Wout Steenhuis

Als je een film over het leven van Wout Steenhuis zou maken, zou het script hoogstwaarschijnlijk niet door de ballotagecommissie komen. Een Nederlandse verzetsheld die zich in de jaren zestig en zeventig ontpopt tot dé wereldwijde Hawai-gitarist bij uitstek en zelfs een eigen tv-show in Engeland krijgt? Te onwaarschijnlijk. De waarheid is echter soms vreemder dan fictie…

Heel veel informatie is niet te vinden over Wout Steenhuis, maar wat ik op het spoor kwam, is bijzonder intrigerend. Eind jaren dertig van de vorige eeuw was Steenhuis een jonge, veelbelovende gitarist, die in tal van jazzcombo’s speelde. Na de inval van de Duitsers in Nederland werd Amerikaanse muziek als jazz en bigband in de ban gedaan. Veel jazzgroepen schakelden dan ook over op Hawaï-muziek, zoals bijvoorbeeld de Kilima Hawaiians. Of beter gezegd: ze speelden jazz, maar zodra er nazi’s opdoken, werden er bliksemsnel tropische ritmes en steelgitaren tevoorschijn getoverd. Nederhawaïaanse groepen werden namelijk oogluikend toegestaan, mits ze in het Nederlands zongen.

Wout Steenhuis ontdekte dat de Hawaïaanse manier van gitaarspelen hem bijzonder goed lag en langzaam maar zeker groeide zijn reputatie. Ook bij de Duitsers, die hem scherp in de gaten begonnen te houden en ontdekten dat hij betrokken was bij het Nederlandse verzet. Steenhuis werd gearresteerd en op transport gezet naar Kamp Westerbork, waar hij zou worden gedeporteerd naar een concentratiekamp. Tijdens de reis naar Westerbork slaagde hij erin om te ontsnappen. Niet geheel zonder kleerscheuren: hij werd door een kogel in zijn rechterarm geraakt en het zou een behoorlijke tijd duren voordat hij weer enigszins gitaar kon spelen.

In ieder geval: hij dook de rest van de Tweede Wereldoorlog onder en in mei 1945 stond hij samen met onder anderen Kees Schilperoort en Frans Vink aan de wieg van de Dutch Swing College Band, dat in razend tempo zou uitgroeien tot het populairste dixielandorkest van Nederland. In 1948 vertrok hij samen met zijn verloofde naar Engeland om zijn vader te helpen die een fabriek runde in het Engelse kustplaatsje Margate. Al snel kreeg men daar in de gaten dat Steenhuis over muzikale talenten beschikte en in 1963 verscheen zijn eerste single ‘Long Road South’, een jaar later gevolgd door de lp ‘Surfin’ With Steenhuis’.

En vanaf dat moment was het hek van de dam. In een moordend tempo bracht hij talloze Hawaïaanse albums uit (met welluidende titels als ‘Hawaiian Surf Ride’ en ‘Paradise Island’) en in 1969 brak hij definitief door toen zijn single ‘Blue Hawaii’ in de Engelse top 10 belandde. Hij werd als Hawaï-expert wekelijks geïnterviewd door BBC Radio en schoof regelmatig aan in allerlei Engelse tv-programma’s. Begin jaren zeventig kreeg hij zelfs zijn eigen muziekprogramma op de regionale tv-zender Southern TV.

Steenhuis maakte daarnaast naam 'multi-track maestro'. In zijn eigen studio speelde hij alles zelf in (inclusief achtergrondkoortjes) om de tapes vervolgens tijdens live optredens te gebruiken als basis (onder de noemer ‘The Kontikis’ – later groeide dit uit tot een ‘echte’ band). Een dergelijke manier van werken is nu de gewoonste zaak ter wereld, maar toentertijd was dat baanbrekend. Na een lang ziekbed overleed Wout Steenhuis op juli 1985.

Hieronder een clipje om in de stemming te komen en wie nieuwsgierig is geworden naar meer: download een vinyl-rip van ‘Hawaiian Surf Ride’ (320 kbps, 68 MB) uit 1965, met twaalf heerlijk loom voortkabbelende tropische tracks. Mocht je overigens meer informatie hebben over de helaas toch wel wat in de vergetelheid geraakte Wout Steenhuis, laat gerust een reactie achter!

