Zombies

De afgelopen weken heb ik er in een recordtempo vijf seizoenen van The Walking Dead doorheen gejaagd, een serie over een aantal mensen dat probeert te overleven in een post-apocalyptische wereld die wordt bevolkt door zombies. Dat dit niet geheel soepel verloopt, behoeft geen betoog – anders zou de serie niet zo populair zijn natuurlijk. The Walking Dead is een prima serie, maar ik mis alleen één ding: muziek van de Italiaanse groep Goblin.

Ik heb een groot aantal zombiefilms gezien, waaronder ‘Night Of The Living Dead’ (1968) van George Romero, de film waarmee het allemaal begon (hoewel dit niet de eerste zombiefilm was). Wat mij betreft is het vervolg ‘Dawn Of The Dead’ (1978), dat zich grotendeels afspeelt in een winkelcentrum, nóg beter.

Omdat Romero aanvankelijk de financiering niet rond kreeg, schoot de Italiaanse regisseur Dario Argento te hulp. Argento was net doorgebroken met de horrorfilm ‘Susperia’ (1977) en kon wel een potje breken. De afspraak was kort gezegd dat Romero de 'Dawn Of The Dead'-rechten kreeg voor het Engelstalige taalgebied, terwijl Argento de rechten verwierf voor de overige gebieden, waaronder het Europese vasteland. Alleen al de titels waaronder de zombiefilm in Europa werd uitgebracht zijn prachtig: ‘Zombi: L’alba dei Morti Viventi’ (Italië) ‘Zombie: Le Crépuscule des Morts Vivants’ (Frankrijk), ‘Zombi: El Regreso de los Muertos Vivientes’ (Spanje), ‘Zombie’ (Duitsland),’ Zombie: Rædslernes Morgen’ (Denemarken) en ‘Zombie: In De Greep van de Zombies’ (Nederland).

Zowel Romero als Argento sleutelde naar hartenlust aan ‘Dawn Of The Dead’. Terwijl Romero in sommige expliciete scènes het mes zette, liet Argento deze juist zitten. Hij sneed dan weer in enkele uitleggerige scènes, voerde het tempo op en besteedde minder aandacht aan karakterontwikkeling. Romero voegde op zijn beurt weer extra fragmenten toe – enfin, er doen een heleboel varianten de ronde.

Een van de belangrijkste wijzigingen die Argento doorvoerde, had echter te maken met de muziek. Want waar Romero library music en enkele bestaande nummers gebruikte, schakelde Argento de hulp in van het Italiaanse Goblin, de groep die bijna al zijn films van muziek had voorzien (elders op mijn log iets meer info). En dat betekende dus een soundtrack die bolstond van de progressieve rock en vervreemdende geluidseffecten - een soort nerveuze rockversie van de muziek waar collega-regisseur John Carpenter patent op lijkt te hebben. Prachtig.

Als ik nu een zombie zie, verwacht ik een dreigende synthesizerriedel en geen aanzwellende violen in mineur. Componist Bear McCreary doet heel erg zijn best, maar zijn muziek voor ‘The Walking Dead’ is vooral effectief. Een geluidseffectje hier, een subtiel atonaal roffeltje daar, dat werk. Hoog tijd om na vijf seizoenen beschaafde zombiemuziek eens lekker uit de band te vliegen…

Araglin | Vrijdag 20 Maart 2015 at 12:13 pm | film | Reageer
Gebruikte Tags:

Hellraiser

Volgens het Engelse duo Coil zelf was hun muziek voor de horrorfilm 'Hellraiser' (1987) simpelweg té eng. Clive Barker, die de film regisseerde en de novelle schreef waarmee het allemaal begon, deed er nog een schepje bovenop door te roepen dat zijn ingewanden zich letterlijk omdraaiden tijdens het luisteren.

Grote woorden, want het valt allemaal wel mee. Tenminste, als je het alleen hebt over de muziek. Want de film over een geheimzinnige puzzeldoosje dat de toegangspoort tot de hel lijkt te zijn, is bloederig en verontrustend, vooral ook omdat er geen greintje humor in zit – hoewel de zeven vervolgdelen wel steeds hilarischer werden, maar dat is weer een ander verhaal.

