Zoek dit woord op in WikiWoordenboek

Week

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een week is in de huidige tijdrekening een periode van zeven dagen.

Een week wordt vaak aangeduid in de vorm begindatum t/m einddatum. Een andere manier is met een weeknummer en (als dat uit de context niet duidelijk is) een jaartal. Veel elektronische klokken, bijvoorbeeld op telefoons, geven echter niet standaard een weeknummer aan. Vaak worden dan ook naast het weeknummer ook nog de begin- en einddatum vermeld.

Begindag[bewerken | brontekst bewerken]

Als eerste dag van de week geldt in de joodse en christelijke kalender oorspronkelijk de zondag als de eerste dag. De Joden en de Zevendedagsadventisten hebben de daarmee corresponderende zevende dag, de zaterdag, als sjabbat/rustdag, overeenkomend met de zevende dag, volgend op de schepping in zes dagen, volgens het scheppingsverhaal.

In België en Nederland geldt tegenwoordig volgens ISO 8601 en NEN 2772 officieel de maandag als de eerste dag. Ook om praktische redenen staan in agenda's vaak de zaterdag en zondag samen aan het einde van een week. In het woordenboek van de Académie française gold in 1878 de zondag nog als eerste dag. In de volgende editie, van 1932, was het de laatste.[1]

Voor de islamitische kalenders geldt de zaterdag als eerste dag van de week.

Weekdagen[bewerken | brontekst bewerken]

In de meeste talen hebben de weekdagen een naam; in sommige talen echter worden de dagen genummerd. Het laatste kan tot verwarring leiden, doordat niet in alle betrokken talen de telling met dezelfde dag van de week begint. Zo is bijvoorbeeld de dinsdag in het Russisch вторник (letterlijk: tweede dag) en in het Portugees terça-feira (letterlijk: derde dag).

In Romaanse talen en Germaanse talen zijn de zeven dagen van de week in het algemeen genoemd naar goden en hemellichamen.

Genoemd naar
Nederlandse naam in Romaanse talen in Germaanse talen
zondag God ('dominus' of 'meester') zon
maandag maan maan
dinsdag planeet / god Mars Germaanse god Tiwaz / Thingsus
woensdag planeet / god Mercurius Germaanse god Wodan
donderdag planeet / god Jupiter Germaanse god Donar
vrijdag planeet / godin Venus Germaanse godin Freia
zaterdag sabbat Romeinse god Saturnus, Scandinavische god Loki/Lodur

Enkele uitzonderingen[bewerken | brontekst bewerken]

Dagen van de week met afwijkende namen
Nederlands zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
Arabisch al-ahad
de eerste (dag)
al-ithnayin
de tweede (dag)
al-thoelatha
de derde (dag)
al-arba'a
de vierde (dag)
al-khamys
de vijfde (dag)
al-joemoea
de dag van de samenkomst
al-sabt
(dag van) de sabbat
Hebreeuws Yom Reeshone
eerste dag
Yom Shaynee
tweede dag
Yom Shlee´shee
derde dag
Yom Revee´ee
vierde dag
Yom Khah´mee´shee
vijfde dag
Yom Ha´shee´shee
zesde dag
Shabat
rustdag
Spaans el domingo
dag des Heren
el lunes
el martes
el miércoles
el jueves
el viernes
el sábado
sabbat
Portugees Domingo dag des Heren Segunda-feira tweede dag Terça-feira derde dag Quarta-feira vierde dag Quinta-feira vijfde dag Sexta-feira zesde dag Sábado sabbat
Russisch воскресенье (voskresen'ye) verrijzenis понедельник (ponedel'nik) dag na zondag вторник (vtornik) tweede dag среда (sreda) midden (van de week) четверг (tsjetverg) vierde dag пятница (pjatnitsa) vijfde dag суббота (subbota) (dag van de) sabbat
Fries snein moandei tiisdei woansdei tongersdei freed saterdei, sneon, sinnejûn
(zonavond)
Duits Sonntag Montag Dienstag Mittwoch Donnerstag Freitag Samstag
(sabbatdag)
of Sonnabend
IJslands sunnudagur mánudagur þriðjudagur derde dag miðvikudagur midweek fimmtudagur vijfde dag föstudagur vastendag laugardagur baddag
Fins sunnuntai maanantai tiistai keskiviikko midweek torstai perjantai lauantai baddag (uit Oud-Germaans)
Armeens kiraki zondag (vgl. Grieks: Kyriaki, dag des Heren) yerkushabt’i tweede dag yerek’shabt’i derde dag ch’vorek’shabt’i vierde dag hingshabt’i vijfde dag rbat’ voorbereiding van sabbat shabat’ sabbat

