Boris Johnson

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Boris Johnson
Boris johnson (cropped).jpg
Geboren 19 juni 1964
New York, Verenigde Staten
Politieke partij Conservative Party
Beroep Politicus, journalist
Religie Anglicanisme
Premier van het Verenigd Koninkrijk
Huidige functie
Aangetreden 24 juli 2019
Voorganger Theresa May
Minister van Buitenlandse Zaken
Aangetreden 13 juli 2016
Einde termijn 9 juli 2018
Premier Theresa May (I en II)
Voorganger Philip Hammond
Opvolger Jeremy Hunt
Burgemeester van Londen
Aangetreden 1 mei 2008
Einde termijn 7 mei 2016
Voorganger Ken Livingstone
Opvolger Sadiq Khan
Lid Lagerhuis voor Uxbridge en South Ruislip
Huidige functie
Aangetreden 7 mei 2015
Voorganger John Randall
Lid Lagerhuis voor Henley
Aangetreden 9 juni 2001
Einde termijn 4 juni 2008
Voorganger Michael Heseltine
Opvolger John Howell
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Alexander Boris de Pfeffel Johnson (New York, 19 juni 1964) is een Brits politicus van de Conservative Party, historicus, schrijver, journalist en sinds 24 juli 2019 minister-president van het Verenigd Koninkrijk. Hiervoor diende hij van 2008 tot 2016 als burgemeester van Londen en sinds 2015 als lid van het Lagerhuis. Van 13 juli 2016 tot en met 9 juli 2018 was hij minister van Buitenlandse Zaken en het Gemenebest in het kabinet-May I en het kabinet-May II.[1][2]

Op 23 juli 2019 werd Johnson door twee derde van de leden van de Conservative Party gekozen tot nieuwe partijleider. Hiermee volgde hij tevens Theresa May op als premier van het Verenigd Koninkrijk.

Politieke loopbaan[bewerken]

Lagerhuislid[bewerken]

Na in 1997 een verkiezing tot parlementslid te hebben verloren, lukte het Johnson in 2001 wel om parlementslid te worden, voor Henley-on-Thames. In 2004 werd hij minister van Kunst in het schaduwkabinet van de Conservative Party en vicevoorzitter van de partij, maar al in november van dat jaar werd hij afgezet door partijleider Michael Howard nadat hij gelogen had over beschuldigingen van een buitenechtelijke relatie met journaliste Petronella Wyatt, adjunct-hoofdredacteur van The Spectator. Een jaar later werd hij weer schaduwminister, ditmaal voor onderwijs. In 2006 kwamen nieuwe beschuldigingen over een buitenechtelijke relatie, maar partijleider David Cameron koos ervoor om de zaak ditmaal te negeren.

Burgemeester van Londen[bewerken]

Op 1 mei 2008 werd hij tot burgemeester van Londen gekozen als kandidaat van de Conservative Party. Met een opkomst van 45% kreeg hij 1.168.738 stemmen tegenover 1.028.966 voor de zittende burgemeester Ken Livingstone. In zijn eerste termijn als burgemeester besteedde Johnson veel aandacht aan het openbaar vervoer. Zo heeft hij het gebruik van alcohol in de metro van Londen verboden, en verving hij de impopulaire harmonicabussen door een moderne uitvoering ("Borismaster") van de traditionele dubbeldeksbus ("Routemaster"). Daar stond tegenover dat de prijzen met meer dan de helft stegen.[3] Voor zijn tweede termijn bepleitte hij meer metrotreinen zonder bestuurder, naar het voorbeeld van de Docklands Light Railway in Oost-Londen.

Johnson kreeg tijdens de sluitingsceremonie van de Olympische Zomerspelen van 2008 de Olympische vlag overhandigd door IOC-voorzitter Jacques Rogge. Daarna hield hij een toespraak voor de Britse ploeg, waarin hij het aftellen naar de Olympische Zomerspelen van 2012 in Londen onderstreepte met de woorden: Pingpong is coming home![4]

Johnson startte een programma voor de introductie van stadsfietsen. Deze variant van de deelfiets wordt wel de "Boris Bike" genoemd en staat officieel bekend onder de naam Santander Cycles. Dit programma wordt bekritiseerd omdat het te duur zou zijn, maar Johnson beloofde dat het rond 2015 break even zou draaien.[5] Zelf fietste de burgemeester graag door de stad, waarbij hij in november 2009 wist te voorkomen dat een vrouw door een groep tieners gemolesteerd werd.