Dat uiteindelijk niet Coil maar componist Christopher Young Hellrasier van muziek voorzag, kwam ongetwijfeld doordat filmmaatschappij New World Pictures geen al te groot vertrouwen had in het experimentele duo (dat immers totaal onbekend was bij het grote publiek) en liever wat traditionelere filmmuziek wilde. Bovendien was muziek van Coil weliswaar niet slecht, maar nu ook weer niet zo heel erg bijzonder. Anno 2014 klinkt het zelfs gedateerd, terwijl de score van Young de tand des tijds beter heeft weten te doorstaan.

Coils ‘The Unreleased Themes for Hellraiser’ (met als ondertitel ‘The Consequences of Raising Hell’) verscheen in 1987 op lp, cassette en cd en om het verwarrend te maken, bevatten alle drie de configuraties een verschillende tracklisting. De Hellraiser-muziek van Coil (zie YouTube-clip hieronder) laat zich het beste omschrijven als licht schurende ambient met een hoop dissonanten en een af en toe opduikende jarentachtigdrumcomputer. Coil zou in de jaren negentig uitgroeien tot een invloedrijk experimenteel duo (waaraan in 2004 een einde kwam na de dood van John Balance), terwijl Christopher Young gestaag aan zijn carrière bouwde (en onder meer ‘The Fly 2’, ‘Species’ en ‘Spider-Man 3’ van muziek voorzag).

De liefhebber vindt in dit zipje (41 MB) de ‘Hellraiser Themes’ van Coil, aangevuld met de ‘Hellraiser Suite’ van Christopher Young.

Araglin | Dinsdag 06 Mei 2014 at 11:55 pm | film | Reageer
Gebruikte Tags: , , ,

Lords of Salem

Mijn verwachtingen waren hooggespannen, maar helaas. ‘Lords of Salem’ (2012) van Rob Zombie is geen al te goede film. Jammer, want zijn eerdere films als ‘House of 1000 Corpses’ (2003) en ‘The Devil’s Rejects’ (2005) waren steengoed. ‘Lords of Salem’ is echter een raar occult allegaartje over middeleeuwse heksenvervolgingen in het Amerikaanse plaatsje Salem en radio-dj Heidi (een rol van Zombie’s vrouw Sheri Moon Zombie) die via een obscure lp wordt bezeten door satan. Het ziet er allemaal sfeervol en bij vlagen ronduit bizar uit, maar daar heb je weinig aan als het verhaal rammelt en het hoofdpersonage niet geheel weet te overtuigen.

De muziek in de film is echter schitterend. Nu ja, schitterend is misschien niet het juiste woord. ‘Toepasselijk’ is beter. Geen wonder, Zombie is geen onverdienstelijk muzikant en weet perfect wat wel en wat niet werkt – hoewel hij zelf geen bijdrage heeft geleverd aan de soundtrack. In ‘Lords of Salem’ komen nummers voorbij van Rush (‘The Spirit of the Radio’), The Velvet Underground & Nico (het nog altijd prachtige ‘Venus in Furs’) en Manfred Mann's Earth Band (‘Blinded By the Light’), die worden afgewisseld met sfeervolle filmmuziek en effecten van John 5 (bekend als gitarist van Marilyn Manson en Rob Zombie) en de Amerikaanse componist Griffin Boice.

Dat ‘Lords of Salem’ niet lachwekkend of kitscherig is geworden, heeft alles te maken met het 'satanische' deuntje dat ervoor zorgt dat hoofdpersoon Heidi compleet doordraait. Dit is namelijk geen cheesy gedreutel, maar een oprecht naargeestige track dat zich als een roestige spijker in je onderbewuste boort en zowel weet te intrigeren als te irriteren. En dat komt hoogstwaarschijnlijk omdat John 5 en Boice niet zomaar wat depressieve klanken op een hoopje hebben gegooid.

