Boomspeler

De jaarringen van een boom geven informatie over zijn leeftijd en de omstandigheden waarin hij groeide. Door de ringen te bestuderen is bijvoorbeeld te achterhalen of het in een bepaalde periode veel of weinig heeft geregend, of de boom een ziekte onder de leden heeft gehad en of er een bosbrand heeft gewoed. Je ‘leest’ een boomring van binnen naar buiten. Lichtgekleurde ringen wijzen op een periode van snelle groei (de zomer), terwijl donkere ringen staan voor de winterperiode. Hoe ouder de boom, hoe meer informatie de ringen bevatten.

Interessant, nietwaar? Maar voordat ik mezelf helemaal verlies in dendrochronologie (jawel!), ik kom hierop dankzij Bartholomäus Traubeck. Deze Oostenrijkse kunstenaar en grafisch ontwerper heeft een ‘boomspeler’ in elkaar geknutseld waarmee je boomringen kunt afspelen. Traubecks platenspeler werkt niet met een naald, maar gebruikt sensoren die informatie verzamelen over de jaarring: de kleur van het hout, de textuur en de dichtheid van de ringen. Een algoritme zet deze data vervolgens om in (piano)noten. Elke boom is uniek, dus elke jaarring levert andere muziek op.

Traubeck ontwikkelde de boomspeler in 2011 en bracht in augustus 2013 enkele (gelimiteerde) 12-inches uit, die nog altijd verkrijgbaar zijn (hier en hier). Het album ‘Years’ bevat muziek gemaakt door onder meer een eikenboom, een spar, een esdoorn en een els. Het klinkt interessant en eigenaardig – en helemaal als je van experimentele pianomuziek houdt.

Hier een uitgebreid interview over het Years-project en voor wie de smaak te pakken heeft gekregen, op zijn site is nog veel meer geinigs te vinden. Zoals twee gitaren die met elkaar communiceren, een uit elkaar getrokken stuk van Bach en een sample-kunstwerk rond ‘Good Vibrations’ van de Beach Boys. 

Araglin Vrijdag 19 December 2014 at 11:39 pm | | weird, interessant | Geen reacties
Gebruikte Tags: , ,

Jaarlijstje 2014

Je kunt je afvragen wat tegenwoordig nog de relevantie is van jaarlijstjes. Via Spotify, YouTube, Soundcloud en noem het maar op heb je toegang tot miljoenen artiesten en als iets je niet bevalt, zet je gewoon wat anders op. Het beste album van 2014? Dat kan net zo makkelijk een album uit 1964 zijn – als ik het voor het eerst hoor, is het voor mij nieuw. Maar goed, dat is misschien een wel heel subversieve benadering van het begrip ‘jaarlijstje’...

Met een scheef oog houd ik ze natuurlijk wel in de gaten – War On Drugs dat volgens Oor het beste album van 2014 uitgebracht, terwijl in Engeland St. Vincent hoge ogen gooit en al die andere lijstjes. En als vanzelf ga je – of je nu wilt of niet – nadenken over je eigen top 10. Ik ben er eens voor gaan zitten en gooide er in één ruk tien albums uit. Dit zijn natuurlijk niet de tien beste albums van 2014. Ben je mal. Die albums ga ik nog ontdekken!

Hammerfall – (r)Evolution
Soms is het fijn als een band gewoon doet wat je van ze verwacht. Na een wat wisselvalig album met een zombiethema (!) keert het Zweedse Hammerfall terug naar zijn wortels. En dat betekent dus power metal uit het boekje, inclusief hoge mannenzang van Joachim Cans en teksten over ridders, dranken en ander middeleeuws gespuis. Heerlijk.

Lana Del Rey – Ultraviolence
Op haar derde album ‘Ultraviolence’ is Lana Del Rey de vleesgeworden Jessica Rabbit. De samen met Dan Auerbach geschreven nummers zijn broeierig en bezwangerd met een David Lynch-achtige ondertoon, waarbij je elk moment verwacht dat er een lilliputter met een getrokken mes achter de gordijnen vandaan springt.

