van eigen bodem krijgt een plaatsje in de krant, zoals Thijs IJs van Marten Toonder en strips van Mies Deinum, Frans Piët en Gerrit Rotman.
1930-1940: tijdschriften
Nu breekt de periode aan dat iedere club en vereniging in hun orgaan een bladzijde reserveert voor de kleinen. Bladzijden worden bijlagen en bijlagen worden hele tijdschriften. Uit deze tijd dateren OKKI, Roomsche Jeugd, Het Dubbeltje, De Kleine Wij, Jeugdland en Doe Mee.
1930-1940: anti-fascistische opiniebladen
In de tijd van het opkomend fascisme waren er enkele bladen die de bui duidelijk zagen hangen: met name De Notenkraker met tekenaars als Van Raemdonck, Funke Küpper en Albert Hahn jr. en De Groene Amsterdammer met covers van Jordaan.
1930-1940: reclame deel 1 en deel 2
De veile commercialiteit vergrijpt zich aan het beeldverhaal: zeeppoeder, petroleum en jam worden zonder scrupules door striphelden aan de man gebracht. Gelukkig maar - want wat zou Nederland zijn zonder Pijpje Drop, Piet Pelle en Harmsen van Beek's Flipje van Tiel?
1930-1940: Disney in Nederland
Het werk uit de Amerikaanse Disney studio's is vanaf de jaren '30 van grote invloed op de Europese stripmarkt. Ook in Nederland maken bekende Disney-figuren als Mickey Mouse en Donald Duck hun opwachting.
1940-1945: krantenstrip
De Tweede Wereldoorlog had, door het importverbod op overzeese strips, een gunstige invloed op de ontwikkeling van het Nederlandse beeldverhaal. In 1941 wordt Marten Toonders Tom Poes geboren. Tekenaars als Hans G. Kresse, Piet van Elk en Wim Meuldijk beginnen hun stripproductie.
1940-1945: tijdschriften
Tijdschriften die in de laatste decennia tot bloei kwamen, gaan tijdens de bezetting ten onder aan papierschaarste en de Duitse censuur. Bladen als Doe Mee, Bravo!, Jeugdland en De Kleine Wij zijn tegen 1943 allemaal verdwenen.
1940-1945: propaganda
De opdringerige oosterbuur wist handig gebruik te maken van het nieuwe medium. Tekenaars als Alfred Mazure en Henk Backer werden onder druk gezet om hun strips aan de bezetter aan te passen. Slechts weinigen namen een voorbeeld aan de flinke 'Koenraad van den Arbeidsdienst'.
1945-1950: bevrijdingsstrips
Na de bevrijding brak in ons landje het getekend verzet pas goed los: Leendert Jordaan komt met zijn prachtige 'Nachtmerrie over Nederland' en Herman Vos tekent een zeer vermakelijk 'ABC van het Naziregiem'.
1945: Comics voor Amerikaanse militairen
Speciaal voor de Amerikaanse soldaten in Europa werden speciale comic books samengesteld met zondagsafleveringen van de belangrijkste krantenstrips. Het zijn deze comics die voor Nederlandse tekenaars een hernieuwde kennismaking met de Amerikaanse strip betekenden.
1945-1950: krantenstrip
Beroemde striphelden worden geboren, zoals Kapitein Rob, Kick Wilstra, Paulus de Boskabouter en Eric de Noorman. Verder doen tekenaars als Wim Meuldijk, Piet van Elk, Henk Albers, Siem Praamsma en Carol Voges van zich spreken.
1945-1950: tijdschriften
Zo gauw de papiersituatie het toestaat ziet een groot aantal tijdschriften het licht. Veel van deze bladen bevatten een enkele strip. Ook geheel aan de strip geweide bladen verschijnen, zoals Rob's Vrienden, Ketelbinkie-krant, Sneeuwvlok, Okidoki, De Eskimo, Fokkie Flink en het legendarische Tom Poes Weekblad.