‘The Lords Theme’ is opgebouwd rond de tritonus, een dissonant interval bestaande uit drie hele toonafstanden. In de middeleeuwen werd deze interval met de duivel geassocieerd en muziek met dit schemaatje omschreven als ‘diabolus in musica’. Het loopje wordt door moderne componisten vaak gebruikt om een lekker dreigend sfeertje neer te zetten; Leonard Bernstein gebruikte het in ‘West Side Story’ en ook in Benjamin Brittens ‘War Requiem’ is het veelvuldig te horen.

Jammer is alleen dat ‘The Lords Theme’ slechts 49 seconden duurt – het smaakt naar meer, op een perverse manier. Hieronder een YouTube-clipje met een variant die is opgerekt tot twee minuten. En in dit zipje enkele varianten, aangevuld met ‘The Curse of Margaret Morgan’, dat met zijn fijn kloppende, pulserende synths in de hele film wordt gebruikt als voorbode van naderend onheil.

Araglin | Woensdag 16 April 2014 at 10:37 pm | weird, film, elektronisch | Reageer
Gebruikte Tags: ,

Cannibal Holocaust

Een van de meest eigenaardige filmgenres is de kannibalenfilm, vooral erg populair in de jaren zeventig. In de meeste gevallen gaat het om films waarin een groep (Amerikaanse) wetenschappers zich in een of andere exotische jungle waagt, op zoek naar de 'laatst overgebleven kannibalenstam'.

Vanzelfsprekend komen ze een dergelijke stam op het spoor en blijkt er van onderzoek weinig terecht te komen. De groep wordt gevangen genomen, gemarteld en uiteindelijk op gruwelijke wijze vermoord, waarbij vaak de vrouwelijke hoofdpersoon erin slaagt te ontsnappen - of juist nét niet. De kijker wordt getrakteerd op de nodige ranzigheid: verminkingen, het eten van ingewanden, het afslachten van levende dieren en zogenaamd erotische scènes. Pulpregisseurs als Ruggero Deodato, Joe d'Amato en Jess Franco leefden zich uit in een groot aantal waanzinnige films, met als 'hoogtepunt Deodato’s 'Cannibal Holocaust' uit 1980, misschien wel een van de meest nare en verontrustende films ooit gemaakt.

'Cannibal Holocaust' zorgde voor de nodige ophef, vooral omdat veel mensen dachten dat het echt was. Centraal staat namelijk een in de jungle teruggevonden videoband, met daarop schokkende opnamen van een wetenschappelijke zoektocht naar kannibalistische stammen in het Amazonegebied - een missie die uiteraard slecht is afgelopen. De beelden worden aan elkaar gepraat en zogenaamd van deskundig commentaar voorzien door hoogleraar antropologie Harold Monroe (Robert Kerman), waardoor het er allemaal bijzonder realistisch uitziet.

Zo realistisch zelfs dat Deodato werd gearresteerd op verdenking van moord op de vier hoofdrolspelers. De rechter raakte pas overtuigd van Deodato's onschuld toen de regisseur de acteurs Carl Gabriel Yorke, Francesca Ciardi, Perry Pirkanen en Luca Barbareschi optrommelde en uitlegde hoe hij de gruwelijke sterfscène van Luca (die gespietst werd aan een grote paal) had gefilmd. Deodato werd vanzelfsprekend vrijgesproken, hoewel dierenactivisten hem nog altijd de vele expliciete en bloederige wreedheden jegens dieren kwalijk nemen. 'Cannibal Holocaust' werd verboden in Australië, Engeland, Noorwegen, Finland en Nieuw-Zeeland (en werd in Nederland geschikt bevonden voor zestien jaar en ouder). Ik kan hier nu wel een heel stuk gaan zitten tikken, maar dan zou ik eigenlijk deze uitgebreide en verhelderende Wikipedia-pagina nog eens dunnetjes overdoen en dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Voor de begeleidende muziek schakelde Deodato de eveneens Italiaanse componist Riziero 'Riz' Ortolani in, en dan vooral vanwege diens werk voor de pseudo-documentaire 'Mondo Cane' (waarvoor hij een Grammy kreeg). De 'Cannibal Holocaust'-soundtrack ademt een typische jaren zeventig-sfeer, waarbij Ortolani zo te horen een vrij karig budget tot zijn beschikking had.

