Sint-Agneskerk Amsterdam

Website van de parochie van de H. Jozef, patroon van de H. Kerk, de Rooms-katholieke personele parochie voor de traditionele Latijnse liturgie bij de Agneskerk te Amsterdam

Vandaag in de Agneskerk

De kalender is bijgewerkt tot en met 30 juni 2017, onder voorbehoud van wijzigingen.

5 juni 2017

Maandag onder het Octaaf van Pinksteren

Epistel
Hand. 10, 34 en 42-48
In die dagen opende Petrus zijn mond en sprak: Mannen, broeders, ons heeft de Heer opdracht gegeven, om aan het volk te prediken en te getuigen, dat Hij het is, Die door God is aangesteld tot rechter van levenden en doden. Van Hem getuigen al de profeten, dat al degenen die in Hem geloven, door Zijn Naam vergiffenis van zonden verkrijgen. Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, daalde de Heilige Geest neer op allen, die naar de prediking luisterden. En de gelovigen uit de joden, die met Petrus waren meegekomen, stonden verbaasd, dat ook over de heidenen de genade van de Heilige Geest werd uitgestort; want zij hoorden hen in talen spreken en God verheerlijken. Toen nam Petrus weer het woord: Kan dan nog iemand het water tegenhouden, dat deze mensen niet gedoopt worden, die immers de Heilige Geest ontvangen hebben zoals wij? En hij gaf bevel hen te dopen in de Naam van de Heer Jezus Christus.

Sequentie
Daal op ons, o Heil'ge Geest,
zend van uit der heem'len feest
van Uw licht een enk'le straal.

Die der armen Vader zijt,
gaven voor de ziel bereidt,
Licht der harten, kom en daal.

Trooster als geen ander is,
Gast der zielen, zoet en fris
dauwt Gij over ons gemoed.

Bij de arbeid zoete rust,
Gij, Die onze vlammen blust
en de tranen drogen doet.

Zalig, overzalig Licht,
dat Uw dienaars troost en sticht,
vul ons hart ten boorde dan.

Buiten Uw gewijde kracht
is er in der mensen macht
niets dan wat ons schaden kan.

Zuiver dus wat is vermengd,
overstroom wat is verzengd,
heel wie 's lichaams kracht verloor;

buig wat ongebogen staat,
koester wat van kou vergaat,
leid wie bijster werd Uw spoor.

Wie Gij tot Uw dienaars telt,
wie op U vertrouwen stelt,
deel Uw zeven gaven mee.

Geef wat deugd verdiende aan loon,
geef ons Uw genadekroon,
de eeuwige vreugd van 's hemels stee.
Amen. Alleluja.

Evangelie
Joh. 3, 16-21
In die tijd sprak Jezus tot Nicodemus: Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij Zijn eengeboren Zoon gegeven heeft, opdat wie in Hem gelooft, niet zou verloren gaan, maar eeuwig leven zou hebben. Want God zond Zijn Zoon in de wereld niet om de wereld te veroordelen, maar opdat de wereld door Hem gered zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; maar wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet gelooft in de Naam van de eengeboren Zoon van God. Dit toch is het oordeel: Het Licht is in de wereld gekomen, maar de mensen hielden meer van de duisternis dan van het Licht; immers hun werken waren slecht. Want iedereen, die kwaad doet, heeft een afkeer van het licht, en hij treedt niet in het licht, opdat niet blijke, dat zijn werken verkeerd zijn. Maar wie handelt naar de waarheid, treedt in het licht, opdat moge blijken dat zijn werken in God gedaan zijn.

Overweging
In de Pinkstertijd spoort de Kerk ons aan volgzaam te zijn aan de inwerking van de Heilige Geest. Hij verlangt ernaar ons hart te doen branden van goddelijke liefde, opdat wij iedere dag met meer ijver voortgang maken in de deugd en zodoende heilig zijn, zoals ook onze Heer Jezus Christus en Zijn Vader in de hemel heilig zijn.