Oorsprong[bewerken | brontekst bewerken]

De weekcyclus van zeven dagen die elk een naam hebben bestaat al duizenden jaren. Het belang van het getal zeven komt voor in de vedische astronomie. Er zijn met het blote oog 7 hemellichten te zien die geen vaste sterren zijn maar tussen de sterren door bewegen (de zon, de maan en vijf planeten: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus). Deze lichamen worden elk met een godheid geïdentificeerd. Volgens een andere theorie denkt men dat de zevendaagse periode een vereenvoudiging is van een kwart van de maanmaand.

Ook het Oude Testament van de Bijbel laat een week van zeven dagen zien. Het beschrijft dat de wereld werd geschapen in zes dagen, en dat op de zevende dag God uitrustte. De weekcyclus wordt wel beschouwd als een scheppingsordinantie, en dus een cyclus die al bij de schepping begonnen is. Ervan uitgaande dat de schepping letterlijk in zes dagen heeft plaatsgevonden (jongeaardecreationisme) en dat de weekcyclus altijd is bijgehouden was de schepping in termen van de huidige namen van de weekdagen van zondag tot en met vrijdag, met zaterdag de dag waarop God rustte. Dienovereenkomstig is traditioneel de zondag de eerste dag van de week, zowel voor degenen die de zaterdag als heilige dag zien (de joden en sommige christenen, deze dag wordt dan sabbat genoemd), als voor degenen voor wie de zondag of vrijdag de heilige dag is.

In het Romeinse rijk werd vanaf de eerste eeuw voor Christus de zevendaagse week gebruikelijk, mogelijk onder invloed van de Joden in de diaspora. In de tweede en derde eeuw na Christus raakte het algemeen ingeburgerd om de zeven dagen van de week naar de planeten te noemen (Sol, Luna, Mars, Mercurius, Jupiter, Venus, Saturnus).[2]

Het christendom nam de joodse opvatting over, maar maakte van de zondag de belangrijkste dag van de week, omdat men op die dag samenkwam. In de vierde eeuw stelde de Romeinse keizer Constantijn de zondag in als algemene rustdag. Een klein deel van het christendom, de in de 19e eeuw opgekomen zevendedagsadventisten, is daarentegen teruggekeerd naar de zaterdag als rustdag.

Bij de invoering van de gregoriaanse kalender werden 10 data overgeslagen, maar liepen de weekdagen zonder onderbreking door. In landen die deze kalender ingevoerd hadden kwamen de weekdagen dus nog steeds overeen met die in landen die de juliaanse kalender nog gebruikten.

Weekpatroon[bewerken | brontekst bewerken]

Dagen en tijden van school en werk, openingstijden en dienstregelingen hebben vaak een min of meer vast weekpatroon, en ook vaak die van afzonderlijke vrijetijdsbestedingen zoals religieuze activiteiten en sport, en karweitjes zoals boodschappen doen.