Op 4 mei 2012 versloeg Johnson zijn uitdager (en voorganger) Ken Livingstone bij de burgemeestersverkiezingen en werd hij opnieuw verkozen als burgemeester van Londen voor een termijn van vier jaar. In mei 2016 werd hij als burgemeester van Londen opgevolgd door de Labourpoliticus Sadiq Khan.

Opnieuw Lagerhuislid[bewerken]

In augustus 2014 kondigde hij, na langdurige speculatie, aan opnieuw lid van het Lagerhuis te willen worden. In 2015 werd hij opnieuw Lagerhuislid, ditmaal voor het kiesdistrict Uxbridge and South Ruislip. Hij werd gezien als een serieuze kandidaat-opvolger van premier Cameron.[6]

In februari 2016 viel Johnson op nadat premier David Cameron had aangekondigd dat op 23 juni van dat jaar het referendum over het EU-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk zou worden gehouden. In tegenstelling tot zijn partijgenoot sprak Johnson zich uit voor een uittreding van zijn land uit de Europese Unie, een zogeheten brexit.[7] Johnson manifesteerde zich vervolgens als een van de voornaamste pleiters van een Brits vertrek uit de EU. Nadat het brexit-kamp het referendum won, tipte de Britse en buitenlandse pers Johnson als een van de belangrijkste kandidaten om Cameron op te volgen als partijleider en premier. Op 30 juni 2016 gaf Johnson echter te kennen dat hij daarvoor geen kandidaat was, nadat Michael Gove, met wie hij de brexit-campagne had gevoerd, had verklaard geen vertrouwen in zijn leiderschap te hebben.[8] Vier dagen later gaf hij aan Andrea Leadsom, een van vijf kandidaten voor de opvolging van Cameron, te steunen.[9] Volgens waarnemers leidde Johnsons steun ertoe dat Leadsom meer steunverklaringen van Lagerhuisleden verzamelde dan Gove, zodat zij en Theresa May overbleven als de twee kandidaten voor de verkiezing onder partijleden in september 2016. Die vond echter niet plaats omdat Leadsom zich terugtrok, zodat May op 13 juli 2016 een kabinet kon vormen. Johnson en Leadsom werden daarin minister.

Ministerschap[bewerken]

Na het aantreden van Theresa May als opvolger van David Cameron werd Boris Johnson benoemd tot de Britse minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-May I.[10] Zijn rol bij de onderhandelingen over de relatie met de Europese Unie was beperkt, omdat er een speciale brexit-ministerspost was gecreëerd. Na Johnsons benoeming uitten sommige critici hun zorg over zijn veronderstelde gebrek aan de benodigde diplomatieke gaven in de functie van minister van Buitenlandse Zaken.[11] Uit het buitenland kwamen uitingen van ongeloof, besmuikte spot en ergernis.[12] In een reactie beschuldigde zijn Franse collega-minister Jean-Marc Ayrault hem van leugens en zei dat hij een geloofwaardiger en betrouwbaarder onderhandelingspartner had verwacht.[13]

Als minister trad Johnson niet altijd diplomatiek op. Over de brexit ventileerde hij herhaaldelijk inzichten die ingingen tegen het beleid van premier May, die dan verklaarde dat de woorden van de minister van Buitenlandse Zaken niet de mening van de regering vertolkten. In de zaak rond de Iraans-Britse Thomson Reuters-employée Nazanin Zaghari-Ratcliffe maakte Johnson een opmerking die hem ernstig is kwalijk genomen. Zij keerde niet terug van vakantie in Iran, omdat ze sinds april 2016 vastzat op beschuldiging van spionage. Tijdens haar rechtszaak ontkende zij, maar Boris Johnsons opmerking tegen een parlementaire commissie dat zij journalisten trainde, werd tegen haar gebruikt en verkleinde haar kans op een snelle vrijlating. Johnson bezocht Iran in december 2017 en sprak met zijn Iraanse collega in een poging zijn fout ongedaan te maken, maar Zaghari-Ratcliffe, die inmiddels tot vijf jaar gevangenisstraf was veroordeeld, bleef vastzitten.[14]

Johnson bleef na de Britse Lagerhuisverkiezingen 2017 minister in het kabinet-May II, maar op 9 juli 2018 diende hij in navolging van brexit-minister David Davis zijn ontslag in, omdat hij het grondig oneens was met het brexit-beleid van Theresa May.[15] Nog diezelfde dag werd hij opgevolgd door Jeremy Hunt.[16]

Backbencher en strijd om partijleiderschap[bewerken]