4 juni 2017

Hoogfeest van Pinksteren

Epistel
Hand. 2, 1-11
Toen de Pinksterdagen aanbraken, waren al de leerlingen op dezelfde plaats bijeen. En plotseling kwam er van de hemel een gedruis, als bij het opsteken van een hevige wind, en het vervulde geheel het huis, waar zij gezeten waren. En er verschenen hun tongen als van vuur, die uit elkander gingen en zich op ieder van hen nederzetten. En allen werden zij vervuld van de Heilige Geest, en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naar gelang de Heilige Geest hun te spreken gaf. Nu waren er in Jeruzalem joden woonachtig, godvruchtige mannen uit alle volken, die er onder de hemel zijn. Toen nu dat geluid ontstond, liep de menigte te zamen, en men stond versteld, omdat een ieder hen in zijn eigen taal hoorde spreken. Allen waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: Ziet, zijn allen, die daar spreken, geen Galileërs? Hoe horen wij dan ieder de taal van ons geboorteland: Parthen en Meden en Elamieten, en bewoners van Mesopotamië, Judeau en Cappadocië, van Pontus en Azië, van Phrygië en Pamphylië, van Egypte en het gebied van Lybië bij Cyrene, alsook de Romeinen, die hier zijn, zowel joden als Proselieten, Cretenzers en Arabieren - wij horen hen in onze eigen taal verkondigen de grote werken van God.

Sequentie
Daal op ons, o Heil'ge Geest,
zend van uit der heem'len feest
van Uw licht een enk'le straal.

Die der armen Vader zijt,
gaven voor de ziel bereidt,
Licht der harten, kom en daal.

Trooster als geen ander is,
Gast der zielen, zoet en fris
dauwt Gij over ons gemoed.

Bij de arbeid zoete rust,
Gij, Die onze vlammen blust
en de tranen drogen doet.

Zalig, overzalig Licht,
dat Uw dienaars troost en sticht,
vul ons hart ten boorde dan.

Buiten Uw gewijde kracht
is er in der mensen macht
niets dan wat ons schaden kan.

Zuiver dus wat is vermengd,
overstroom wat is verzengd,
heel wie 's lichaams kracht verloor;

buig wat ongebogen staat,
koester wat van kou vergaat,
leid wie bijster werd Uw spoor.

Wie Gij tot Uw dienaars telt,
wie op U vertrouwen stelt,
deel Uw zeven gaven mee.

Geef wat deugd verdiende aan loon,
geef ons Uw genadekroon,
de eeuwige vreugd van 's hemels stee.
Amen. Alleluja.

Evangelie
Joh. 14, 23-31
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Zo iemand Mij bemint, zal hij Mijn woord onderhouden, en Mijn Vader zal hem beminnen, en Wij zullen tot hem komen en Ons verblijf bij hem nemen. Wie Mij niet bemint, onderhoudt Mijn woorden niet. En het woord, dat gij gehoord hebt, is niet van Mij, maar van Hem, Die Mij gezonden heeft, van de Vader. Ik heb u daarover gesproken, zolang Ik bij u was; maar de Helper, de Heilige Geest, Die de Vader zal zenden in Mijn Naam, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen, wat Ik u gezegd heb. Vrede laat Ik u achter; mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld geeft, geef Ik u. Laat uw hart niet ontsteld worden, noch vrezen. Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga wel heen, maar Ik kom weer tot u terug. Als gij Mij liefhad, zoudt gij veeleer blij zijn, dat Ik naar de Vader ga; want de Vader is groter dan Ik. En nu heb Ik het u gezegd, vóórdat het gebeurt, opdat gij, wanneer het gebeurt, zoudt geloven. Ik zal niet veel meer met u spreken, want de vorst dezer wereld is op komst. Wel heeft hij over Mij geen macht. Maar de wereld moet inzien, dat Ik de Vader bemin en zó doe, als de Vader Mij heeft opgedragen.

