OVER ONS / ABOUT US:

175144_481028541930714_606703022_o
Kamp Osdorp, najaar 2012


WIJ ZIJN HIER / WE ARE HERE

NL: Wij Zijn Hier is een groep vluchtelingen in Amsterdam die vanuit de Nederlandse overheid geen onderdak krijgt maar ook niet mag werken en dus op straat zou moeten leven. De groep heeft besloten de onmenselijke situatie waarin zij leven zichtbaar te maken, door zich niet meer te verschuilen maar juist de situatie van afgewezen maar onuitzetbare vluchtelingen in Nederland aan de kaak te stellen. Dankzij de kracht van de vluchtelingen en de hulp van vele supporters, bestaat de groep al zo’n vier jaar. Op deze website kun je kennis maken met de groep: lees bijvoorbeeld informatie over het asielgat; de basis van het probleem. Of ervaar de hoogtepunten (en dieptepunten…) van de jaren Wij Zijn Hier onder Wij Waren Hier. Onder nieuws posten wij persberichten of belangrijke aankondigingen of verslagen. Veel meer updates zijn te vinden op onze Facebook pagina: Facebook.com\WijZijnHier. Natuurlijk kun je de groep ook zelf ontmoeten. Onder Contact vind je hoe.

ENG: We Are Here is a group of refugees in Amsterdam that does not get any housing provided by the government but also is not allowed to work and therefore should live on the street. The group decided to make the inhumane situation that they have to live in visible, by no longer hiding, but showing the situation of refugees that are out of procedure in The Netherlands. Thanks to the power of the refugees and the help of many supporters, the group exists already for around four years. On this website you can meet the group: read for example information about the asylumgap; the base of the problem. Or experience the highlights (and low points…) of the years of We Are Here under We Were Here (in English!). In News we post press releases or important announcement or reports. Many more updates can be found on our Facebook page: Facebook.com\WijZijnHier. Of course you can also meet the group in person. Under Contact you can read how.

– – – – – –

812536_528334367200131_1315915035_o
Dakloos op straat in de kou en regen na de ontruiming van kamp Osdorp, najaar 2012

Je leven on hold

Je vlucht, omdat je leven in gevaar is. Je laat alles wat je dierbaar is achter. Het is een lange, zware en levensgevaarlijke tocht. Maar uiteindelijk kom je aan in Nederland. Je bent blij, want je hebt gehoord dat Nederland altijd landen er op aanspreekt mensenrechten te respecteren. Eindelijk ben je veilig. Je hebt veel verloren. Maar hier ga je een nieuwe toekomst opbouwen.

Je wordt geïnterviewd. Je bent moe, hebt last van trauma’s van alles wat je hebt meegemaakt en je bent bang. Wat moet je zeggen tegen die mevrouw aan de andere kant van de tafel? In je land wordt je vervolgd; je bent altijd heel voorzichtig met wat je zegt. Sommige dingen kun je niet zeggen, want dan ben je je leven niet zeker. Kan dat nu wel? Toch vertel je haar wat je hebt meegemaakt. Alles komt weer boven. Ze vraagt je waar je vandaan komt en schuift je een kaart onder je neus. Of je je dorp kunt aanwijzen. Maar je hebt nog nooit eerder een plattegrond gezien. Ze vraagt je bewijs van je reis, maar de mensensmokkelaars hebben je nooit kaartjes gegeven. Ze vraagt ook heel veel data. Je raakt in de war. In de vrachtwagen was het donker. Hoe lang zat je daar? Een dag? Twee? Drie? Een week?
De mevrouw zegt tegen de tolk dat het allemaal niet kan kloppen. Je realiseert je plots dat ze in Nederland een andere jaartelling gebruiken dan in je eigen land.

Dan moet je wachten. Je krijgt een bed in een asielzoekerscentrum (AZC). Daar ontmoet je wat mensen en je begint voorzichtig weer te denken aan je toekomst. Je wilde een opleiding gaan doen – je had allerlei plannen gemaakt voor je leven. Misschien kun je die nu weer gaan oppakken. Maar voorlopig wacht je alleen maar.