De soundtrack telt tien tracks en trapt af met het zoetsappige 'Cannibal Holocaust - Main Theme', dat niet zou misstaan in een soft-erotische film als 'Bilitis'. Gelukkig maakt het daaropvolgende 'Adulteress' Punishment' (met primitieve Commodore 64-geluidjes en dreigende aanzwellende violen) een hoop goed. 'Cameramen’s Recreation' is dan weer typische jaren zeventig-disco, met een lullig Klaus Wunderlich-orgeltje. De vervreemding slaat weer toe in 'Massacre Of The Troupe', waarna het hoofdthema terugkeert in het royaal met violen besprenkelde James Last-achtige 'Love with Fun' - dat na een minuut of twee bruut de nek om wordt gedraaid met surrealistische hakgeluiden.

Het melancholische 'Crucified Woman' vormt de opmaat naar het funkyknullige 'Relaxing In The Savana'. Na het unheimische 'Savage Rite' mag er weer geswingd worden met het verrassend jazzy 'Drinking Coco'. 'Cannibal Holocaust - End Titles' begint weliswaar met de inmiddels bekende synthetische hakgeluiden, maar na een paar seconden stroomt het zoete thema als bloederige stroop je speakers uit - een mooi besluit van een redelijk eigenaardige soundtrack…

Luister zelf: Riz Ortolani - 'Cannibal Holocaust' (192 kbps, 46 MB via WeTransfer - met grote dank aan L-rs!)

arnold | Dinsdag 27 Juli 2010 at 11:49 pm | film | 1 reactie
Gebruikte Tags: , , , ,

Lux Aeterna

Drie akkoorden, een sobere melodielijn en een onderhuids, enigszins ongemakkelijk gevoel van broeierige spanning - het instrumentale 'Lux Aeterna' van de Engelse componist Clint Mansell weet precies de juiste snaar te raken. Mansell schreef het voor de soundtrack van 'Requiem for a Dream' (2000), de controversiële film van regisseur Darren Aronofsky, gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1978 van Hubert Sebley Jr. over vier New Yorkers die ten ondergaan aan hun drugsverslaving.

'Requiem for a Dream' groeide uit tot een cultfilm en betekende de definitieve doorbraak van Aronofsky. Nog interessanter is het feit dat het 'Requiem for a Dream'-thema ‘Lux Aeterna’ een geheel eigen leven is gaan leiden. Het nummer is namelijk gebruikt in filmtrailers voor 'The Lord of the Rings: The Two Towers', 'The Da Vinci Code', 'I Am Legend', 'Babylon A.D.' en 'Sunshine' . Verder dook het op in gametrailers voor onder meer 'Assassin’s Creed' en 'The Lord of the Rings: The Return of the King', talloze reclamespotjes (voor onder andere Canons PowerShot-camera’s), tv-programma’s als 'Late Show with David Letterman' en 'So You Think You Can Dance' en werd het door rapper Lil Jon gesampled in diens 'Throw It Up' (2002).

Wie bij de naam 'Clint Mansell' al enigszins nadenkend begon te fronsen: inderdaad, Mansell is bekend geworden als zanger/gitarist van de redelijk succesvolle Engelse formatie Pop Will Eat Itself. Nadat de groep in 1996 uit elkaar viel, waagde Mansell de oversteek naar New York om daar zijn geluk te beproeven. Hij raakte bevriend met de jonge regisseur Darren Aronofsky, die druk bezig was om zijn eerste film 'Pi' (1998) van de grond te krijgen. Aangezien hij geen geld had om een 'echte' filmcomponist in te huren, vroeg hij of Mansell het misschien eens wilde proberen. Het was het begin van een vruchtbare samenwerking, want Mansell voorzag niet alleen 'Pi' en 'Requiem for a Dream' van muziek, maar ook Aronofsky's 'The Fountain' (2006), 'The Wrestler' (2008) en het binnenkort te verschijnen 'Black Swan'.