Nadat Theresa May op 24 mei 2019 haar aanstaande aftreden aankondigde, was Johnson een van de kandidaten voor haar opvolging als leider van de Conservatieven en Brits premier. Door velen werd hij kansrijk genoemd. De Amerikaanse president Donald Trump noemde hem in een interview in The Sun een "uitstekende kandidaat".[17] Johnson zelf was in het verleden minder lovend over Trump geweest.[18] Op 23 juli 2019 werd bekend dat de leden van de conservatieve partij hem met tweederde meerderheid als nieuwe partijleider hadden gekozen; daarmee werd Johnson ook de beoogde premier.[19]

Premierschap[bewerken]

Als premier zag Johnson het als zijn primaire taak de Brexit met of zonder deal met de Europese Unie per 31 oktober 2019 doorgevoerd te krijgen. Hij benoemde de politieke strateeg Dominic Cummings, die in 2016 de Vote Leave-campagne had georganiseerd, tot zijn adviseur.[20] Met name streefde hij ernaar de Ierse backstop uit de overeenkomst te halen die Theresa May met de EU sloot. Op 28 augustus kondigde hij aan het Britse parlement in de aanloop naar de datum van de Brexit langdurig te schorsen tot 14 oktober, volgens tegenstanders om te voorkomen dat parlement een stokje voor een no-dealbrexit zou kunnen steken. Het staatshoofd koningin Elizabeth willigde zijn verzoek in,[21] maar velen in het parlement vonden de schorsing ("prorogation") voor zo'n lange periode ondemocratisch. Het Supreme Court oordeelde op 24 september 2019 unaniem dat de schorsing onwettig was geweest en daardoor feitelijk niet had plaatsgevonden.[22]

Op 3 en 4 september 2019 verloor Johnson cruciale stemmingen in het Lagerhuis over wetsvoorstellen van de oppositie die de weg vrijmaken naar een verder uitstel van de Brexit, als er voor 31 oktober 2019 geen nieuwe deal met de Europese Unie over de voorwaarden van de Brexit tot stand komt.[23] Hij reageerde daarop door de 21 partijgenoten die meestemden met de oppositie, onder wie prominente parlementsleden als Kenneth Clarke ("Father of the House"), Dominic Grieve, Philip Hammond, Nicholas Soames (kleinzoon van Winston Churchill) en Rory Stewart, het lidmaatschap van de Conservative Party te ontnemen.[24] Hierdoor had Johnson geen werkende meerderheid meer (die was al marginaal met een meerderheid van een stem). Johnsons voorstel om vervroegde parlementsverkiezingen te houden op 15 oktober 2019 behaalde niet de vereiste twee derde meerderheid.[25] Ook bij een tweede stemming, in de laatste vergadering voor het ingaan van de langdurige schorsing van het Lagerhuis, behaalde de premier geen tweede derde meerderheid voor verkiezingen op 15 oktober 2019. Johnson gaf, ondanks het van kracht worden van de wet die een Brexit zonder deal verbiedt, te kennen dat hij de Europese Unie geen verder uitstel van de Brexit zal vragen, als er voor 31 oktober geen akkoord tot stand komt. ‘I’d rather be dead in a ditch‘ (than ask for Brexit extension), aldus Boris Johnson toen de pers hem vragen stelde bij een bezoek aan Yorkshire.[26][27]

Biografie[bewerken]

Boris Johnson is een achterkleinzoon van Ali Kemal, een Turkse journalist die begin 20e eeuw kortstondig als minister van Binnenlandse Zaken diende in de Osmaanse regering van grootvizier Ahmed Tevfik Pasja. Johnsons Turkse overgrootouders emigreerden in 1910 naar het Verenigd Koninkrijk en tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarin het Osmaanse Rijk aan de Duits-Oostenrijkse kant vocht, nam zijn grootvader de Britse nationaliteit aan en veranderde zijn achternaam naar Johnson, de geboortenaam van zijn Britse vrouw. Andere overgrootouders waren de suffragette Millicent Fawcett en een Duitse prins. Stanley Johnson (1940), de vader van Boris, is journalist, schrijver en voormalig Brits parlementslid en topambtenaar van de Europese Unie. Zijn moeder Charlotte Johnson geboren Fawcett (1942) is kunstenares en schildert portretten en landschappen. Zijn ouders scheidden in 1979.