Brainwork – Cosmic Places
Na het bestuderen van de tracklisting (vier nummers die bij elkaar een uur duren) en de gebruikte synthesizers kreeg ik al het vermoeden dat ‘Cosmic Places’ wel eens een topalbum zou kunnen zijn. En inderdaad, Uwe Saher maakte elektronische muziek in de beste traditie van de zogenoemde Berliner Schule. Kosmonauten ahoy!

Temples - Sun Structures
Origineel kun je Temples bezwaarlijk noemen. Als je niet beter zou weten, had hun debuut ‘Sun Structures’ zo een onontdekt juweeltje uit de psychedelische jaren zestig kunnen zijn. Een scheutje Pink Floyd, Kinks en Led Zeppelin, een mespuntje Tame Impala en The Coral, afgemaakt met wat Oosterse invloeden. En dat alles in 12 kleurrijke liedjes.

FKA Twigs – LP1
FKA Twigs aka Tahliah Barnett is op haar debuut LP1 duister en kwetsbaar, maar bovenal sensueel. De productie, de mix van r&b, bass en triphop, de video’s, het artwork – alles klopt. Maar dat had ik pas door na ettelijke keren luisteren… Bijzonder intrigerend album van deze Britse met Jamaicaanse roots.

Jeroen van Veen – Piano Music
De uiterst productieve Nederlandse pianist Jeroen van Veen is waarschijnlijk het meest bekend door zijn uitvoeringen van met name Simeon Ten Holt (‘Canto Ostinato’) en Philip Glass, maar zijn eigen composities verdienen minstens net zoveel aandacht. Minimal music die met minieme verschuivingen maximaal resultaat sorteert.

A Spell Inside – Autopilot
Eigenlijk ontdekte ik pas tijdens het bestuderen van mijn Spotify Jaarlijst hoe vaak ik dit album heb beluisterd. En dan vooral tijdens de afwas. Het Duitse duo A Spell Inside maakt lekker doorstampende synthpop, waarbij de jaren tachtig nooit heel ver weg zijn. En voor de eerste keer nagenoeg volledig in het Duits. 

Zanov – Virtual Future
Na een stilte van 32 jaar bracht Zanov (oftewel Pierre Salkazanov) een nieuw album uit. En de Fransman pakt de daad naadloos weer op. Je wordt subiet de kosmische jaren zeventig in geslingerd, in gezelschap van analoge synthesizers die ronken en bonken dat het een lieve lust is. Prachtig.

Craig Leon - Interplanetary Folk Music
Heruitgave van Craig Leons ‘Nommos’ (1981) en ‘Visiting’ (1982), opgepoetst en wel. Twee volstrekt unieke albums. Metaalachtige, repetitieve ritmes, vervreemdende effecten - alsof je een rondleiding krijgt door een wereld die bevolkt wordt door wezens die zich voortbewegen met tentakels en beschikken over kieuwen en een snavelbek.

D’Angelo – Black Messiah
Dit is dus de reden waarom je niet al begin oktober een jaarlijstje moet samenstellen. Er kan altijd nog een magistraal album worden uitgebracht. En dat is wat D’Angelo heeft gedaan. Ik had niet verwacht dat ik zo onder de indruk zou zijn van ‘Black Messiah’. D’Angelo is op zijn derde album funky, innovatief én zet aan tot nadenken. Bam! Voltreffer.

O ja, deze artiesten schoten me ook nog te binnen (en dan ben ik er nog tientallen vergeten): Agalloch (‘The Serpent And The Sphere’), Wolves In The Throne Room (‘Celestite’), Hundred Waters (‘Moon Rang Like A Bell’), Tod Terje (‘It’s Album Time’), Fennesz (‘Bécs), Alpha Wave Movement (‘Celestial Chronicles’), Daily Planet (‘Two’) en Einstürzende Neubauten (‘Lament’). 

Mocht je een top tien, top vijf of top één paraat hebben, drop 'm in de comments! Ik ben benieuwd.

