NIMBY

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
De aanleg van een vliegveld, zoals dit exemplaar in Nieuw-Zeeland, is vanwege geluidsoverlast, vervuiling en toenemende verkeersdrukte een voorbeeld van een situatie die kan leiden tot veel NIMBY-reacties

NIMBY (Not in my back yard, Niet in mijn achtertuin), in Vlaanderen ook wel NIVEA (niet in voor- en achtertuin), is een begrip uit de ruimtelijke ordening om aan te duiden dat veel mensen wel gebruik willen maken van voorzieningen, maar er geen hinder van willen ondervinden. Zo willen veel mensen in een auto rijden, maar wil bijna niemand dat in zijn directe omgeving een nieuwe verkeersweg wordt aangelegd vanwege de geluidsoverlast of aantasting van het landschap.

Omschrijving[bewerken]

Wanneer de overheid ruimtelijke plannen voorstelt, komt er vaak weerstand van bepaalde burgers of organisaties in de buurt van een gebied waarvan het bestemmingsplan zou kunnen wijzigen, of waar bepaalde ruimtelijke wijzigingen zijn voorgesteld.

De overheid heeft soms tot taak maatregelen in het algemeen belang uit te voeren, zoals de aanleg van:

Hierbij worden vaak personen, organisaties of zelfs gemeenten in hun belangen geschaad, die niet direct profijt hebben bij deze ingreep. Er komt dan vaak veel tegenstand tegen deze ingrepen, zodat bewoners een actiegroep in het leven gaan roepen. Zelfs als betrokkenen inzien dat de plannen noodzakelijk zijn, willen ze er in hun eigen 'achtertuin' liever geen last van hebben.

Omgekeerd kan het woord NIMBY ook vallen ter verklaring van het schouderophalend of moraliserend gedrag van diegenen die niet in de nabijheid van de geplande wijzigingen wonen.

Ook op lager bestuurlijk niveau kan dit voorkomen, als bijvoorbeeld een gemeente een asielzoekerscentrum of een opvang voor drugsgebruikers wil vestigen in haar stedelijk gebied.

Naast de recente Engelse term NIMBY en het Nederlandse NIVEA (Niet In mijn Voor- En Achtertuin) is er ook het veel oudere begrip Sint-Florian-principe, waarmee vrijwel hetzelfde bedoeld wordt.

Nederland[bewerken]

In Nederland is voor elke ruimtelijke ingreep uiteindelijk de gemeente verantwoordelijk, via haar bestemmingsplannen. De gemeente heeft hierdoor een machtsmiddel in handen om ingrepen tegen te gaan. Voor projecten van rijksbelang heeft de rijksoverheid echter wettelijke mogelijkheden om een wijziging van het bestemmingsplan bij lagere overheden af te dwingen. Dit wordt geregeld in Artikel 4.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met een NIMBY-procedure kan de minister van Infrastructuur en Milieu taken en verantwoordelijkheden van de gemeente overnemen en zelf besluiten nemen, die de minister noodzakelijk acht en waar de gemeente niet aan wil meewerken.

De Wet ruimtelijke ordening stelt een urgentiecriterium als voorwaarde om een NIMBY-procedure te voeren.

Voorbeelden hiervan:

  • De procedure uit de Tracéwet.
  • Het geven van een aanwijzing door de Minister aan de gemeente.

De Tracéwetprocedure wordt bijvoorbeeld gevolgd voor de aanleg van de Betuweroute en bovendien voor allerlei landelijke verkeerswegen.

Het geven van een aanwijzing komt niet zo vaak voor. Voorbeelden zijn:

  • De aanleg van de Gooiboog in de gemeente Weesp, dit is een spoorboog zodat er vanuit Utrecht treinen direct naar Almere kunnen rijden. Hoewel de boog deels verdiept wordt aangelegd, bleef de gemeente Weesp tegenstander van de ingreep. Dit speelde rond het jaar 1994.
  • Het kappen van bomen in de gemeente Onderbanken, dat nodig is voor het uitvliegen van AWACS vliegtuigen vanaf het Duitse vliegveld Geilenkirchen. Dit speelt in het jaar 2003 - 2005. In augustus 2005 nam de toenmalige minister van VROM een NIMBY besluit omdat het gemeentebestuur besloot dat werkzaamheden in de Schinveldse bossen niet toegestaan waren. Op 18 juli 2007 deed de Raad van State uitspraak in de bezwaarprocedure die onder meer door de gemeente Onderbanken en de Vereniging STOP awacs tegen het Ministerie van VROM was aangespannen. Volgens deze uitspraak was de minister van VROM voor een gebied van 13 van de in totaal 20 hectare niet bevoegd de NIMBY-procedure te voeren, omdat de urgentie niet was aangetoond. Voor de overige 7 hectare vond de Raad van State dat het besluit van de minister van VROM onzorgvuldig was voorbereid en niet deugdelijk was gemotiveerd.

België[bewerken]

  • In België is men al langer op zoek naar opslagplaatsen voor radioactief afval. In aanmerking komen sites met klei als ondergrond. Hoewel men al meerdere goede locaties heeft gevonden, volgt er altijd grootschalig protest tegen de bouw.
  • De economische voordelen van de luchthaven van Zaventem wil men wel, maar niemand wil (slaapverstorende) nachtvluchten. Federaal Staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) probeerde in 2009 om de tegenstrijdige belangen van bewoners ("Actie Noordrand" e.a.) te verzoenen.

Gerelateerde begrippen[bewerken]

  • 'LULU' (Locally Unwanted Land Use): Bezwaar focust zich meer op het landgebruik dan op de faciliteiten die aangelegd dreigen te worden.
  • 'NIABY' (Not In Anybody's BackYard): deze vorm van tegenstand tegen een ontwikkeling stelt dat een bepaalde ontwikkeling bijna overal op weerstand stuit. Een voorbeeld van dergelijke tegenstand is protest tegen de bouw van kerncentrales.
  • 'NUMBY' (Not Under My Back Yard): gerelateerd aan de ondergrondse opslag van CO2.
  • 'BYFYBY' (But Yes For Your Back Yard): dit komt er kortweg op neer dat de overheid bij het uitvoeren bepaalde plannen in veel gevallen wel degelijk de belangen van bepaalde partijen schaadt.

Begrippen die NIMBY belachelijk maken zijn:

  • 'BANANA' (Build Absolutely Nothing Anywhere Near Anyone). Bouw absoluut niets bij iemand in de buurt,
  • 'CAVE-MEN' (Citizens Against Virtually Everything). Burgers die tegen vrijwel alles zijn.