Na een tijdje krijg je bericht. Helaas meneer, je asielaanvraag is afgewezen. Je begrijpt het niet – je hebt toch alles verteld? Ja, je hebt je verhaal wel verteld, maar je kunt het niet bewijzen. Hoe moet je dat dan bewijzen? Dat weet de mevrouw van het AZC niet. Waar moet je dan naar toe? Dat weet de mevrouw ook niet. Je krijgt een treinkaartje. Daarmee mag je zelf kiezen waar je naar toe gaat. Het is de hele dag geldig.

Met je koffer stap je in de trein. De komende tijd zwerf je over straat. Je denkt nog eens na over je leven. Nu je hier niet kunt blijven, moet je andere plannen maken. Maar het is moeilijk om daar over na te denken, want je bent eigenlijk alleen bezig met proberen aan eten te komen. Je komt er ook achter dat er niet echt andere opties zijn. Immers, je kunt niet terug naar waar je vandaan komt. Je bent blij dat je daar levend weg bent gekomen. Maar vanwege de Europese afspraken kun je ook niet naar een buurland gaan, omdat je vingerafdruk in Nederland staat. Je begrijpt het niet meer. Hoe zat dat nou met die mensenrechten in Nederland? Je bent toch ook een mens? Waarom word je dan behandeld alsof je geen mens bent? Of een soort crimineel? Je wilt alleen maar veiligheid.

Je neemt contact op met iemand die je in het AZC hebt leren kennen en die inmiddels een verblijfsvergunning heeft. Je mag in zijn huis komen slapen. Na een tijdje voel je je te veel. Je ziet dat hij veel problemen heeft en jou ook niet kan onderhouden. Je wilt je niet aan iemand opdringen en pakt je tas. Terug naar de straat.

Je loopt rond, slaapt op een bankje in het park. Soms praat je met mensen en vertel je je hun verhaal. Als je geluk hebt bieden ze je wat te eten aan of wat geld of soms een douche. Gelukkig zijn er goede mensen in Nederland. Maar zelf voel je je steeds minder mens. Je gaat naar een moskee en na het gebed verstop je je. Als iedereen weg is, zoek je een plekje om te slapen. Je droomt. Je droomt over alles wat je hebt meegemaakt en beseft dat je zo niet verder kunt.

De volgende dag bel je de kennis uit het AZC weer op. Je mag weer komen slapen. Je stapt in de trein. Geld voor een kaartje heb je natuurlijk niet. Tot je grote schrik zie je controle. Ze praten druk met elkaar en aan de telefoon. Je wordt meegenomen. Je hebt geen kaartje, maar ook geen geldige papieren. ‘Je bent illegaal’. Je wordt in een afgesloten busje naar een detentiecentrum gebracht. Je ziet de enorme muren en het prikkeldraad. Je had nooit in je leven gedacht dat je hier ooit binnen zou komen. Je wordt opgesloten. ’s Nachts huil je. Maar je troost jezelf: de mensen zullen het wel begrijpen als je het hebt uitgelegd. Je hoort hier niet. Je bent alleen maar naar Nederland gekomen om veiligheid te zoeken.

Maar de volgende nacht slaap je weer in de cel. En de nacht erna weer. En de week erna nog. Het lijkt net alsof je niet meer bestaat. Niemand weet dat je nog bestaat. Behalve de bewakers. En de andere vluchtelingen die hier zitten opgesloten. De dagen tikken voorbij en je ziet je leven wegspoelen als door een doucheputje. Je had allerlei plannen voor de toekomst. Mooie en blije plannen. Een eigen zaakje. Uiteindelijk een familie. Maar nu heb je niks.

Je bent ook bang. Want de mensen in de gevangenis vertellen je dat ze je terug gaan sturen naar je land. De eerste keer dat ze dat zeiden, raakte je in paniek. Je begon je te schreeuwen: ik kan niet terug! Ik ben daar niet veilig! Maar toen zetten ze je in een isolatiecel. Je wil nooit meer in een isolatiecel. Het is nog erger dan ‘gewoon’ opgesloten zitten. Dus de tweede keer knik je. ’s Nachts heb je nachtmerries. Overdag probeer je zo veel als mogelijk te ‘leven’.