Overweging
De Heilige Geest daalde over de apostelen neer onder geruis als van een hevige windvlaag. Vurige tongen vertoonden zich en zetten zich neer boven ieder van de aanwezigen. Deze neerdaling van de Heilige Geest over de apostelen was de plechtige openbaring waardoor God aan alle volken en alle tijden toonde, dat Hij het werk van Jezus Christus, dus de stichting van de Kerk, bekrachtigde. De neerdaling - met de wonderbare verschijnselen die haar begeleidden - was het zegel van de goddelijke almacht, dat de Kerk aanwees als een instelling van goddelijke oorsprong waardoor de Heilige Geest de mensen tot hun eindbestemming zou brengen langs de weg van de genade en de waarheid. De Geest daalt neer door tongen van vuur over de apostelen als een teken dat de Kerk de waarheid spreekt en dat deze waarheid alles verteert wat tegen haar gericht is, zoals vuur alles verteert dat kan branden.

Het geheim van het Pinksterfeest, namelijk dat de kracht, de moed en het weten wat te doen van boven komt doordat de Heilige Geest dit alles mededeelt, heeft de apostelen en hun optreden radicaal veranderd. Dit geheim, dat de apostelen ten deel is gevallen, moge ons helpen om de juiste houding in te nemen, de houding die een christenmens waardig is. Een christenmens weet namelijk door de mond van de Kerk, die op de apostelen is gebouwd en die door de Heilige Geest wordt geleid, wat hij moet doen om de stem van de Heilige Geest, Die ons tot heiligheid roept en wil voeren, te beantwoorden.

Na het Pinksterwonder treden de apostelen de wereld in, niet om deel van de wereld te zijn maar om deze te veranderen. Hun optreden zal hun lijden, vervolging en uiteindelijk de dood brengen, maar als ware dienaren Gods volharden zij tot het zoete eind, waar zij deelachtig zullen worden aan het lijden van onze bevrijder, Jezus Christus. Sinds de tijd van de apostelen is hun lot ook het lot van de Kerk geweest. Ook de Kerk deelt in het lijden van Christus, in haar strijd om de zielen uit de hand van de duivel te bevrijden. Bij de neerdaling van de tongen van vuur was de Kerk, die door de apostelen zou worden gedragen, reeds onder hen aanwezig, in de persoon van de heilige maagd Maria, Moeder van de Kerk, en Bruid van de Heilige Geest.

Wij mogen ons, als kinderen van God, niet in de war laten brengen. Blijven wij dan ook luisteren naar de stem van de Heiligmaker Die door de Kerk tot ons spreekt. En sluiten wij onze oren voor het geruis van de wereld die ons die zaligheid wil ontnemen. Moge de Heilige Geest ons daartoe verlichten.

3 juni 2017

Vigilie van Pinksteren

De jaarkring brengt ons in zijn keer
de allerschoonste vreugde weer,
als weer de Geest des Heren wordt
op Zijn discipelen uitgestort.

Vlammen die op hun hoofden staan,
nemen de vorm van tongen aan,
opdat zij rijk aan woorden zijn
en vol van liefde, sterk en rein.

Juist vijftig dagen na het feest
van Pasen kwam de Heilige Geest,
de spanne tijds van ouds gesteld,
waarop de wet der vrijheid geldt.

Wij buigen ons ootmoedig neer,
en bidden U, getrouwe Heer,
geef dat vandaag ook ons doorstraalt
de Geest Die van de hemel daalt.

Aan God de Vader zij de eer
en aan de opgestane Heer
en aan de Geest Die troost en leidt
van eeuwigheid tot eeuwigheid.

2 juni 2017

Van de pastoor: Pinksteren

Beminde gelovigen,

Begin juni vieren wij het hoogfeest van Pinksteren, het feit dat op de apostelen te Jeruzalem de Heilige Geest neerdaalde Die hen bekrachtigde in hun prediking, waarop onmiddellijk 5.000 mannen zich bekeerden.

