Water
Water (H2O; aqua of aq.; zelden diwaterstofoxide of oxidaan[1]) is de chemische verbinding van twee waterstofatomen en een zuurstofatoom. Water komt in de natuur voor in de drie verschillende hoofdfasen: als vloeistof, als vaste stof en als gas. Bij kamertemperatuur is water een vloeistof zonder specifieke kleur en geur. Al het leven op aarde bestaat grotendeels uit en is afhankelijk van water. Water bedekt 71% van het aardoppervlak.
Inhoud
Oorsprong van water op Aarde
Naar de huidige stand van de wetenschap stamt het water op aarde uit de volgende bronnen:
- Een deel van het aardse water is vrijgekomen door het uitgassen van magma, afkomstig uit het binnenste van de Aarde (geochemische oorsprong).
- Een andere factor die voor water op Aarde zorgde was de inslag van kometen, transneptunische objecten of waterrijke planetoïden (protoplaneten) die van buiten de planetoïdengordels op de Aarde terechtkwamen (astrochemische oorsprong).
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestanden
Water kan in drie hoofdfasen of aggregatietoestanden bestaan: ijs, vloeibaar water en waterdamp. Ofwel: vaste stof, vloeistof en gas. De temperatuurschaal van Celsius is gebaseerd op de overgang tussen deze toestanden: ijs smelt (wordt vloeibaar) bij 0 °C en water kookt Bij 100 °C (bij normale atmosferische druk) en bij 1000 hPa 99,97 °C. Water kan zowel vanuit vaste stof als vloeistof verdampen. Als water verdampt vanuit vaste stof (ijs) heet dat sublimeren. Ook omgekeerd kan waterdamp overgaan tot de vloeibare toestand, dit noemt men condenseren, en overgaan tot de vaste toestand, dit noemt men rijpvorming. Het kook- en ook het smeltpunt is afhankelijk van de druk: het kookpunt ligt lager bij lagere druk en het smeltpunt ligt lager bij hogere druk. Dat het kookpunt bij lagere druk lager ligt betekent dat de aardappelen niet gaar worden als ze op de top van de Mount Everest worden gekookt. De vaste toestand van water kent overigens ten minste elf verschillende ijsfasen, optredend bij verschillende drukken en temperaturen, elk met hun eigen kristalstructuur.[2] Het fasediagram van water is buitengewoon ingewikkeld.
Er is ook een toestand waarbij ijs, vloeibaar water en waterdamp tegelijk voorkomen. Dit heet het tripelpunt van water, dat optreedt bij een bepaalde druk en temperatuur (0,01 °C).
Bij normale atmosferische druk kunnen ook "oververhit water" en "onderkoeld water" voorkomen. Dat is water dat respectievelijk warmer dan 100 °C of kouder dan 0 °C is, maar nog steeds in de vloeistoffase is. Dit komt onder andere voor als water verhit wordt in een zeer schoon en effen vat, bijvoorbeeld in een bekerglas, bij de geringste fysische verstoring begint het water te koken onder explosieve verschijnselen. Dit verschijnsel wordt kookvertraging genoemd. Onderkoeld water kan plotseling overgaan in de vaste toestand door bijvoorbeeld een trilling, er wordt dan zeer snel ijs gevormd.
Absorptie en verstrooiing
Schoon, vloeibaar water krijgt een blauwe kleur als gevolg van verschillen in absorptie en verstrooiing van blauw en rood licht: water absorbeert rood licht 100 maal meer dan blauw licht en verstrooit blauw licht 5 maal meer dan rood licht. De kleur wordt echter pas duidelijk zichtbaar als het water meer dan een paar decimeter diep is.
Dichtheid
Bij standaard atmosferische druk heeft water zijn grootste dichtheid (999,972 kg/m³) bij een temperatuur van circa 3,984 °C boven het smeltpunt. Hierdoor heeft water de uitzonderlijke eigenschap dat de vaste stof minder dicht is dan de vloeistof en dus op de vloeistof kan drijven; kouder water zet uit en warmer water ook. Daardoor bevriest een watermassa in de natuur van boven naar beneden. Het ijs isoleert daarbij het vloeibare water eronder. Dit effect speelt een grote rol bij het leven in sloot en plas. Mogelijk heeft deze eigenschap ook een grote rol gespeeld bij het ontstaan van leven op aarde, immers zowel diep onder extreem dikke ijslagen als diep onder warm oppervlaktewater kan zich vloeibaar water met een stabiele temperatuur van 4 °C bevinden.
Soortelijke warmte
Water heeft een buitengewoon grote soortelijke warmte; voor water in vloeibare vorm is dit 4186 joule per kilogram per kelvin. Dat wil zeggen dat er 4186 joule nodig is om een liter water een graad in temperatuur te doen stijgen. Hierdoor hebben systemen die veel water bevatten, zoals levende wezens, maar ook de aarde als geheel een relatief stabiele temperatuur. De matigende invloed van water op het klimaat is het sterkst in gebieden met een zeeklimaat.