Toen Mansell zich aan het componeren zette voor de 'Requiem'-soundtrack, maakte hij een stuk of twintig muzikale sfeerschetsen. Samen met Aronofsky bekeek hij vervolgens welke muziek het beste werkte bij specifieke scènes. ''Een van de ideeën die ik had'', vertelde Clint Mansell in een interview met het Amerikaanse vakblad Billboard, ''zou later uitgroeien tot 'Lux Aeterna'. Steeds als we het in een belangrijke scène gebruikte, bleek het naadloos te passen - alsof het er speciaal voor was geschreven.''

Nadat Mansell en Aronofsky besloten hadden dat 'Lux Aeterna' de 'muzikale ruggengraat' van 'Requiem for a Dream' zou worden, ging Mansell aan de slag met diverse nog niet eerder uitgebrachte nummers (voornamelijk ambient en elektronische experimenten) die hij nog had liggen. Om uiteindelijk met bijna een uur durende, bijzonder fijne (hoewel soms wat in herhaling vallende) score op de proppen te komen, waarop ook het bekende Kronos Quartet is te horen.

En daar had het hele verhaal kunnen eindigen - ware het niet dat een aangepaste versie van 'Lux Aeterna' (nu opgenomen met een groot koor en orkest) in 2002 prominent te horen was in de trailer voor 'The Lord of the Rings: The Two Towers', waarmee het nummer zich definitief loszong van zijn oorspronkelijke context. ''Ik had totaal niet verwacht dat 'Lux Aeterna' zo’n lange adem zou hebben'', aldus een bescheiden Mansell.

'Lux Aeterna' heeft hem overigens geen windeieren gelegd: omdat 'Requiem for a Dream' een 'kleine' film was, gemaakt met een gering budget door de onafhankelijke studio Artisan Entertainment, heeft Mansell de rechten op zijn muziek grotendeels in eigen hand kunnen houden. Een slimme beslissing, om het maar eens zacht uit te drukken…

Luister zelf: 'Requiem for a Dream' (320 kbps, 82 MB - hier een WeTransfer-link). Spotify-gebruikers vinden via deze link zowel het origineel als de 'Lord of the Rings'-versie.

arnold | Maandag 19 Juli 2010 at 12:37 am | film | 1 reactie
Gebruikte Tags: , ,

Dune

Mijn lerares Engels op de middelbare school deed niet zo moeilijk. Mijn boekenlijst mocht ik grotendeels zelf samenstellen en dat liet ik me natuurlijk geen twee keer zeggen. Ik heb altijd al veel SF, fantasy en horror gelezen en voor mijn gevoel stelde ik een 'funlijst' samen, met onder andere de Lord of the Rings-trilogie, Douglas Adams' 'Hitchhiker's Guide', '1984' van Orwell, de Elric-boeken van Michael Moorcock en Frank Herberts 'Dune'. Vreemd genoeg stelde ze tijdens mijn mondeling tentamen nauwelijks vragen over deze romans, maar bleef ze hangen bij de boeken die ik verplicht had moeten lezen.

Jammer, want alleen al over 'Dune' (uit 1965) had ik een hele middag vol kunnen leuteren. En dat ga ik ook nu niet doen. Het is een van de best verkochte sciencefictionboeken ter wereld en wie nog nooit een bezoekje heeft gebracht aan de woestijnplaneet Arrakis, moet dat zeker eens gaan doen. En als je geen tijd hebt voor zes dikke pillen: de verfilming van David Lynch uit 1984 is best geinig en de twee miniseries (te vinden in de uitverkoopbakken) zijn eveneens aardig.

