De stad Groningen staat landelijk bekend als de "Metropool van het Noorden" en als "Martinistad" verwijzend naar de Martinitoren.
Hoewel Groningen geen erg grote stad is, heeft het een rol als het belangrijkste stedelijke centrum van dit deel van het land, met name op het gebied van muziek en andere kunsten, onderwijs en bedrijfsleven. Het grote aantal studenten die in Groningen draagt ook bij aan een diverse culturele scene voor een stad van deze grootte.
Hoewel er geen documenten bekend zijn die Groningen stadsrechten toekennen, is de stad wel lid van de Hanze keten van Noord Duitse handels-steden. Groningen was nogal afgelegen en daarom afhankelijk van de regio.
In feite is Groningen lang een min of meer onafhankelijke stad-staat geweest en hield de macht in de provincie tot in de Franse tijd. De Bisschop van Utrecht probeert wel zijn macht over Groningen te vestigen door zijn broer, rond 1140 tot prefect te benoemen over de stad.
Dat valt bij de Stadjers niet in goede aarde, met als gevolg de slag bij Ane. De bisschoppelijke troepen worden grondig verslagen en de bisschop kan terug naar Utrecht. De Stad is weer onafhankelijk.
Groningen heeft niet veel op met bisschoppen. In 1614 werd de Rijksuniversiteit Groningen opgericht, in eerste instantie alleen voor religieus onderwijs. In dezelfde periode breidde de stad zich snel uit en een nieuwe stadsmuur werd gebouwd. Diezelfde stadsmuur werd getest tijdens de Derde Brits-Nederlandse Oorlog in 1672, toen de stad hevig werd aangevallen door de bisschop van Münster, Bernhard von Galen. De stadsmuren hielden stand, een evenement dat wordt gevierd met muziek en vuurwerk op 28 augustus, "Gronings Ontzet” of “Bommen Berend”.
De stad ontsnapte niet aan de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog. In het bijzonder werd het centrale plein, de Grote Markt, grotendeels verwoest in april 1945, bij de Slag om Groningen. De Martinitoren, de kerk, het Goudkantoor en het stadhuis werden niet beschadigd. De strijd duurde maar een paar dagen.