Culturen zonder weken van zeven dagen[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Maya's hanteerden 20 weken van 13 dagen. Hun Tzolkinjaar duurde dan ook maar 260 dagen en was een astrologisch jaar. Het gregoriaans jaar (Haab) van 365 dagen was voor de Maya minder belangrijk maar werd evenwel gebruikt voor de landbouw. Ze hadden ook nog een jaar van 360 dagen (Mayakalender, Tun kalender).
  • De week in Bali varieerde van een tot tien dagen.
  • Op Java bestaat de traditionele week uit vijf marktdagen. Dit stelsel wordt nog steeds gehanteerd, maar ook het westerse is in gebruik. Daardoor ontstaan 5 x 7 = 35 weekdagcombinaties, die onder meer worden gebruikt bij het bepalen van gunstige of ongunstige dagen. Dit gebruik zou men kunnen vergelijken met onze astrologie.
  • Het prechristelijke Litouwen kende weken van negen dagen.
  • Rome kende tot in de vierde eeuw een cyclus van acht dagen (nundinae), waarbij elke achtste dag een marktdag was. Sinds de vroege keizertijd kende men echter een zevendaagse week, waarnaast de nundinae nog functioneerden tot de vierde eeuw toen onder invloed van keizer Constantijn de zevendaagse week zich helemaal doorzette.
  • Na de Franse Revolutie werd in 1793 een "week" bestaande uit 10 dagen, décades genaamd (zie: Franse republikeinse kalender), ingevoerd. Deze werd echter in 1806 weer afgeschaft.
  • De Sovjet-Unie probeerde zonder succes een week van zes dagen, met de zesde dag als rustdag, in te voeren.

Biologische weekritme[bewerken | brontekst bewerken]

In het menselijk lichaam zijn er ook weekritmes werkzaam. De concentraties van stoffen in het bloed en de urine fluctueren met een zevendaags ritme. Ook schommelen de bloeddruk, het aantal hart- en herseninfarcten, zelfmoord en geboortes met het ritme van de week. Er bestaat een theorie dat weekritmes niet het gevolg zijn van onze kalender met de werkweek en het vrije weekend, omdat bij mensen die tijdens een experiment honderd dagen lang onder constante omstandigheden in een grot verbleven, ook het ritme van een week vertoonden. Hierbij moet aangetekend worden dat de gevolgen van een werkritme op het lichaam langer dan 100 dagen kunnen doorwerken en de stelling dus niet bewezen is. Bij fossiele resten van de Turkanajongen zijn een soort groeiringen gevonden in het tandglazuur welke een ritme hebben van een week. Dit blijkt ook voor andere primaten te gelden.[3]

1 week omgerekend[bewerken | brontekst bewerken]

  • 7 dagen, 168 uur, 10.080 minuten, 604.800 seconden
  • 23,00% van een gemiddelde maand
  • 1,92% van een gemiddeld jaar

Jaarweek[bewerken | brontekst bewerken]

In de bijbel wordt soms de term week gebruikt voor een periode van 7 jaar, overeenkomstig "Ik heb u gegeven elken dag voor elk jaar" (Ezechiël 4:6). Dit wordt wel een jaarweek genoemd. Waar bijvoorbeeld in Daniël 9:24 wordt gesproken van zeventig weken wordt 490 jaar bedoeld. In sommige bijbelvertalingen zijn de tijdsduren al omgerekend.

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • In Nederland wordt in televisiegidsen meestal gerekend met een week die op zaterdag begint. Voor veel filmprogramma's in bioscopen begint een nieuw weekprogramma op donderdag.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Dagen van de week

Maandag · Dinsdag · Woensdag · Donderdag · Vrijdag · Zaterdag · Zondag

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. ‘Dimanche : premier ou dernier jour de la semaine ?’, Academie française
  2. M. Wallraff M. (2001), Christus versus Sol. Sonneverehrung und Christentum in der Spätantike (JAC, Ergänzungsband 32) (Münster 2001), blz. 90-96.
  3. Dick Swaab, Wij zijn ons brein, van baarmoeder tot alzheimer, 2010