Araglin Woensdag 17 December 2014 at 10:23 pm | | Standaard, lijstjes | Drie reacties

Kersthits

Het is geen heimelijk genoegen, ik begin er al in november mee. Tot ongenoegen van mijn collega’s, die mopperen dat Sinterklaas nog niet eens is gearriveerd en dat er al weken pepernoten in de winkels liggen. Maar even later neuriën ze vrolijk mee met ‘All I Want For Christmas’, ‘Driving Home For Christmas’, ‘Last Christmas’ en al die andere klassiekers.

Heel veel variatie zit er niet in het kerstoeuvre, hoewel elk jaar talloze artiesten hun best doen om iets toe te voegen aan de kerstkanon. Zo luisterde ik vandaag naar het album ‘Christmas With Nick & Simon’, dat nog best aardig is ook. Het Volendamse duo snapt dat het scoren van een kersthit best lastig is, en pakt het daarom anders aan: deze week organiseren de Volendammers twee kerstconcerten in de Rotterdamse Ahoy. Nick (of Simon) op Nu.nl: "In Engeland bezoeken gezinnen traditiegetrouw kerstshows. Ons eerste kerstalbum hebben we daarom uitgebracht met het idee dat uit te bouwen tot een familie-evenement." Slim, want als dit aanslaat, zitten de twee tot in lengte der dagen gebakken.

Het scoren van een wereldwijde kersthit is echter een stuk lucratiever. Op deze manier ben je als artiest of als songwriter namelijk verzekerd van een stabiel jaarlijks inkomen, waar je weinig voor hoeft te doen. Nederlandse lijstjes zijn niet bekend, maar in Engeland waren dit vorig jaar de grootverdieners (omgerekend in euro’s en afgerond):

1. Slade - Merry Christmas Everybody (1973) - €645.000
2. The Pogues - Fairytale of New York (1987) - €486.000
3. Mariah Carey - All I Want For Christmas Is You (1994) - €438.000
4. Wham! - Last Christmas (1984) - €380.000
5. Cliff Richard - Mistletoe & Wine (1988) - €124.000
6. Band Aid - Do They Know It's Christmas? (1984) - €98.000
7. Shakin' Stevens - Merry Christmas Everyone (1985) - €68.000
8. The Pretenders - 2000 Miles (1983) - €57.000
9. East 17 - Stay Another Day (1994) - €38.000
10. Jona Lewie - Stop The Cavalry (1980) - €17.000

En dan zijn dit nog alleen maar de inkomsten van het Verenigd Koninkrijk van één jaar. Het is bovendien handig als het nummer veel gecoverd wordt, zodat de euroteller nog sneller stijgt. En in het geval van een kersthit die wereldwijd aanslaat, zit je helemaal geramd. Zo heeft ‘All I Want For Christmas Is You’ Mariah Carey (die het nummer schreef en produceerde met Walter Afanasieff) de afgelopen 20 jaar een slordige 53 miljoen dollar opgebracht. The gift that keeps on giving…

Toen ik probeerde uit te rekenen wat de twee ultieme kersthits ‘White Christmas’ (geschreven door Irving Berlin in 1940) en ‘Santa Claus is coming to Town’ (geschreven door Haven Gillespie en Fred J Coots in 1934) hebben opgeleverd, ontplofte mijn rekenmachine. Het zal vast niet weinig zijn.

Araglin Dinsdag 16 December 2014 at 11:31 pm | | Standaard | Geen reacties
Gebruikte Tags: ,

Vinylcomeback

Bij mijn plaatselijke Media Markt stonden ze allemaal netjes naast elkaar. De standaard digipack (17 euro), het doosje met de cd en dvd (27 euro), het doosje met de cd en de Blu-ray (32 euro) en de dubbel-lp (37 euro). Misschien was het toeval, maar in de paar minuten dat ik als een aasgier boven de uitgestalde muziekkarkassen vloog, zag ik drie, vier mensen de dubbel-lp van Pink Floyds ‘The Endless River’ onder hun arm steken en zich naar de kassa begeven.

Grappig. De meest ouderwetse variant is het populairst én het duurst. En dan moet je het ook nog stellen zonder de extra’s.

