verbuiging

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bui·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van verbuigen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord verbuiging verbuigingen
verkleinwoord verbuiginkje verbuiginkjes

Zelfstandig naamwoord

verbuiging v

  1. (taalkunde) het veranderen van de vorm van een naamwoord of voornaamwoord om een zekere grammaticale rol aan te duiden
  2. het veranderen van de buiging, een geval van mechanische vervorming
    • De botsing had tot een verbuiging van het chassis van de auto geleid. 
Synoniemen
  1. declinatie
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be