De Heilige Geest is op dezelfde wijze neergedaald op ieder van ons – in het heilig Vormsel – waardoor wij bekrachtigd zijn in onze dienst aan God, om trouw te blijven aan de belofte van ons doopsel namelijk om een dienaar van God te zijn, iemand die Zijn heilige Wil voltrekt, en daardoor met de heiligheid van ons doopsel na een voltooid leven op deze aarde het hemels Vaderland te kunnen ingaan. De bijstand van de Heilige Geest is daarbij niet alleen bevorderlijk maar absoluut noodzakelijk.

Deze woorden zijn niet alleen maar theorie; ze zouden voor ieder van ons werkelijkheid moeten zijn, want het is de werkelijkheid van de Kerk, het volk Gods op weg naar zijn Schepper en Redder. Wie er anders over denkt, neemt zijn christen-zijn niet serieus en zal waarschijnlijk zijn eeuwige bestemming niet bereiken.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor

1 juni 2017

Informatiebulletin voor de maand juni is verschenen

Het Informatiebulletin van de Sint-Jozefparochie bij de Agneskerk voor de maand juni is verschenen. Hierin onder meer aandacht voor de LKZ-bedevaart naar Tancrémont en Banneux, Pinksteren, een lezing over Syrische christenen, Sacramentsdag, en de lezing voor de Sint-Nicolaasacademie.

Het bulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin juni' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.

Informatiebulletin juni 2017

31 mei 2017

31 mei: Heilige maagd Maria, Koningin, feest

Het feest van de heilige maagd Maria, Koningin van hemel en aarde, is ingevoerd met de encycliek Ad Caeli Reginam in het jubeljaar 1953-1954 door paus Pius XII. Het is tevens een eretitel van Maria. De naam van dit feest correspondeert ook met het vijfde glorievolle geheim van de heilige Rozenkrans.

'Ad Caeli Reginam' (Nederlands: Tot de Koningin des Hemels) is een encycliek van paus Pius XII, uitgevaardigd op 11 oktober 1954, waarmee de paus de liturgische gedachtenis van Maria Koningin instelde. De paus bepaalde de feestdag op 31 mei, de laatste dag van de Mariamaand. De encycliek vormde het leerstellig hoogtepunt van het Mariajaar, dat Pius een jaar eerder (met de encycliek Fulgens Corona) had ingesteld, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de afkondiging van het dogma fidei van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, in 1854, door paus Pius IX (met de pauselijke bul Ineffabilis Deus).

De encycliek is een belangrijk document in de Mariologie van paus Pius XII. Vier jaar eerder had de paus het dogma van Maria Tenhemelopneming afgekondigd, met de apostolische constitutie Munificentissimus Deus.

De belangrijkste grondslag voor het Koninginschap van Maria vond de paus in het Evangelie volgens Lucas (Lc. 1, 32-33), waar over Jezus geschreven staat: Zoon van de Allerhoogste zal Hij genoemd worden, en God de Heer zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal koning zijn over het huis van Jacob in eeuwigheid, en aan Zijn koningschap zal geen einde komen. Hieruit kan men volgens de paus gemakkelijk afleiden dat Maria zelf ook koningin is, want Jezus was - al met Zijn ontvangenis - als mens Koning en Heer van alles. In dit verband haalt de paus ook Johannes Damascenus aan, die geschreven heeft: Naar waarheid is zij (Maria) de Meesteres van de gehele schepping geworden, toen zij Moeder werd van de Schepper. Een tweede grondslag voor het koningschap van Maria, vindt de paus in haar aandeel in de verlossing van de mensen. Doordat zij ons haar Zoon geschonken heeft, tot verlossing van alle zonden, heeft zij deel aan het verlossingswerk van haar Zoon, en dus aan Zijn koningschap, dat door paus Pius XI, in 1925 werd afgekondigd met de encycliek Quas Primas.