Araglin | Donderdag 13 Maart 2014 at 10:25 pm | flashback | Reageer
Gebruikte Tags: , ,

Voor haar

Begin deze maand verscheen bij uitgeverij Podium de bloemlezing ‘De veertig van Heytze’, waarin de Utrechtse dichter Ingmar Heytze zijn veertig favoriete gedichten heeft verzameld. Het is een bijzonder fijne bundel geworden, niet in de laatste plaats vanwege de persoonlijke en toegankelijke toelichtingen. Heytze grasduint door decennia aan poëzie en elk gedicht is een voltreffer.

De bloemlezing bevat één songtekst: ‘Astronaut’ van Spinvis. Grappig, ik had eigenlijk nog nooit op deze manier naar het nummer gekeken. Laat staan dat ik het zou hebben uitgekozen. En terwijl de stem van Erik de Jong tijdens het lezen in mijn geestesoor weerklonk, vroeg ik me af welke songtekst ik zou hebben geselecteerd. Ik dacht er een tijdje over na, om steeds weer terug te keren bij hetzelfde nummer: ‘Voor haar’, geschreven (of beter gezegd: zeer vrij vertaald) door Michel van der Plas (1927-2013) en Frans Halsema (1939-1984). Mooier vind je ze niet in het Nederlands.

‘Voor haar’ is een cover van ‘Her Song’ van de Amerikaanse singer-songwriter Jake Holmes (1939), te vinden op zijn tweede album ‘So Close So Very Far To Go’ uit 1970 (en een jaar later opgenomen door Harry Belafonte). Nuja, cover… Het enige wat min of meer overeenkomt zijn de melodielijnen, waarbij de gitaarsolo is vervangen door een (smaakvolle) trompetsolo en de strijkers veel dikker zijn aangezet.

Van de originele songtekst is weinig overgebleven. In de tekst van Holmes gaat het weliswaar over een naamloze zij, maar uiteindelijk draait alles toch rond de ik-figuur. Michel van der Plas heeft de opbouw van de tekst in zijn vertaling meegenomen en er vervolgens een eigen, poëtische draai aan gegeven. ‘Voor haar’ is het ultieme liefdesliedje en liefdesverklaring ineen. De tekst is ‘klein’ en bescheiden, maar bestrijkt tegelijkertijd het hele leven – zonder al te stroperig te worden. En dat alles in slechs 22 jaloersmakende regels.

Lees meer »

Araglin | Zaterdag 08 Februari 2014 at 10:07 pm | flashback, easy-listening | 1 reactie

De kauwgompopmultinational

[Hier stond eerst een artikel uit NRC Handelsblad, zaterdag 19 mei 2012, geschreven door Pieter Steinz.] 

Admin | Dinsdag 22 Mei 2012 at 12:40 am | flashback, gastbijdrage | 2 reacties
Gebruikte Tags: ,

Diethelm & Famulari

[Dit is een gastbijdrage geschreven door Michael Bouma] 

In het begin van de jaren tachtig was Nederland in de ban van wat toen nog de Whitbread Round the World Race heette, een zeilrace rond de wereld. In 1977-1978 won de Nederlander Connie van Rietschoten deze race met zijn schip ‘De Flyer’. In 1981-1982 wist hij deze race wederom te winnen, nu met ‘De Flyer II’. Beide schepen waren gebouwd bij Huisman Shipyard in Vollenhove. Zowel de race als de bouw van ‘De Flyer II’ sprak bijzonder tot de verbeelding van het Zwitserse jazzduo Thomas Diethelm & Santino Famulari, dat zich voor hun debuut-lp ‘The Flyer’ (1983) door de prestaties van Van Rietschoten liet inspireren.

Mede dankzij het succes van ‘De Flyer II’ in de Whitbread Round the World Race en een optreden van Diethelm & Famulari bij Sonja Barend, ontstond er een kleine hype rond de lp. De single ‘The Flyer’ stond in 1984 vier weken in de Top 40, met als hoogste positie de 27e plaats. Als ik dit nummer hoor moet ik nog altijd denken aan de prachtige beelden van ‘De Flyer II’ tijdens de race, die achter de muziek waren gemonteerd. Helaas is dit filmpje niet meer te vinden op YouTube. 