Toonder Studio's
Hier hebben vele tekenaars zoals Gerrit Stapel, Dick Matena, Fred Julsing, Piet Wijn en Henk Sprenger, en schrijvers als Lo Hartog van Banda het vak geleerd, en werd het Tom Poes Weekblad gemaakt. Lees tevens de boeiende herinneringen van medewerkers.
1945-1950: beeldromans
De beeldromans, vaak 'Dick Bossies' genoemd naar de serie van Alfred Mazure, riepen een golf van pedagogische verontwaardiging op. Lex Brand, Tom Wels en Henk Albers 'De Kat' werden ervan beschuldigd Neêrlandsch jeugd te verderven.
1945-1950: reclame
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog zien we thema's als wederopbouw en het bespotten van Duitsers niet alleen in de tijdschriften en kranten terug. Ook de reclames maken dankbaar gebruik van deze onderwerpen.
1950-1960: krantenstrip
Met Olle Kapoen, Birre Beer, Koning Hollewijn, en de onbekende Pietro Pastel en de belevenissen van Koos, Dickie en Ben. De Toonder Studio's leveren vele van deze krantenstrips, zoals Panda en Kappie.
1950-1960: tijdschriften
In deze tijd werk gaan enige commerciële instellingen een eigen stripblad uitgeven. Onder andere Jan Kruis, Friso Henstra, Henk Albers, Piet Wijn en Hans G. Kresse vinden emplooi bij bladen als Haak In en Olidin.
1950-1960: comics
Naar Amerikaans voorbeeld worden ook in Nederland comic-bladen gedrukt, en doen helden als Tarzan en De Onbekende Stille hun intrede. We zien het eerste werk van tekenaars als Dick Vlottes en Martin Lodewijk.
1950-1960: import
De grote rage in het midden van de vijftiger jaren zijn de Lilliput-boekjes, de door Van Ditmar uit Duitsland overgenomen series als 'Akim', 'Tibor' en 'Sigurd'. Tevens maken wij kennis met "Oom Fred".
1950-1960: reclame
Ook in de jaren '50 bleef men in de reclamewereld steevast gebruikmaken van het medium strip. Een fraaie selectie.
1960-1970: krantenstrip
Behalve 'Professor Pi', 'Wipperoen', 'Kraaienhove', 'Brommy en Tommy' van Jan Dirk van Exter, en 'Minter en Hinter', verschenen vele strips uit de Marten Toonder Studio's gedurende de zestiger jaren in menige vaderlandse krant - en vaak ook in het buitenland.
1960-1970: tijdschriften
Deze periode kenmerkt zich door het verschijnen van de bladen Pep en Tina, waarin een nieuwe generatie Nederlandse tekenaars zich zal gaan manifesteren. Voor de rijpere jeugd is Hitweek een bron van informatie en vermaak.
1960-1970: herwaardering
Door de opkomst van de pop-art wordt de strip onpaan van zijn kinder-achtige imago. Het Stripschap wordt opgericht, Lambiek wordt geopend, en de Real Free Press, met medewerking van Joost Swarte, ontplooit haar import-activiteiten. Tina, het stripblad voor meisjes, verschijnt.
1960-1970: import
Om het de Nederlandse scholier makkelijk te maken, werden literaire werken in stripvorm uitgebracht. Deze reeks werd gevolgd door een lawine van Amerikaanse comic-pulp, zoals de Avontuur-, Hip- en Beeldschermcomics. Ook het Amerikaanse blad MAD krijgt in deze tijd een Nederlandse versie.
1960-1970: reclame
In de jaren '60 zijn het vooral Jan Kruis en Jan van der Voo die voor een grote hoeveelheid reclamestrips zorgen. Maar het is ook de period van Chocomels Sjokkie en Albert Heijns Heintje.