Ter ondersteuning van het koningschap van Maria, haalt de paus - eerder in de encycliek - een groot aantal oudere schrijvers aan die Maria als Koningin, of Meesteres hebben genoemd. Al deze vroegere getuigenissen, werden - volgens de paus - samengevat door de Heilige Alfonsus van Liguori, toen hij schreef: Omdat de Maagd Maria zo hoog in waardigheid is verheven dat zij de Moeder van de Koning der koningen zou zijn, daarom heeft de Kerk haar volkomen terecht met de titel van Koningin onderscheiden.

De paus verwijst ook naar de traditie van de liturgie, waarin Maria al heel lang als koningin wordt vereerd. Zo noemt hij de Gregoriaanse hymne Salve Regina, en de antifonen Ave Regina caelorum en Regina caeli, laetare. Ook in de Litanie van Loreto wordt Maria al lang als Koningin aangeroepen. Het is daarom dat de paus met deze encycliek geen nieuwe geloofwaarheid aan het christenvolk wil voorhouden, aangezien in feite de grond en de redenen waarop de koninklijke waardigheid van Maria steunt, reeds te allen tijde overduidelijk zijn uitgedrukt en gevonden worden in de van oudsher overgeleverde documenten van de Kerk en in de boeken van de heilige liturgie.

28 mei 2017

Zondag na de hemelvaart van de Heer


Epistel
1 Petr. 4, 7-11
Veelgeliefden, weest verstandig, en blijft waakzaam in het bidden. Maar vóór alles moet gij elkaar wederkerig een duurzame liefde toedragen; want de liefde bedekt een menigte van zonden. Weest gastvrij jegens elkander, zonder te klagen. Laat iedereen de genadegaven, zoals hij die heeft ontvangen, ook gebruiken tot elkanders nut, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God. Als iemand spreekt, laat het dan zijn als het woord van God; als iemand een ambt uitoefent, laat hij dat doen als uit de kracht, die God verleent; opdat in alles eer gegeven worde aan God door Jezus Christus, onze Heer.

Evangelie
Joh. 15, 26-27 en 16, 1-4
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Wanneer de Helper komt, Die Ik u zal zenden van de Vader, de Geest der waarheid, Die van de Vader voortkomt, dan zal Hij van Mij getuigen; en ook gij zult getuigen, omdat gij van het begin af met Mij zijt. Ik heb over deze dingen tot u gesproken, om te voorkomen, dat gij geërgerd wordt. Men zal u buiten de synagogen sluiten; het uur komt zelfs, dat iemand, die u het leven ontneemt, zal menen een dienst te bewijzen aan God. En zij zullen u dit aandoen, omdat zij noch de Vader kennen, noch Mij. Maar Ik heb u dit alles voorzegd, opdat gij, als het uur daarvan komt, u zult herinneren, dat Ik het u gezegd heb.

Overweging
Christus heeft – vóór Zijn heengaan naar de Vader – aan de apostelen de komst van de Heilige Geest beloofd. Hij zou hun elke waarheid leren, Hij zou met hen en in hen zijn. Dit is de belofte die Christus aan Zijn apostelen geeft en daardoor ook aan de bisschoppen en priesters die hen opvolgen. Maar daarmee houdt de belofte van de komst van de Heilige Geest niet op, want de Heilige Geest zal ook de Kerk van Christus besturen en bewaren, en Hij zal ons allen leiding geven en bewaren. Juist in die mate waarin wij ons aan Hem overgeven, zal Hij ons heiligen. Wij zien dus dat de uitstorting van de Heilige Geest beloofd is aan de gehele Kerk van God, ook al is deze uitstorting verschillend naar stand en roeping.