Over beide heren heb ik niet zoveel info kunnen achterhalen. Famulari is een klassiek geschoold pianist, die op dit album de synthesizer bespeelt. Diethelm speelt op een akoestische gitaar met nylonsnaren. Opvallend is het gebruik van analoge delays, die het geluid een enkele herhaling geven. Je hoort dus hetzelfde nog een keer maar dan met een herhaling. Deze ‘delay-tijd’ bepaalt het tempo van de nummers en zorgt tegelijkertijd voor een herkenbare en voor die tijd vernieuwende sound. De nummers hebben mede door het gebruik van de akoestische gitaar een hoog Flairck-gehalte. 

Na ‘The Flyer’ brachten Diethelm & Famulari het album ‘Valleys in My Head’ (1984) uit, met daarop wederom een versie van ‘The Flyer’. Santino Famulari werkte later samen met de Zwitserse harpist Andreas Vollenweider, terwijl Thomas Diethelm actief was met de Thomas Diethelm Band (en een aantal jaar geleden wat gitaarfilmpjes op YouTube zette).  

arnold | Donderdag 03 Mei 2012 at 11:10 pm | flashback, 80s, gastbijdrage | 6 reacties
Gebruikte Tags:

Marilyn Monroe

Marilyn Monroe (1926-1962). Stijlicoon van de twintigste eeuw, wereldberoemd actrice, mannenverslindster en zangeres - zo'n beetje in die volgorde. Hoewel over het leven van Marilyn Monroe, haar films en stormachtige relaties talloze boeken zijn volgeschreven, komt haar muzikale carrière er altijd maar bekaaid van af.

Waarschijnlijk omdat dat nooit zo hoog op haar prioriteitenlijstje heeft gestaan. In succesvolle films annex muscials als 'There's No Business Like Show Business' (1954), 'River of No Return' (1954) en 'Gentlemen Prefer Blondes' (1953) zingt ze weliswaar regelmatig een liedje, maar ze heeft zich nooit gewaagd aan een compleet album.

Na haar ‘waarschijnlijke zelfmoord’ in 1962 probeerde menigeen een graantje mee te pikken van de Marilyn-hausse en verschenen er talloze compilaties op de markt, gevuld met liedjes uit haar films, bij elkaar geschraapte fragmenten uit reclamespotjes, radio-interviews, live opnamen en natuurlijk haar beroemde 'Happy Birthday', dat ze in mei 1962 zong voor de jarige president John F. Kennedy.

De honderden Marilyn Monroe-cd's zijn allen terug te voeren op twee albums: 'Marilyn' uit 1962, dat liedjes bevat uit bovengenoemde films (in 1972 zag een iets uitgebreide variant het licht onder de titel 'Remember Marilyn) en 'Marilyn Monroe' uit 1972, met vooral allerhande rariteiten (later hernoemd naar 'Rare Recording 1948-1962'). De vele verzamelaars uit de jaren tachtig en negentig bestaan voor het merendeel uit een opgewarmd prakje van deze twee albums, hoewel er zo heel af en toe wel wat nieuws opdook.

Monroe beschikte over een omfloerste, verleidelijk kirrende stem, die geheel in overstemming was met haar imago. Wereldschokkend is haar nagelaten muzikale oeuvre niet; de bigband-deuntjes en zwijmelballads klinken vooral aandoenlijk, waarbij het beeld van de platinablonde actrice met de opwaaiende jurk als een zwoel parfum uit je speakers komt dwarrelen.

Op de uitstekende verzamelaar ‘The very best of Marilyn Monroe’ zijn alle hoogtepunten verzameld, waaronder ‘Diamonds Are A Girls Best Friend’ en ‘I Wanna Be Loved By You’, aangevuld met wat minder bekende tracks als 'I'm Gonna File My Claim' en 'After You Get What You Want, You Don't Want It'. Luister zelf (192 kbps, 84 MB - WeTransfer-link).

arnold | Woensdag 15 September 2010 at 12:42 pm | flashback | Reageer

Mink DeVille

''Ik heb een theorie,'' vertelde Willy DeVille in een interview in 2002. ''En dat is dat ik veel meer cd's zal verkopen als ik dood ben dan tijdens mijn leven. Ik vind het een vervelende gedachte, maar ik zal er mee moeten leren leven.'' Zeven jaar later, op 6 augustus 2009, overleed DeVille op 58-jarige leeftijd aan de gevolgen van alvleesklierkanker.