Heb je zowel voor lezen als tv-kijken geen geduld, dan is er natuurlijk altijd nog de muziek. Verantwoordelijk voor de soundtrack van buitenissige Lynch-verfilming is namelijk niemand minder dan Toto. Opmerkelijk, want deze groep was net uit een diep dal geklommen, om met het album 'Toto IV' en de radiovriendelijke wereldhits 'Rosanna' en 'Africa' een glorieuze comeback te maken. In tegenstelling tot de pompeuze soundtrack die Queen afleverde voor de SF-flop 'Flash Gordon' (uit 1980), hielden de Toto-leden zich grotendeels aan de ongeschreven regels voor filmmuziek: klassiek aangezette sfeerschetsen, waarvoor de hulp werd ingeroepen van de Wiener Symphoniker en de Volksoper Wien (gedirigeerd door  Marty Paich, de vader van Toto-toetsenist David Paich).

Twee tracks springen eruit: het ijle, door Brian Eno geschreven 'Prophecy Theme' (het gerucht gaat dat hij een complete Dune-score heeft geschreven die nooit is gebruikt) en het fijne instrumentale rocknummer 'Dune (Desert Theme)', met gitaarsolo en al. Echt heel opvallend is de soundtrack niet, maar het zit allemaal uitstekend in elkaar en sfeervol is het zeker. Luister zelf: 'Dune' (320 kbps, 73 MB).

[En als je nu denkt: goh, dit stukje komt me wel erg bekend voor?! Inderdaad: deze entry schreef ik eind mei. Toen Araglin.nl 2.0 medio oktober online werd gezet, is een handvol entry’s (waaronder deze) tussen wal en schip gevallen tijdens het importeren van de database. Het zou zonde zijn als deze stukjes huisvlijt spoorloos zouden verdwijnen in cyberspace, nietwaar?]

Admin | Dinsdag 17 November 2009 at 10:31 pm | film | 4 reacties

Stargate

Dat het de laatste tijd akelig stil is op mijn weblog, betekent niet dat ik elke avond uit mijn neus zit te eten terwijl ik muziek aan het downloaden ben. Ik ben druk met van alles en nog wat: de voorbereidingen voor de tweede editie van Nouveau Noir (op vrijdag 28 augustus - reserveer alvast een plekje in je agenda!), gesleutel aan Araglin 2.0 (het verloopt traag, maar de eerste versie staat) het schrijven van allerhande teksten, en natuurlijk moet er ook nog gewerkt en getwitterd worden. Eerlijkheidshalve moet ik eraan toevoegen dat ik ook nog een verslaving heb opgelopen. Een verslaving die zich in één woord laat samenvatten: Stargate.

Een aantal maanden kocht ik namelijk een uit de kluiten gewassen dvd-box met daarin alle tien seizoenen van sciencefictionserie Stargate SG-1. Voor wie deze serie niet kent: Stargate is gebaseerd op de gelijknamige film uit 1994 over buitenaardse sterrenpoorten die het mogelijk maken om van de ene planeet naar de andere te reizen. En vanzelfsprekend gaat dat gepaard met een hoop buitenissige snode aliens, spectaculaire ontploffingen en coole ruimteschepen.

Lichtvoetig en met de nodige humor (vooral dankzij Richard Dean 'MacGyver' Anderson), waardoor het de ideale serie is om de dag mee af te sluiten. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Battlestar Galactica (ook leuk, maar wel wat grimmig). Ik ben nu halverwege het zesde SG-1-seizoen, dus het schiet al op - nog een slordige 100 afleveringen en twee films te gaan. Spin-off Stargate Atlantis is inmiddels ook alweer een tijdje van de buis (waar blijft die verzamelbox met alle vijf seizoenen?), maar in oktober gaat de Stargate-franchise weer van start met Stargate Universe (hoewel de trailer me nog niet echt wist te overtuigen).

Goed, genoeg geleuterd: fans doe ik ongetwijfeld een plezier met 'The Best of Stargate' (320 kbps, 109 MB), waarop muziek uit het eerste en tweede seizoen is verzameld, gecomponeerd door onder andere Joel Goldsmith en Dennis McCarthy. Lekker bombastisch en meeslepend. Wie behoefte aan meer, moet 'Stargate SG-1' (320 kbps, 132 MB) maar eens downloaden, dat alle muziek bevat uit de anderhalf uur durende pilotaflevering uit 1997.

peter | Vrijdag 24 Juli 2009 at 12:46 am | film | 2 reacties

Ghostbusters

De keren dat ik tegenwoordig nog een ouderwetse lp opzet, zijn op de vingers van één hand te tellen. Paradoxaal genoeg wil dat niet zeggen dat ik helemaal geen lp's meer koop. Dat doe ik af en toe namelijk nog wel, hoewel ik ze nu vooral in huis haal uit nostalgische overwegingen of vanwege de fraaie hoezen.