Wat op aarde gebeurde, onmiddellijk na de hemelvaart van Jezus, was de vervulling van Zijn laatste wens, namelijk dat de apostelen en Zijn heilige Moeder eensgezind bleven in het gebed om de Heilige Geest af te roepen. Zij zetten als het ware het gebed van Christus op aarde voort door de Heilige Geest. En zo verenigt tot op heden het gebed van de Kerk zich met het gebed van Christus in de hemel.

26 mei 2017

26 mei: Heilige Philippus Neri, belijder

Barones Dona Pompilia de Rossi heeft zojuist de communie ontvangen en wéér maakt zij aanstalten om de kerk uit te lopen. Verdrietig om zoveel gebrek aan eerbied zet de priester spontaan de ciborie op het altaar, rent naar de sacristie en duwt de misdienaars die klaar staan voor de volgende Mis brandende kaarsen in de handen: “Ren en ga naast de barones lopen.”
De vrouw weet niet wat haar overkomt als de misdienaars niet van haar zijde wijken. Geërgerd loopt zij met haar ‘schaduwen’ terug naar de kerk, waar de priester buiten wacht. Woest vraagt zij wat dit heeft te betekenen, waarop Philip Neri zegt: “De Kerk vraagt dat wanneer het Allerheiligste over straat wordt gedragen, Het met brandende kaarsen wordt begeleid. De misdienaars zullen u door de straten van de stad begeleiden totdat u thuis bent.” Verhit loopt Dona Pompilia terug de kerk in. Nooit meer zal zij die voortijdig verlaten.

Philippus Neri was in 1533, 18 jaar oud, van Florence naar Rome vertrokken. Kort daarvoor heeft hij afstand gedaan van een erfenis en zo komt hij berooid aan in de zogenoemde Heilige Stad, waar heiligheid soms ver te zoeken is. Hij geeft les in ruil voor een zolderkamertje en eten. Philip is opgewekt en recht door zee en zijn lessen, waarin humor en heiligheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, worden door steeds meer jongeren bijgewoond. Hij bezoekt armen en zieken, organiseert pelgrimsreizen naar de zeven hoofdkerken van Rome en bedelt geld bijeen voor hen die dit niet kunnen betalen.

Op aandringen van zijn biechtvader wordt hij priester en creëert hij plaatsen van gebed, meditatie, muziek en voordrachten, voorlopers van de latere oratoria.

Bisschoppen, kardinalen en pausen komen bij hem om raad. Als paus Gregorius XIV hem de kardinaalshoed stuurt, dan stuurt Philippus die per kerende post terug.

Op 26 mei 1595 verzamelt Philip zijn leerlingen om hem heen. Zittend in zijn bed geeft hij na tachtig jaar het leven aan zijn Heer terug.

Op 12 maart 1622 wordt Philippus Neri heilig verklaard, tegelijk met zijn vriend Ignatius van Loyola, Franciscus Xaverius en Teresia van Avila.

25 mei 2017

Hemelvaart van onze Heer Jezus Christus, hoogfeest

Mozaïek van de hemelvaart van Jezus Christus in de Basilica di San Marco in Venetië.

Epistel
Hand. 1, 1-11
Mijn eerste boek heb ik geschreven, Theophilus, over al hetgeen Jezus heeft gedaan en geleerd van het begin af tot op de dag, dat Hij werd opgenomen, na door de Heilige Geest Zijn bevelen te hebben gegeven aan de apostelen, die Hij had uitgekozen. Aan hen ook heeft Hij na Zijn lijden door vele bewijzen getoond, dat Hij weer leefde, doordat Hij gedurende veertig dagen aan hen verscheen, en dan sprak over het rijk Gods. En terwijl Hij eens met hen maaltijd hield, beval Hij hen niet weg te gaan van Jeruzalem, maar de belofte van de Vader af te wachten, waarover gij - zo zei Hij - Mij hebt horen spreken; want Johannes doopte wel met water, maar gij zult gedoopt worden met Heilige Geest binnen enkele dagen. Daarom stelden de aanwezigen Hem de vraag: Heer, is dat de tijd, waarop Gij voor Israël het koninkrijk zult herstellen? Maar Hij gaf hun ten antwoord: Het komt u niet toe tijd en uur te kennen, die de Vader in Zijn macht heeft vastgesteld; maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest, Die over u zal komen, en gij zult Mij tot getuigen zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en in Samaria, ja tot aan het einde der aarde. En toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen opgeheven, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En terwijl zij Hem nog ten hemel nastaarden, stonden er opeens twee mannen bij hen in witte klederen; en deze zeiden: Mannen van Galilea, wat staat gij toch naar de hemel op te zien? Deze Jezus, Die van u ten hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem hebt zien opstijgen ten hemel.