Het is illustratief voor de ‘vinylcomeback’ waar iedereen zo vol van is - hoewel de lp nooit weg is geweest, maar dit terzijde. In Nederland werden vorig jaar bijna 700.000 lp’s verkocht. Ter vergelijking: in 2011 waren dat er nog slechts 300.000. De lp is inmiddels goed voor bijna tien procent van de totale omzet in de fysieke muziekmarkt. Maar goed, dat is nog altijd ‘slechts’ 7,6 miljoen euro. De cd is toch echt verantwoordelijk voor het merendeel van de overige 68,4 miljoen euro. (En voor wie het zich afvraagt: de totale omzet van de muziekmarkt in Nederland, dus inclusief streaming en downloads, bedroeg in 2013 130,2 miljoen.)

In Engeland zijn de cijfers nog florissanter: dit jaar zullen er 1,2 miljoen lp’s zijn verkocht. Het is voor het eerst sinds 1997 dat er zo veel vinyl over de toonbank is gegaan. Maar als je wat dieper in de cijfers duikt, blijkt het wel mee te vallen. Vinyl blijft een niche product, dat verantwoordelijk is voor slechts 2 procent van de totale Engelse muziekmarkt.

Waarom wordt de lp dan beschouwd als de redder van de muziekindustrie? Om te beginnen valt er aan een lp simpelweg meer te verdienen. Ik heb geen onderzoek gedaan naar de gemiddelde vinylprijs, maar heb zo het zeer sterke vermoeden dat die best hoog is. En dat zou ook best eens kunnen gelden voor de leeftijd van de gemiddelde vinylkoper (ik gok op +35), die dergelijke bedragen probleemloos neertelt.

Lp’s zijn namelijk cool. Door vinyl in huis te halen, laat je zien dat je een échte muziekliefhebber bent. Je maakt expliciet zichtbaar waarnaar je luistert. Een lp is de perfecte interieuraccessoire. Door nieuw vinyl in huis te halen, bevestig en benadruk je je imago.

Dat is ook de reden waarom je voor de dubbel-lp van ‘The Endless River’ 37 euro betaalt. Je betaalt niet voor de plaat, maar voor wat je ermee wilt uitstralen en laten zien. Het daadwerkelijke draaien is eigenlijk niet zo heel belangrijk. De meeste nieuwe lp’s komen met een downloadcoupon, waarmee je de mp3’tjes kunt downloaden of de muziek kunt streamen, zonder de lp uit de hoes te hoeven halen. Het is een rare paradox: je geniet van vinyl, zonder van vinyl te genieten. En dat is ook de reden waarom er in de Vinyl Top 50, de wekelijkse ‘lp-hitlijst’ van Nederland, zoveel klassiekers staan: albums van Nirvana, Portishead, Led Zeppelin, U2 enzovoort. De platenlabels zijn ook niet gek; zij kennen hun kopers.

Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op vinyl en het snuffelen naar vergeten synthesizerklassiekers. En natuurlijk zijn er nog vinylliefhebbers, die het liefste hun collectie compleet willen hebben of zich hebben gespecialiseerd in een niche. En dat het Haarlemse Record Industry, de grootste vinylperserij van Europa, dit jaar maar liefst 5,4 miljoen platen fabriceerde (in 2013 waren dat er 3,8 miljoen), is goed nieuws. Maar het blijft marginaal. Vinyl als laatste der (fysieke) Mohanikanen...

Araglin Dinsdag 16 December 2014 at 12:36 am | | overpeinzing | Geen reacties
Gebruikte Tags: ,

Trip down memory lane

Na dat akkefietje met de Fotograaf weet ik meer van auteursrecht dan me lief is. En om te voorkomen dat ik onverhoopt en onverwacht weer een schadeclaim aan mijn broek krijg, ben ik momenteel met een sleepnet door mijn archieven aan het gaan. Het is geen excuus natuurlijk, maar in de begindagen van Araglin.nl (eind 2003) waren weblogs in Nederland nog een relatief nieuw fenomeen. En was het soms nog niet geheel duidelijk wat wel en wat niet was toegestaan; denk aan het embedden van YouTube-filmpjes of het linken naar mp3’tjes die elders op een server stonden.