Kringloop
Op aarde bestaat er een waterkringloop waarbij zeewater verdampt, in de atmosfeer condenseert en als neerslag weer terugvalt, waarna rivieren en grondwater het weer terugvoeren naar de zee. Zeewater wordt ook wel zout water genoemd omdat er vele zouten in opgelost zijn. Bij het verdampen van zeewater blijven de zouten achter in zee, waardoor neerslag geen zout bevat, dit noemt men zoet water. De overgang tussen zoet water en zout water, de tijnaad, is niet altijd even duidelijk (bijvoorbeeld in rivieren met getijden), deze mengeling van zoet en zout water noemt men brak water.
Op de aarde komt ongeveer 1.400.000.000 km³ water voor. Hiervan bevindt 97% zich als zout water in oceanen en zeeën. De rest is onderverdeeld in zoet en zout grondwater (23.300.000 km³), ijs (24.000.000 km³), oppervlaktewater (meren en rivieren, 190.000 km³) en waterdamp in de atmosfeer (14.000 km³). De verhoudingen variëren enigszins door verschillende factoren, waaronder het klimaat.
Water in de chemie
Water | ||||
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
Structuurformule van water | ||||
Molecuulmodel van water | ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule (uitleg) |
H2O | |||
IUPAC-naam | water | |||
Andere namen | oxidaan | |||
Molmassa | 18,01528 g/mol | |||
CAS-nummer | 7732-18-5 | |||
EG-nummer | 231-791-2 | |||
Beschrijving | Kleurloze vloeistof | |||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||
Verdrinking, Watervergiftiging en lawine (als sneeuw) | ||||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vloeibaar | |||
Kleur | kleurloos | |||
Dichtheid | 0,998 g/cm³ | |||
Smeltpunt | 0 °C | |||
Kookpunt | 100 (99,97°C) °C | |||
Goed oplosbaar in | Ethanol, methanol, azijnzuur, aceton, acetonitril | |||
Slecht oplosbaar in | Apolaire oplosmiddelen | |||
Viscositeit | 1,00 × 10-3 Pa·s | |||
Brekingsindex | 1,3330 (589 nm, 20 °C) | |||
Geometrie en kristalstructuur | ||||
Kristalstructuur | hexagonaal (zie ijs) | |||
Dipoolmoment | 1,85 D | |||
Thermodynamische eigenschappen | ||||
ΔfG |
-228,57 kJ/mol | |||
ΔfG |
-237,13 kJ/mol | |||
ΔfH |
-241,82 kJ/mol | |||
ΔfH |
-285,83 kJ/mol | |||
S |
188,83 J/mol·K | |||
S |
69,91 J/mol·K | |||
Evenwichtsconstante(n) | pKa = 15,74 | |||
Analytische methoden | ||||
Klassieke analyse | Karl Fischer-titratie | |||
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Een watermolecuul is een chemische verbinding van twee waterstofatomen en een zuurstofatoom. De molecuulformule is H2O. Een zelden gebruikte, maar systematische chemische naam voor water is oxidaan. Bij die benaming ligt de nadruk op water als hydride van zuurstof.
Chemische eigenschappen
Het watermolecuul is een dipool: omdat de waterstofatomen niet symmetrisch liggen ten opzichte van het zuurstofatoom is één kant van het watermolecuul elektrisch geladen ten opzichte van de andere kant. In overeenkomst met de octetregel heeft het zuurstofatoom in water zijn elektronen als volgt verdeeld: twee keer twee elektronen voor de binding met de twee waterstofatomen, en twee keer een vrij elektronenpaar. Door de polariteit van het watermolecuul, trekken deze moleculen elkaar dus sterk aan, wat het ten opzichte van andere stoffen lage smeltpunt, hoge kookpunt en de hoge smeltwarmte en verdampingswarmte verklaart. De polariteit van water verklaart ook waarom zouten (ionen) en polaire stoffen (zoals suiker) zo goed in water oplossen.
Watermoleculen kunnen opsplitsen in een (zuur) H3O+-ion en (base) OH--ion. Deze reactie wordt de autoprotolyse van water genoemd:
In zuiver water bij een temperatuur van 298 K zijn de concentraties van beide ionen 10-7 mol/l. De pH van het water is dan 7 (-log10-7=7). De pH-neutraliteit wordt dus veroorzaakt door het feit dat beide ionen in gelijke concentraties aanwezig zijn.
Water is dus een amfolyt, wat wil zeggen dat de stof zowel zuur, als basisch kan reageren. Voegen we een zuur aan het water toe, dat een zwakkere base is dan het water zelf, dan neemt een watermolecuul een proton op en vormt het hydronium-ion (H3O+), het water reageert nu basisch met het zuur. Is er een sterkere base dan het water zelf aanwezig dan vormt er een basisch deeltje: het hydroxide ion (OH-), het water reageert als zuur met de base.
Water is door zijn eigen molecuulbouw zeer polair, dit komt doordat er tegenover de twee H-atomen het relatief zware O-atoom gebonden zit, de binding is polair-covalent waardoor er een klein ladingsverschil ontstaat binnen het molecuul. De relatief grote molecuulmassa maakt water een uitstekend oplosmiddel voor vele zouten, de polaire watermoleculen hechten zich gemakkelijk aan de sterk geladen ionen waardoor deze uit hun kristalrooster getrokken kunnen worden. Ook polaire stoffen als aceton en ethanol mengen hierdoor gemakkelijk in water, in alle verhoudingen.