Evangelie
Mc. 16, 14-20
In die tijd verscheen Jezus aan de elf leerlingen, terwijl zij aan tafel waren. En Hij berispte hen over hun ongelovigheid en verstoktheid van hart, omdat zij geen geloof geschonken hadden aan hen, die Hem na Zijn verrijzenis gezien hadden. Ook sprak Hij nog tot hen: Gaat uit over de gehele wereld, en verkondigt het Evangelie aan alle schepselen. Wie gelooft en zich laat dopen, zal zalig worden; maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. En de volgende wondertekenen zullen hen, die geloven, vergezellen: In Mijn Naam zullen zij duivels uitdrijven, vreemde talen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen; en al drinken zij dodelijk gif, het zal hun niet schaden; zieken zullen zij de handen opleggen en deze zullen genezen. Na aldus tot hen gesproken te hebben, is de Heer Jezus ten hemel opgenomen en zetelt Hij aan de rechterhand van God. Zij nu gingen uit en predikten overal, terwijl de Heer meewerkte en de prediking bekrachtigde door de wonderen, die er mee gepaard gingen.

Overweging
De vrucht van het mysterie dat wij vandaag vieren wordt heel duidelijk uitgedrukt in de oratie van de heilige Mis van vandaag: “Dat wij, die geloven dat Uw Eniggeboren Zoon, onze Verlosser, vandaag ten hemel is opgestegen, ook zelf met de geest in de hemel verwijlen”. Mente in caelestibus habitemus. Dat wij, terwijl wij nog op aarde verblijven, onze verheerlijkte Verlosser in de geest naar de hemel volgen en daar een geestelijke woning kiezen.

De bedoeling van de Kerk is niet een vluchtige gedachte aan de hemelse dingen te midden van onze aardse bezigheden, die toch voortdurend onze volle aandacht eisen, maar een vaste overtuiging dat wij niet van deze wereld zijn. Dat onze toekomst van een andere aard is. Het doel van ons christelijk leven ligt niet op deze aarde, maar in de hemel. Ons aardse leven is een pelgrimstocht naar de hemel, mits wij de weg van Christus gaan, in Zijn voetsporen treden en leven volgens Zijn woord. De Kerk neemt ons vandaag dus bij de hand en richt onze ogen en harten omhoog. Daar is ons vaderland en onze woning, daar is ons ware leven ‘met Christus verborgen in God’.

24 mei 2017

Vigilie van de Hemelvaart van de Heer

Verheven Vorst der eeuwigheid,
Gij Die Uw kinderen bevrijdt,
de zege is aan U, o Heer,
de dood ligt aan Uw voeten neer.

Gij stijgt omhoog in het heelal,
waar U de Vader noden zal
te zitten aan Zijn rechterhand,
te heersen over zee en land.

Al wat er in de hemel leeft,
wat op de aarde woning heeft,
de diepte der verborgenheid,
het buigt zich voor Uw Majesteit.

U, Jezus, zij de heerlijkheid,
Die stralend opgevaren zijt,
met Vader en met Geest tezaam
zij eeuwig lof Uw grote Naam.