Bij één lp komen, wat mij betreft, beide elementen samen: de Ghostbusters-soundtrack. Niet alleen brengt de film (uit 1984 alweer!) goede herinneringen naar boven, de hoes is prachtig en uit duizenden herkenbaar: het bekende spookje in het rode verbodsbord. De muziek is dan weer wat minder, maar wasemt wel een onmiskenbaar jaren tachtig-sfeertje uit. Het album opent met de bekende knaller van Ray Parker Jr., gevolgd door tracks van onder andere The Bus Boys, Thompson Twins, Laura Branigan (die je wellicht kent van de hit 'Self Control') en Air Suply. En voor de volledigheid vind je op de soundtrack ook 'Main Title Theme' en 'Dana's Theme' van filmcomponist Elmer Bernstein en de instrumentale versie van 'Ghostbusters' (die veertig seconden langer duurt dan de gezongen variant).

Smeuïg detail: in eerste instantie was het de bedoeling dat Huey Lewis and the News het titellnummer zou verzorgen, maar de groep weigerde, waarna Ray Parker Jr. de klus in zijn schoot geworpen kreeg en met 'Ghostbusters' een wereldhit scoorde. Huey Lewis daagde Parker vervolgens voor de rechter omdat het nummer wel heel erg veel leek op hun hit 'I Want a New Drug'. Tot een uitspraak kwam het niet: de ruzie werd buiten de rechtszaal geschikt, waarbij er ongetwijfeld vele dollars van eigenaar verwisselden. De wraak van Huey Lewis and the News was zoet: ze werkten mee aan de soundtrack van de eerste 'Back to the Future'-film en hun bijdragen ('The Power of Love' en 'Back in Time') waren uitermate succesvol.

Overigens wordt er momenteel gewerkt aan het script voor een derde Ghostbusters-film, die medio 2012 in premiere moet gaan, mét de originele cast (Bill Murray, Dan Aykroyd, Harold Ramis en Sigourney Weaver). En dat lijkt me nog best leuk ook. In ieder geval: luister naar de soundtrack van 'Ghostbusters' (192 kbps, 56 MB).

peter | Woensdag 01 Juli 2009 at 01:01 am | film | 2 reacties

Groundhog Day

Mijn collega's zijn behoorlijk grote filmfreaks en tijdens de lunch ontspon er zich een discussie over een films die je meerdere malen (misschien iets te vaak) hebt gezien. Het is ergens wel grappig dat ik met moeite mijn sofi-nummer kan onthouden, terwijl ik in een oogwenk een dergelijk lijstje weet te fabriceren: 'Way of the Dragon' (1972) met Bruce Lee en Chuck Norris (puur jeugdsentiment - mijn vader en ik vonden deze film eigenaardig genoeg bijzonder hilarisch), 'House of 1000 Corpses' (2003), het heerlijk nihilistische regiedebuut van Rob Zombie, en 'Labyrinth' (1986) van Jim Henson, een van de weinige films uit mijn jeugd die wat mij betreft de tand des tijds moeiteloos heeft doorstaan.

Ik geef toe, een eigenaardige top drie. Een paar uur later schoot me nog een film te binnen die ik wel erg vaak heb gezien: 'Groundhog Day' (1993) met Bill Murray en Andie MacDowell. En eigenlijk steeds per ongeluk: als 'ie wordt uitgezonden op tv (en dat gebeurt nog altijd zeer regelmatig) blijf ik steevast hangen, vooral dankzij een fijn schmierende Bill Murray als een nukkige weerman op zijn retour. Hij wordt naar het gehucht Punxsutawney gestuurd, waar hij een reportage moet maken over het jaarlijkse 'Groundhog Day', waarbij een bosmarmot het einde van de winter aankondigt. Na zich mopperend door de dag te hebben geslagen, noodzaakt een zware sneeuwstorm hem om in het dorpje te overnachten. De volgende dag blijkt het echter wéér Groundhog Day te zijn en moet hij tot zijn grote ontzetting nogmaals dezelfde reportage maken – en de dag erna nog een keer, en nog een keer, en nog een keer – waarbij hij steeds wordt gewekt met Sonny & Chers 'I Got You Babe' uit zijn wekkerradio...