Johnson verhuisde in 1973 naar Brussel, waar zijn vader Stanley in dienst was getreden van de Europese Commissie. Hij volgde twee jaar lager onderwijs aan de Europese School in Ukkel. Omdat zijn moeder problemen kreeg met haar mentale gezondheid, werden de kinderen naar de prep school Ashdown House in East Sussex gestuurd. Verdere kostschooljaren bracht Johnson door aan de exclusieve public school Eton College. Daarna schreef hij zich in voor Klassieke Studies in Balliol College aan de Universiteit van Oxford. Hij was er lid van de Bullingdon Club, net als David Cameron en Radosław Sikorski. Na een mislukte poging werd Johnson in 1986 ook voorzitter van de debatclub Oxford Union Society, een positie die fel werd begeerd door aspirant-Tories omdat ze gezien werd als de eerste stap naar het premierschap.[28]

Na Oxford werd Johnson journalist. Hij begon zijn loopbaan in 1987 bij The Times maar werd ontslagen voor het vervalsen van een citaat. Daarop kon hij via een studievriend aan de slag bij The Daily Telegraph, waar hij van 1989 tot 1994 EU-correspondent was. In Brussel ontpopte hij zich tot één van de schaarse eurosceptische stemmen, maar hij liet zich herhaaldelijk betrappen op overdrijvingen, verzinsels en leugens (bv. over normen voor condooms en bananen, over een nieuw commissiegebouw dat het grootste ter wereld zou worden).[29] Hij keerde in 1994 terug naar Engeland en schreef vijf jaar lang politieke columns voor de Telegraph en voor het zustertijdschrift The Spectator. Van 1999 tot 2005 was hij hoofdredacteur van het blad.

Johnson heeft vier autobiografische boeken en twee romans geschreven. Hij heeft ook een documentairereeks voor de BBC geproduceerd, The Dream of Rome (2006), waarin hij vergelijkingen trekt tussen de Europese Unie en het Romeinse Rijk. Hij kreeg veel bekendheid door zijn optredens in het BBC-programma Have I Got News for You, waaronder vier keer als presentator. Hiervoor werd hij in 2004 genomineerd voor een BAFTA-prijs. In 2006 kwam een biografie van Johnson uit.[30]

In april 2016 kondigde Johnsons uitgever de publicatie aan van een biografie van William Shakespeare, getiteld Shakespeare: The Riddle of Genius. In juli 2016 werd bekendgemaakt dat het boek voorlopig niet zou verschijnen omdat Johnsons nieuwe taken als minister van Buitenlandse Zaken hem te veel in beslag namen.[31]

Na zijn ministerschap werd Johnson opnieuw aangenomen bij The Daily Telegraph als columnist. Voor zijn wekelijkse bijdrage van 1.100 woorden ontvangt hij een jaarsalaris van £275.000.[32]

Johnson heeft vijf kinderen. Hij was getrouwd met Allegra Mostyn-Owen van 1987 tot 1993 en hertrouwde kort daarna met Marina Wheeler. In september 2018 kondigden Johnson en Wheeler aan dat ze gaan scheiden.[33]

Omdat hij geboren is in New York, heeft Johnson naast de Britse ook de Amerikaanse nationaliteit bij geboorte gekregen. In 2016 heeft hij afstand gedaan van die nationaliteit.[34]

Controverses[bewerken]

Johnson staat bekend om zijn excentrieke persoonlijkheid en de vele affaires en controverses die hem omgeven. Hij is in het verleden beschuldigd van buitenechtelijke relaties (waarvan er één resulteerde in een buitenechtelijk kind), (vermeende) racistische uitspraken en een rol in een geplande poging om een journalist in elkaar te slaan. In 2006 bood hij zijn verontschuldigingen aan Papoea-Nieuw-Guinea aan, na in een column het land met "orgies van kannibalisme en opperhoofdmoorden" te hebben geassocieerd. In oktober 2007 stond Arnold Schwarzenegger klaar om te spreken op het jaarlijkse partijcongres van de Conservative Party terwijl Johnson een rommelige toespraak gaf om zijn burgemeesterskandidatuur aan te kondigen. Schwarzenegger, niet wetende dat hij gefilmd werd, fluisterde duidelijk hoorbaar naar zijn assistenten: This guy is fumbling around all over the place ("Deze kerel rommelt maar wat aan"). Ook tijdens de burgemeesterscampagne in 2008 viel hij op door enkele bizarre uitspraken. Na zijn benoeming tot minister van Buitenlandse Zaken beloofde hij dat hij zich voor zijn uitspraken zou gaan verontschuldigen bij buitenlandse leiders over wie hij beledigende grappen had gemaakt. Onder hen zijn Barack Obama, Hillary Clinton, Recep Tayyip Erdoğan en Vladimir Poetin.

Bibliografie[bewerken]

Boeken over Boris Johnson[bewerken]

Afbeeldingen[bewerken]

Externe link[bewerken]