1970-1980: krantenstrip
Na de herwaardering publiceren steeds meer kranten nieuwe strips. Naast de langlopende strips, o.a. van de Toonder Studio's, komt er een groot aantal nieuwe sterren aan het firmament, onder wie Dik Bruynesteyn, Peter van Straaten en Lex Overeijnder.
1970-1980: tijdschriften
Deze periode is het hoogtepunt wat betreft de Nederlandse striptijdschriften. Niet alleen voor de allerkleinsten (Bobo) en de jeugd (Eppo, Tina), maar ook volwassenen komen met bladen als Tante Leny Presenteert, De Vrije Balloen en Gummi aan hun trekken. In het verre Arnhem ziet De Gekleurde Omelet het licht.
1970-1980: maatschappij-kritische strips
De oorlog in Vietnam, de uitbuiting van koffieboeren in Angola, milieuverontreiniging, de Dennendal-affaire, binnenlandse politiek - het is allemaal in stripvorm becommentariëerd en bekritiseerd, door onder andere Peter van Straaten, Willem en Jaap Vegter.
1970-1980: reclamestrips
In de jaren '70 beginnen de overheid en diverse staatsbedrijven zich te bedienen van de informatieve strip. Peter de Smet maakt een strip over de geschiedenis van het geld en figuurtjes als Droppie Water en Ardje Gas geven voorlichting over water en aardgas.
Familiestrips
Vanaf de zeventiger jaren verschijnen steeds meer strips over huiselijk gezinsleven. Voorloper is 'Jan, Jans en de kinderen' van Jan Kruis, maar ook 'Noortje' van Patty Klein, 'Ukkie' van Fred Julsing en 'Doorzon' van Gerrit de Jager komen aan bod.
1980-1990: krantenstrip
In de kranten treffen wij in de tachtiger jaren niet alleen bekende strips als Vader en Zoon en F.C. Knudde aan, maar lezers van de Leeuwarder Courant vonden ook de Friestalige strip 'Okke Okkinga' in hun lijfblad.
1980-1990: tijdschriften
Nederlandse successtrips zoals De Familie Doorzon, Pardon Lul, Joop Klepzeiker en Sjef van Oekel zien het levenslicht. Voorts vindt men werk van tekenaars als Peter Pontiac, Hanco Kolk & Peter de Wit en Peter de Smet in diverse tijdschriften.
1980-1990: parodieën
In het begin van de tachtiger jaren komen strips in het nieuws door de vele parodieën en persiflages. Of het nu om Lucky Luke, de Smurfen of Kuifje gaat, om politieke denkbeelden of pornografie, niets is heilig - tot verdriet van de 'officiële' uitgevers.
1980-1990: reclame
Opvallende reclamestrips uit deze periode zijn 'Droppie Water' van Robert van der Kroft en 'Het Bordenvolkje' van Uco Egmond. Verder reclamestrips voor Iglo, LEGO, Smacks en Tom & Jerry ijsjes.
1990-2000: krantenstrip
De Nederlandse krantenstrips van de jaren 90 tot nu. Hier maken we kennis met grootheden als Heinz, Sigmund en Gilles de Geus van Peter de Wit & Hanco Kolk en Windig & De Jong. Ook de strips uit de nieuwe treinkranten Spits en Metro komen aan bod.
1990-2000: tijdschriften
De nieuwe Nederlandse 'underground' heet tegenwoordig het 'smallpress-circuit'. Vele talentvolle tekenaars, zoals Erik Kriek, Maaike Hartjes en Jeroen de Leijer laten van zich zien en horen in stripbladen als Zone 5300 en De Stripper.
1990-2000: reclamestrips
De ultieme samensmelting tussen strip en commercie zijn de zogenaamde Stedenstrips van de uitgeverijen KBU en Concept. Tekenaars die hun medewerking verlenen zijn Carry Brugman, Richard van de Pol, Arie van Vliet en René Bergmans.