Oké, het is geen briljante film, en bovendien is het einde nogal zoet, maar het gegeven is leuk uitgewerkt. En pas als je 'Groundhog Day' meerdere keren ziet, merk je hoe subtiel de muziek van George Fenton (1950) zijn werk doet. Deze Engelse componist is bekend geworden dankzij zijn scores voor de BBC-documentaires 'The Blue Planet' en 'Planet Earth', maar maakt regelmatig een uitstapje naar Hollywood. Zo voorzag hij onder meer 'The Fisher King', 'Cry Freedom' en 'Gandhi' van muziek. Voor wie net als ik 'Groundhog Day' iets te vaak heeft gezien, is de soundtrack (192 kbps, 64 MB) een feest der herkenning.

peter | Dinsdag 17 Maart 2009 at 12:31 am | film | Reageer

Bilitis (reprise)

Het was een genre dat eind jaren zeventig zijn hoogtepunt beleefde: de soft-erotische film in een kunstzinnig jasje. De meeste films uit die tijd zijn nagenoeg vergeten (en terecht), maar de titels roepen nog steeds een gelukzalige glimlach en een mistig staren in de verte op. Een goed voorbeeld is 'Bilitis' (1977) van debuterend regisseur David Hamilton. Deze Engelsman had naam gemaakt met talloze foto's van onschuldige, maar o zo sensuele jonge meisjes op het breukvlak tussen kind en vrouw (ahum) en met 'Bilitis' zette hij eigenlijk zijn verzameling om in bewegende beelden.

De film vertelt het verhaal van het 17-jarige kostschoolmeisje Bilitis, dat de zomervakantie doorbrengt op het landgoed van haar pasgetrouwde vriendin Melissa. Ze wordt stiekem verliefd op fotograaf Lucas, maar is te verlegen om de eerste stap te zetten. Als ze bij toeval getuige is hoe Melissa door haar man wordt gedwongen om seks te hebben, is ze geschokt en verbijsterd. Tussen de twee vriendinnen ontstaat een kortstondige lesbische romance, die later door Melissa wordt afgedaan als 'een zomerzotheid'. Aan het einde van de film heeft Bilitis besloten dat Lucas de ideale man is voor Melissa en keert ze terug naar school, zonder de ware liefde te hebben gevonden.

Kortom, een flinterdun verhaaltje. Voor het goede spel, plotwendingen of diepgravende gesprekken ben je dan ook bij Hamilton aan het verkeerde adres. Als je van omfloerste, soft-focus-beelden houdt, dol bent op pastelkleuren en dartelende borstjes, dan is 'Bilitis' best aardig. Dat de film ruim dertig jaar later nog steeds tot verbeelding spreekt, is voornamelijk te danken aan de muziek van Francis Lai (1932). Deze Franse componist en accordeonist (bekend geworden als begeleider van Edith Piaff in de jaren vijftig) voorzag 'Bilitis' (en later ook 'Emmanuelle') van een weelderige, dromerige en uiterst zoete score. Piano, woordeloze vrouwenzang, aanzwellende akkoorden – je ziet de vlindertjes bijna tastbaar ronddwarrelen boven een klaterend bosbeekje.

Wederom geldt: het heeft weinig om het lijf, sfeervol is het wel. Luister zelf: de Bilitis-soundtrack (192 kbps, 53 MB, inclusief hoezen – het gaat om een uitstekende vinyl-rip).

peter | Vrijdag 06 Maart 2009 at 1:20 pm | film | 3 reacties