Na 9 maanden krijg je bericht van je advocaat. De mensen die met je praatten hebben geprobeerd je terug te sturen naar je land, maar het is niet gelukt. De ambassade weigert de benodigde papieren af te geven. Een zucht van verlichting. Eindelijk! Eindelijk is alles duidelijk. Een kleine tinteling gaat door je heen – nu kan ik eindelijk weer aan mijn toekomst gaan denken. Een bewaker komt binnen: ‘tas inpakken, je moet weg’. Moet weg, denk je; mag weg zul je bedoelen! Je denkt even dat ze een grapje maken als ze je het bekende treinkaartje in je handen duwen. Waar moet ik dan heen, vraag je. Dat weet de meneer niet.

Je besluit dit keer naar Amsterdam te gaan. Daar ontmoet je andere mensen die in dezelfde situatie zitten als jij. Je bent enigszins opgelucht dat je niet de enige bent. Tot nu toe heb je je altijd zoveel mogelijk verstopt, omdat je bang was. Deze mensen verstoppen zich echter niet. Je denkt hierover na: verstoppen heeft je al deze tijd niks opgeleverd. Misschien is het dan beter om de mensen te vertellen over je situatie. Als mensen je verhaal horen, zullen ze je wel begrijpen en dan zal er wel wat veranderen. Je hoort dat een heleboel van deze mensen met hulp van supporters bewijs hebben kunnen verzamelen en hebben kunnen aantonen recht te hebben op een verblijfsvergunning – een recht dat hen jarenlang onthouden is. Maar het proces is heel moeilijk. Je moet dan eerst contact met je familie krijgen en dat heb je niet. En als je contact vindt met iemand, moet die papieren voor jou opvragen, maar dat kan hem in groot gevaar brengen. Wil je anderen van wie je houdt in gevaar brengen voor jezelf?

Samen met de andere mensen van de groep probeer je duidelijk te maken dat er iets heel erg niet klopt in het Nederlandse asielbeleid. Je praat met media. Je praat met politici. Je praat met allerlei mensen. Je merkt dat het wel zin heeft. Want steeds meer mensen zijn het met je eens. Zelfs de Europese raad. Die zegt dat Nederland zich niet aan afspraken over mensenrechten houdt. En allerlei rechters zeggen dat ook. Je bent blij, maar je durft eigenlijk niet meer blij te zijn. Je bent al zo vaak teleurgesteld! Maar nu kan het toch niet meer? Nu is het toch zo duidelijk?

Tot je grote verbazing komt ook dit keer de gemeente met een totaal onzinnig plan. Je mag in een nachtopvang slapen. En je moet dan heel dankbaar zijn dat je dit aangeboden wordt. Overdag moet je weer op straat zwerven met je tasje. Mag je nog steeds niet werken. Heb je geen geld om eten te kopen. Kun je niet naar het toilet. Kun je niet leven. Je voelt je totaal niet serieus genomen.

Maar je begrijpt het ook niet. Je begrijpt ook echt niet dat er mensen zijn die dit werkelijk een acceptabele oplossing vinden. Wie kan er nou overdag op straat leven en vanaf daar aan een toekomst werken? Snappen mensen dan niet dat je helemaal niet op zoek bent naar een bad en een bed maar dat je gewoon wil leven net als iedereen? Dat je je nuttig wil maken in de maatschappij. Dat je ergens thuis wil komen ’s avonds met het gevoel iets gedaan te hebben. Dat je je eigen brood wilt verdienen. Dat het helemaal niet gaat om opvang maar om menselijke waardigheid.

Dit is het verhaal van Wij Zijn Hier. Niet zozeer van een bepaalde persoon, maar de genoemde scenario’s hebben de vluchtelingen verteld en alle mensen uit de groep hebben een vergelijkbaar verhaal. En dit gebeurt echt. Dit gebeurt in Nederland.

En toch bieden deze mensen je nog steeds een kopje thee aan als je langs komt.
Maak ook kennis! De groep verblijft (steeds tijdelijk) op verschillende locaties in de stad. Zie Contact om ze te vinden.
10262106_970020656364831_4645339685298995854_ntenten_nieuws_2
– Tijdelijk onderdak in de Vluchtloods na de zoveelste ontruiming
– Wij Zijn Hier landelijk nieuws met tentenkamp tijdens kabinetscrisis over BBB