Zijn overlijden zorgde er helaas niet voor dat zijn albums massaal de winkels uitvlogen – DeVille had namelijk de 'pech' vlak na Michael Jackson te sterven. Ergens is dat ook wel passend, want het oeuvre van DeVille, of dat nu onder zijn eigen naam of met zijn band Mink DeVille was, is in Amerika altijd al behoorlijk over het hoofd gezien, hoewel hij in Europa werd gezien als een ster.

DeVille werd geboren als William Borsay in het industriële niemandsland Stamford in de Amerikaanse staat Connecticut. Hij verliet op zestienjarige leeftijd zijn ouderlijk huis om muziek te gaan maken. Zijn omzwervingen brachten hem in New York, Londen en San Francisco en vervolgens weer terug naar New York. Daar ging hij met een groep muzikanten die hij aan de Amerikaanse westkust had ontmoet aan de slag als Billy DeSade & The Marquees. In 1974 werd de naam veranderd in Mink DeVille en ging William Borsay voortaan door het leven als Willy DeVille.

De band schopte het tot huisband van het legendarische New Yorkse punkclub CBGB's, waar Mink DeVille werd opgepikt door de bekende producer Jack Nitzsche. Laatstgenoemde was bekend geworden dankzij zijn werk voor Ike & Tina Turner, The Rolling Stones en Neil Young. Met hem nam Mink DeVille het baanbrekende 'Cabretta' op, een album waarop punk met blues, r&b en traditionele elementen werd gecombineerd. Naar verluidt kwam Mick Jagger tijdens de opnamen de studio in en heeft hij met zijn ogen dicht een hele avond staan dansen op de muziek van Mink DeVille.

In Amerika snapten ze het niet, maar de Europeanen gingen snel overstag; de single 'Spanish Stroll' (1978) werd een grote hit en ging de muziekgeschiedenis als een onbetwiste popklassieker.

Uit: 'Top 2000 – volume 2', uitgeverij L.J. Veen, 2009. ISBN 9789020420166. Enigszins herschreven.

arnold | Zaterdag 12 Juni 2010 at 01:06 am | flashback | 1 reactie

I Will Always Love You

Het is misschien wel de bekendste ballad aller tijden: 'I Will Always Love You', of het nu in de uitvoering is van Whitney Houston of Dolly Parton. Het liedje is het verhaal van een pijnlijke scheiding. Dolly Parton, die het nummer in 1973 schreef, dacht daarbij niet aan iemand met wie ze een romantische relatie had. 'I Will Always Love You' was een boodschap aan countryzanger Porter Wagoner, die haar in 1967 had gevraagd als vaste duetpartner voor zijn tv-show. Toen Dolly in rap tempo populairder werd dan Wagoner, besloot ze solo verder te gaan en schreef ze het nummer als dank voor de jaren dat ze samen hadden gewerkt.

Aanvankelijk was het niet de bedoeling dat ze 'I Will Always Love You' zelf zou opnemen; ze bood het aan tal van artiesten aan en toen Elvis Presley het hoorde, wilde hij het maar wat graag uitbrengen. Alleen... Dolly moest dan wel de helft van de auteursrechten afstaan. Ze weigerde en zong de ballad in 1974 dan maar zelf de hitlijsten in. Dat deed ze in 1982 nogmaals, toen ze het nummer gebruikte voor de soundtrack van de film 'The Best Little Whorehouse In Texas'.

Tien jaar later ging Whitney Houston ermee aan de haal. Ze speelde naast Kevin Costner in 'The Bodyguard' en Costner vond het liedje perfect voor de soundtrack. Een verstandige keuze, want de cover legde Whitney geen windeieren: ze won twee Grammy Awards en de 'Bodyguard'-soundtrack groeide uit tot de best verkochte soundtrack ooit. En ook Dolly had niets klagen. In 2008 vertelde ze in een interview: ''Whitney's uitvoering leverde mij zo'n zes miljoen dollar aan auteursrechten op. Ik denk dat jonge zangeressen die mij als grote voorbeeld noemen, dit bedrag in hun achterhoofd hebben.''