Water kan onedele metalen oxideren onder vorming van waterstofgas. Bij zeer onedele metalen zoals natrium en kalium verloopt die reactie snel (met vuurverschijnselen), bij minder onedele metalen zoals ijzer verloopt de oxidatiereactie veel langzamer en gelijkmatiger. Een goed voorbeeld van een explosieve reactie tussen een metaal en water is die van natrium en water, waarbij naast natriumhydroxide en waterstofgas ook nog een grote hoeveelheid energie gevormd wordt:
Water in de levende natuur
Elk organisme bestaat voor meer dan de helft uit water:[bron?] planten voor ongeveer tachtig, dieren voor ongeveer zestig procent. Het menselijk lichaam bestaat voor ongeveer twee derde[3] uit water, afhankelijk van leeftijd en geslacht.
Dit water bevindt zich bij organismen in de cellen en in extracellulaire vloeistof. Organismen verliezen water door verdamping en uitscheiding. Om dit verlies aan water te compenseren moeten organismen water opnemen.
Planten en dieren passen zich aan aan droge omstandigheden, bijvoorbeeld door respectievelijk bladverlies en zomerslaap in het droge seizoen.
Water en humanitaire ontwikkeling
Water, en met name goed drinkwater is erg belangrijk voor de mens. Het speelt dan ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van de derde wereld. Meestal wordt onderwijs als belangrijkste factor gezien, maar water is een niet te verwaarlozen middel om bij te dragen aan het succes van dit onderwijs. Zowel de medische gevolgen als de hygiënische aspecten van een watertekort, met daarbij ook de tijd die het kost om water bij een ver gelegen pomp te halen, verminderen de tijd die leraren en leerlingen aan school kunnen besteden.
Er kan een waterconflict ontstaan als er niet voldoende schoon water voorhanden is in een gebied of land. Waterschaarste heeft niet alleen betrekking op drinkwater, maar ook op water dat gebruikt kan worden voor de landbouw, industrie, transport (bijvoorbeeld de Suezcrisis) en ontspanning. Er zijn regio's in de wereld waar water een schaars goed is door klimatologische omstandigheden of infrastructurele problemen of ontbossing. Dit betreft bijvoorbeeld het Midden-Oosten, het oostelijke deel van de Verenigde Staten van Amerika en de Sahara maar ook landen in de Tropen.
Anno 2010 heeft 89% van de mensen toegang tot schoon water.[4] Ongeveer een tiende van de wereldbevolking heeft nog geen directe toegang tot schoon drinkwater. Daarbij hebben 2,4 miljard mensen onvoldoende hygiëne als gevolg van watergebrek. Per dag sterven wereldwijd 6000 mensen door gebrek aan water. Er is aangetoond dat water een positief effect op het onderwijs in arme landen heeft. Een studie van de Wereldbank wees uit dat een school in Tanzania, toen er een waterpomp op een kwartier lopen in plaats van een uur kwam, een 12% hogere opkomst gerealiseerd kreeg. Toen de haaltijd van water op een plek in Bangladesh werd verkort, leverde dit een 15% hogere opkomst op.[5] In Nederland is water een van vier prioritaire thema’s van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid.[6]
Symbolische betekenis
Water is vanuit de Klassieke Oudheid beschouwd als een van de natuurelementen naast aarde, vuur en lucht.
In het christendom en het jodendom neemt water een aparte plaats in. De beschavingen in het Oude Egypte en het Koninkrijk Israël lagen in die tijden in of langs droge, woestijnachtige gebieden. Zonder water was men daar gedoemd te sterven. De enkele keren dat het regende was het vaak een dusdanige hoeveelheid dat niets ontziende modderstromen en overstromingen ontstonden.
In veel religies staat water symbool als een reinigend middel.
In de oorspronkelijk Hebreeuwse tekst wordt in Genesis de hemel aangeduid met een dualis dat water(en) betekent.[7] God scheidt de hemelse wateren van de aardse wateren, de zeeën.[8]
Rooms-katholieken kennen het wijwater. Dit water is gezegend door een bevoegd priester en kan in de kerk gebruikt worden of meegenomen naar huis voor gebruik. Men doopt dan de vingers in een gevuld wijwaterbakje, en maakt een kruisteken. Volksgeloof wil dat het sprenkelen van zulk water op de vloer hen die in het vagevuur vertoeven, ten goede zou komen[bron?].
Zie ook
- Drinkwater
- Hardheid van water
- Kraan
- Millenniumdoelstellingen
- Oorsprong van water op Aarde
- Waterbeheer
- Waterfluit
- Waterraket
- Waterkwaliteit
- Water Pinch
- Watersport
- Watertoets
- Wereldwaterdag
- Zeewater
- Zoet water
- Zoet water in de Benelux
- Zwaar water
- Hydrofoorinstallatie
- Oppervlaktewater
Zoek water op in het WikiWoordenboek. |
Bronnen, noten en/of referenties
|