2000-2010: krantenstrip
Het nieuwe millennium is nauwelijks aangebroken, of de laatste vervolgstrip, 'Nicky Saxx' van Oosterveer en Ritstier, verdwijnt. Wel zijn er initiatieven om nieuw talent te werven. Wij maken kennis met Michiel van de Pol, Floris Oudshoorn, Gerben Valkema en Margreet de Heer.
2000-2010: tijdschriften
In deze periode ziet een aantal nieuwe tijdschriften het licht, waaronder MYX, Eiser en Pulpman. Ook keren oude bekenden terug, zoals Eppo. De educatieve bladen van de uitgeverijen Zwijssen en Malmberg publiceren volop strips en tal van smallpress initiatieven verschijnen, waaronder De Inktpot, Inkt Magazine en De Lijn.
2000-2010: graphic novels
Om het grote publiek te doordringen van het feit dat strips niet alleen grappige verhaaltjes voor kinderen zijn, wordt de term "graphic novel" geannexeerd door uitgevers en boekhandels.
2000-2010: strips en Internet
De komst van Internet heeft een nieuwe impuls aan de stripwereld gegeven. Striptekenaars kunnen makkelijker communiceren met elkaar, fans en opdrachtgevers, via hun eigen sites of initiatieven zoals StripSter en NuKomix.
2010-2020: krantenstrip
We zien veel oude bekenden in de Nederlandse kranten, maar ook enkele nieuwkomers. De belangrijkste hiervan zijn 'Snippers' van Aimée de Jongh en 'Dating for Geeks' van Kenny Rubenis. Ook Floor de Goede, Peter Koch en Dirk van de Wiel zien hun strips in de krant verschijnen.
2010-2020: tijdschriften
Donald Duck, Tina en Zone 5300 vieren jubilea, de herstart van Eppo blijkt een succes en diverse lokale en maatschappelijk geëngageerde projecten zien het licht. Een nieuwe generatie stripmakers laat van zich horen via smallpress-uitgaven.
2010-2020: graphic novels en albums
Aimée de Jongh, Erik Kriek, Barbara Stok en Margreet de Heer hebben internationaal succes met hun werk. Nieuwe uitgeverijen als Strip2000 en Scratch geven de Nederlandse stripwereld een nieuwe impuls.
2010-2020: digitale strips
Floor de Goede en Ype Driessen blijven de voornaamste Nederlandse makers van webcomics. De opkomst van smartphones, tablets en social media biedt ook de stripmarkt nieuwe kansen op het gebied van online communicatie.
2010-2020: strips in opdracht
Bedrijven en instanties doen nog regelmatig een beroep op stripmakers. Veel van deze producties blijven echter verborgen voor het grote publiek. Live cartooning wordt een nieuwe bron van inkomsten voor stripmakers en cartoonisten.
Speciale pagina's:
Nederlands-Indië
Eeuwenlang werden de Indonesische eilanden door Nederlanders bezet en onderdrukt. In bladen voor de Indonesië-gangers was ook plaats voor strips, evenals voor de soldaten die in 1947 hun politionele acties kwamen uitvoeren.
Volkstoneel
Naast de avonturen in de dagelijkse courant, verschenen er al gauw toneelbewerkingen van populaire stripfiguren als Jopie Slim en Dikkie Bigmans, Flippie Flink en Thijs Wijs de Torenwachter.
Schimmenspel
De tekenaar Ko Doncker introduceerde het schimmenspel in Nederland.
Wie is de tekenaar?
Van sommige strips is het ons helaas niet gelukt de auteur te achterhalen. Hopelijk kunt u Lambiek helpen deze strips hun rechtmatige plekje in de Nederlandse stripgeschiedenis te geven.
Het is verboden deze site te gebruiken/downloaden voor publieke en/of commerciële doeleinden zonder expliciete toestemming van Stripantiquariaat Lambiek, Amsterdam.