Maar goed, om gedoe te voorkomen heb ik met mijn virtuele machete rücksichtslos afbeeldingen verwijderd waarbij je auteursrechtelijke vraagtekens kon stellen. Want die ene Boze Fotograaf is geen uitzondering. Zo werd de TROS begin december veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan het internationale fotopersbureau Getty Images. De omroep had in 2012 drie via Google gevonden foto’s op de site van het programma Radar geplaatst, zonder toestemming te vragen aan Getty. De TROS moest bijna 1500 euro betalen – da’s 500 euro per foto. Ik moest meer betalen, overigens.

En terwijl ik me begaf op deze trip down memory lane, heb ik ook maar gelijk teksten verwijderd die ik in de loop der jaren heb overgenomen van andere bronnen. Want zo heeft bijvoorbeeld krantenbedrijf De Persgroep, waartoe onder anderen Trouw en de Volkskrant behoren, het bureau Auxen (vroeger bekend als Cozzmoss) in de arm genomen.

Dit bureau speurt het web af naar websites waarop (kranten)artikelen zijn geplaatst waarvoor geen auteursrecht is betaald. Vaak gaat het om kleine sites en weblogs die honderden en soms duizenden euro’s schadevergoeding moeten betalen. De hoogte van dit bedrag wordt berekend op basis van de ‘economische waarde’. Redelijk willekeurig wordt uitgegaan van een woordprijs van 36 tot 44 cent, waarbij de boete wordt verdubbeld (‘verlies aan misgelopen inkomsten van potentiële abonnees’) en er nog een bedrag bijkomt om het ‘misbreuk op te sporen’. Een doorgeplaatst artikel (of een pdf’je) van 1000 woorden kan dus zomaar een factuur van 1200 euro opleveren.

Niet dat ik vind dat je maar van alles op je site mag zetten zonder toestemming te hoeven vragen, maar het lijkt wel alsof alle redelijkheid uit het raam is geknikkerd. De blogger als melkkoe. Maar in ieder geval: wie per ongeluk wat in mijn archieven roert en op witte plekke stuit, I’m working on it…

Araglin Maandag 15 December 2014 at 4:02 pm | | overig, Standaard | Geen reacties
Gebruikte Tags: , ,

Kerst met Christopher Lee

Na een week vol drukte en afspraken was ik wel weer even toe aan een ontspannen weblogstukje. En dat bleek een stukje over vinylverkopen – waar ik manmoedig aan was begonnen - niet te zijn. Halverwege het tikken dwaalden mijn gedachten af, begon ik zachtjes ‘Driving Home For Christmas’ te neuriën en opeens dacht ik: hee, heeft Christoper Lee dit jaar eigenlijk weer een kerstliedje gemaakt? En jawel! De inmiddels 92-jarige acteur heeft voor het derde achtereenvolgende jaar een toepasselijk liedje uitgebracht. Deze keer is dat ‘Darkest Carols, Faithful Sing’, een metalvariant op ‘Hark! The Herald Angels Sing’.

Inderdaad, metal. Want Lee is al sinds een jaar of tien een enthousiast liefhebber van het stevige gitaarwerk. Zo werkte hij samen met Italiaanse symfonische metalformatie Rhapsody en het Amerikaanse Manowar. Na een album met covers verscheen in 2010 ‘Charlemagne: By the Sword and the Cross’, een soort… heavy metal-hoorspel-opera, gevolgd door het wat ruigere ‘Charlemagne: The Omens of Death’ (2013). Om zijn 93ste verjaardag luister bij te zetten, bracht Lee in mei dit jaar het mini-album ‘Metal Knight’ uit, waarop de acteur klassiekers als ‘My Way’, ‘The Toreador March’ en ‘The Impossible Dream’ van een metaljasje voorziet.