Grappig feitje: Saddam Houssein gebruikte Whitney Houstons 'I Will Always Love You' in zijn verkiezingsprogramma en is naar verluidt een groot fan van de Amerikaanse zangeres. Platenlabel Arista was overigens niet echt te spreken over Saddams actie en diende een klacht in bij de Verenigde Naties.

Grappig feitje #2: in 1967 schreef Dolly Parton 'I'll Oil Wells Love You'. Geen vroege versie van haar grote hit, maar simpelweg een geintje om haar zinnen te verzetten, zo vertelde ze tegen muziektijdschrijft Mojo (juni 2008): ''I was just playing off the oil wells and Texan men, a spoof. Sometimes I write silly stuff just to get my wit going and mind working. That was a song I probably wrote while I was primed to write something good."

Uit: 'Top 2000 – volume 2', uitgeverij L.J. Veen, 2009. ISBN 9789020420166. Aangevuld en enigszins herschreven.

arnold | Dinsdag 18 Mei 2010 at 12:48 am | gastbijdrage, flashback | 3 reacties
Gebruikte Tags: ,

Trio Hellenique

Dat het niet zo goed gaat met Griekenland is een understatement van jewelste. Het land scheert rakelings langs de toppen van een faillissement en wordt nu overeind gehouden met een financieel noodpakket van 110 miljard euro, verstrekt door de landen van de Europese Unie (waaronder Nederland) en het Internationaal Monetair Fonds.

Om ook de komende jaren de eigen eh.. toga te kunnen ophouden, moet de regering van premier George Papandre de komende jaren drastisch bezuinigen. Zo wordt onder meer enthousiast het mes gezet in het pensioenstelsel - dit tot grote woede van de Griekse bevolking, dat massaal in opstand komt en met stakingen en demonstraties het openbare leven lam legt. En om een domino-effect naar andere eurolanden te voorkomen, is er een garantiefonds van maar liefst 500 miljard euro ingesteld.

Ik ben geen econoom - laat staan zo'n bankierende schurk in een maatpak - en kan alleen maar met mijn ogen knipperen als ik dergelijke onvoorstelbare bedragen voorbij zie flitsen. Dus daarom heb ik maar een persoonlijk Grieks reddingsplan in het leven geroepen, dat uit twee, in elkaar grijpende onderdelen bestaat. Belangrijkste is dat we morgenavond gaan eten bij een van de dertien (!) Griekse restaurants die Utrecht rijk is (tips zijn welkom!). En om alvast in de stemming te komen, luisterde ik vandaag de hele dag naar Trio Hellenique - je weet immers maar nooit of er na je bordje gyros nog een sirtaki gedanst moet worden.

Dankzij Trio Hellenique maakten talloze Nederlanders medio jaren zestig kennis met Griekse muziek. Het trio bestond uit Polis Efthimiadis, Basil Nikolaidis en Denis Kavalieratos, die aanvankelijk hun geluk beproefden in talloze Griekse restaurants in Brussel en Parijs, en na nodige omzwervingen in Stockholm hun debuut-lp opnamen.

De Nederlandse platenmaatschappij CNR zag het wel zitten met Trio Hellenique en bracht een (bijzonder succesvolle) ep op de markt, met daarop onder meer de hit 'Ni Nanai'. In 1965 gaf het trio enkele optredens in Antwerpen en om goed beslagen ten ijs te komen, hadden Polis, Basil en Denis contact opgenomen met CNR met het verzoek of ze wat hun eigen platen konden aanschaffen om in België door te kunnen verkopen aan familie en vrienden. CNR speelde het slim en stuurde niet alleen een pallet met ep's naar de Grieken, maar bood ze ook meteen een platencontract aan.

Ruwweg in dezelfde periode ontmoette zangeres Liesbeth List de Griekse zanger/componist Mikis Theodorakis en begon ze met de voorbereidingen voor haar album 'Liesbeth List Zingt Theodorakis', gewijd aan zijn beroemde Mauthausen-cyclus. En als je nu denkt: wat heeft de 'serieuze' muziek van Theodorakis te maken met Trio Hellenique? Nou, in 1965 schreef Theodorakis de muziek voor de film 'Zorba de Griek', waaronder het aanstekelijke 'La danse de Zorba'.

De film werd een succes en binnen de kortste keren danste iedereen de sirtaki. Inspelend op deze hype nam ook Trio Hellenique een versie op van deze Griekse volksdans - en schreef daarmee muziekgeschiedenis, want er stonden maar liefst vier versies van hetzelfde nummer in de Top 40 (varianten van Trio Hellenique, Polis & Les Helleniques, Duo Akropolis en Mikis Theodorakis zelf).

In de jaren die volgden scoorde Trio Hellenique een handvol hitjes, toerden ze door Europa en Canada, en brachten ze in wisselende bezetting meer dan dertig albums uit, gevuld met vrolijke Griekse liedjes, waarbij het goed ouzo drinken is en de opgewekte bouzouki-klanken je als vanzelf naar een van de zonnige Griekse eilanden doen verlangen… Luister naar de grootste hits van Trio Hellenique (320 kbps, 93 MB, hier een WeTransfer-link), waaronder meedeiners als 'Zorba's Dance', 'Ni Nanai', 'Varko Sto Gialo' en 'Ella, Ella'.

arnold | Vrijdag 14 Mei 2010 at 11:41 pm | flashback | 1 reactie
Gebruikte Tags: , ,

Erotic Dreams (update)

Eens in de zoveel tijd zie ik 'm voorbijschuiven op muziekfora en diverse muzieklogs: 'Erotic Dreams', het bootleg-album van Enigma, dat vlak na 'MCMXC A.D.' (1990) zou zijn verschenen, maar nooit officieel is uitgebracht. Het album zou begin jaren negentig voor het eerst zijn opgedoken in Oost-Europa en de schakel vormen tussen de Gregoriaanse dance van het verrassend succesvolle debuut en de wereldmuziek op opvolger 'The Cross of Changes' (1993).

Ik gebruik inderdaad iets te vaak het woord 'zou', want dit is helemaal geen Enigma-album. Creatieve geesten hebben zelf een alleraardigst hoesje in elkaar geflanst (zie afbeelding links) om te verdoezelen dat het in feite om het album 'Temple of Love' van de Nederlandse groep Erotic Dreams gaat. En inderdaad, als je niet al te goed luistert, zou het allemaal met een beetje goede wil kunnen doorgaan voor de muziek waar de Roemeense componist en producer Michael Cretu furore mee maakte. Vooral de eerste track, 'Temple of Love', is een schaamteloos aftreksel van 'Sadeness': de standaard Enigma-beat, Gregoriaanse gezangen, een sfeervolle panfluitsynthesizer... Enkele nummers later duikt er zelfs fluisterende vrouwenzang op om de vergelijking helemaal compleet te maken.

'Temple of Love' werd in 1998 uitgebracht door Dino Music, en een sticker op het doosje ('Bekend van tv!') moest de nieuwsgierige koper over de streep trekken. De muziek op het album werd namelijk gebruikt in het gelijknamige soft-erotische programma, waarin eigenlijk voornamelijk korte fragmenten uit de erotische films van regisseurs als Andrew Blake en Michael Ninn aan elkaar waren geplakt - minus de al te expliciete scènes. Voor de juiste sfeer zorgde zweverige dance (toentertijd bekend onder de noemer 'dream dance') van andere Sacred Spirit, Enigma, Robert Miles, Dance 2 Trance en Erotic Dreams.

Achter Erotic Dreams scholen Jan Dekker, Ruud van Es en Rob Papen en laatstgenoemde twee maakten weer deel uit van de Nederlandse synthesizergroep Peru, die als Nova in 1982 een verrassingshitje scoorden met het instrumentale 'Aurora'. Ogenschijnlijk misschien een rare keuze om voor dit drietal te kiezen, maar Peru had op het (geflopte) album 'The Prophecies' al laten horen behoorlijk uit de voeten te kunnen met dance. Voor meer informatie over Nova verwijs ik je graag naar deze entry uit de oude doos.

'Temple of Love' is geen miskend meesterwerk, maar leuk genoeg om weer eens op te zetten - als je tenminste de bovengenoemde artiesten leuk vond en niet per se behoefte hebt aan bijzonder originele of grensverleggende muziek. Luister zelf: Erotic Dreams - 'Temple of Love' (320 kbps, 114 MB - hier een WeTransfer-link).

arnold | Donderdag 22 April 2010 at 12:16 am | flashback | 3 reacties
Gebruikte Tags: , , ,

Sarah

Ze was haar tijd niet mijlenver vooruit, maar toch zeker wel een jaar of zeven. In de winter van 1999 scoorde de toen 21-jarige Sarah Geels (dochter van filmproducent Laurens Geels) een bescheiden hitje met 'Ik Laat Me Gaan'. Bijzonder was dat dit niet alleen een van de eerste Nederlandstalige dance-nummers was, maar dat Sarah ook het middelpunt was van een heus multimedia-concept, inclusief een speciale site, webcamsessies en online bonusmateriaal. Anno 2010 de gewoonste zaak ter wereld, maar in 1999 behoorlijk vernieuwend.

Sarah Geels werd ontdekt door zanger, presentator en radio-dj Eric Corton, die begin 1999 toevallig een optreden bijwoonde van haar (school)band en onder de indruk raakte van haar stem en charisma. Hij tipte het producersduo Ton Sijmons en Ramon Braumuller. De twee hadden naam gemaakt met tal van radio- en tv-commercials, en wilden nu een carrière op poten zetten in de muziekindustrie. Sijmons had 'Ik Laat Me Gaan' geschreven, maar een geschikte zangeres had zich nog niet aangediend - eerder had hij het nummer laten inzingen door Sheila Timmerman (inderdaad, een van de dochters van Gert & Hermien), maar dat was het toch niet helemaal. Sarah Geels kwam dan ook als geroepen.

Platenmaatschappij Universal zag het project wel zitten, maar Sijmons, Braumiller en Corton hadden hoge verwachtingen en besloten Sarah zelf in de markt te zetten. Samen met reclamebureau BSUR (Be As You Are) richtten ze een platenlabel op, werd er een innovatieve website in elkaar geknutseld en schoot de bekende commercialregisseur Paul Vos de videoclip voor 'Ik Laat Me Gaan'. De single was redelijk succesvol, maar opvolger 'Labyrint'  bleef steken in de bovenste regionen van de hitlijsten. Sarahs debuut 'Wat Ik Wil' (2000) deed het niet veel beter; het album bracht slechts één week door in de Album Top 100.

En zo viel geruisloos het doek voor Sarah. Ze probeerde het vervolgens enige jaren als achtergrond- en sessiezangeres, en is sinds 2005 nu frontvrouwe van de coverband Tour De Funk.  Het is jammer dat het zo gelopen is, want 'Wat Ik Wil' is een prima album, dat qua sfeer nauw verwant is met Madonna's 'Ray of Light' (1998).

Een van de voornaamste redenen waarom de doorbraak uitbleef, had volgens mij te maken met haar imago: Sarah werd neergezet als een sensuele blonde stoeipoes, die, gekleed in spannende outfitjes, allerlei ondeugende dingen deed voor de webcam. Haar album was echter een stuk serieuzer, met redelijk poëtische teksten over voornamelijk relaties en intimiteit. Bovendien werd op 'Wat Ik Wil' regelmatig het gas teruggenomen (waardoor het ook geschikt was voor in de woonkamer) en zaten de elf tracks - inclusief een akoestische, jazzy versie van 'Ik Laat Me Gaan' - uitstekend in elkaar en klinken ze tien jaar na dato nog altijd fris. Marco Borsato mag zich dan in zijn hit 'Rood' uit 2006 te buiten gaan aan dance-elementen, Sarah deed dat zeven jaar eerder al - en beter.

Luister zelf: 'Wat Ik Wil' (320 kbps, 109 MB - hier een WeTransfer-link. Het album is helaas niet meer verkrijgbaar; met grote dank aan Herman voor zijn uitstekende rip!)

arnold | Woensdag 07 April 2010 at 12:10 am | flashback | Reageer
Gebruikte Tags: , ,