Maar goed, kerstliedjes dus. In december 2012 zag ‘A Heavy Metal Christmas’ het licht (met ‘The Little Drummer Boy’ en ‘Silent Night’) en een jaar later ‘A Heavy Metal Christmas Too’ (met ‘Jingle Hell’ en ‘My Way’). De single ‘Jingle Hell’ belandde in de Billboard Hot 100 (op een niet onverdienstelijke 18e plek), waardoor Lee de oudste, nog levende artiest is die ooit in deze Amerikaanse hitlijst heeft gestaan. En deze week verscheen ‘Darkest Carols, Faithful Sing’, dat lekker doorrockt inclusief heerlijke gitaarsolo’s van de fantastische Hedras Ramos en natuurlijk de sonore basstem van Christopher Lee.

“Het is een vrolijk, grappig liedje. Op mijn leeftijd is het belangrijkste om actief te blijven en dingen te doen die ik écht leuk vind. Ik weet niet hoe lang ik nog op deze aardbol rondloop, dus elke dag is een feestje.” Aldus Lee, ook wel bekend als Saruman uit de Lord of the Rings-trilogie, graaf Dracula en vele, vele andere epische rollen. Heerlijke vent. ‘Glory to the metal kings!’

Araglin Vrijdag 12 December 2014 at 12:40 am | | weird | Geen reacties
Gebruikte Tags: , , ,

Zanov is terug!

Het blijft jammer dat het succes van Jean Michel Jarre er niet voor heeft gezorgd dat er een bloeiende elektronische scene is ontstaan in Frankrijk. Terwijl veel Duitse muzikanten elkaar in de jaren zeventig kenden en opzochten (waarbij er vooral in Berlijn en Düsseldorf een levendige synthesizergemeenschap ontstond), was dit in Frankrijk niet het geval. Muzikanten als Didier Bocquet, Richard Vimal, Richard Pinhas (Heldon), Didier Marouani en Jean Michel Jarre kenden elkaar niet of nauwelijks. En moesten dus min of meer zelf het elektronische wiel uitvinden en een publiek zien op te bouwen. 

Neem nu de carrière van Zanov, oftewel Pierre Salkazanov (ook wel gespeld als Zalkazanov). Gelijktijdig met Jarre's 'Oxygène' verscheen in 1976 Zanovs debuut-lp 'Green Ray', dat heerlijk analoog wegluistert (ik schreef er al eerder over). Opvolgers 'Moebius 256 301' (1977) en 'In Course of Time' (1982) waren eveneens ijzersterk, maar werden niet opgepikt door het grote publiek. Of het gebrek aan succes ermee te maken had weet ik niet, maar Zanov verdween vanaf 1982 ogenschijnlijk van de aardbodem. Zijn albums werden niet op cd uitgebracht (of anderszins beschikbaar gemaakt) en langzaam maar zeker raakte hij in de vergetelheid.

Tot nu dan. Want enkele maanden geleden verscheen er vanuit het niets een nieuw Zanov-album: ‘Virtual Future’. Salkazanov was ooit van plan om in 1984 het album ‘Nous reprenons notre avenir’ uit te brengen, waaraan hij begonnen was in 1979. (Om het verwarrend te maken: ‘In Course Of Time’ was al afgerond in 1978, maar de lp zou pas in 1982 worden uitgebracht.) Het kwam er niet van. De Fransman had andere dingen aan zijn hoofd: een gezin, zijn baan, dat soort dingen.

Ik heb het zo het vermoeden dat (de inmiddels gepensioneerde?) Salkazanov tijdens het opruimen van zijn zolder op de oude tapes stuitte en dacht: verrek, helemaal vergeten! Hij besloot de muziek te digitaliseren en af te maken met behulp van een Arturia Origin. Helaas was hij niet meer in het bezit van zijn oude synths (te weten een VCS-3, ARP 2600, RMI Harmonic synthesizer en Korg PS-3300), dus het eindresultaat is een grappige combinatie van oud en nieuw.

Hoe het klinkt? Waanzinnig! Alsof er de afgelopen 32 jaar niets is gebeurd. Je wordt subiet de jaren zeventig in geslingerd, in gezelschap van analoge synthesizers die ronken en bonken dat het een lieve lust is en zich al psychedelisch zwierend een weg door de kosmos banen. Het heeft wel iets weg van de beklemmende albums die Klaus Schulze in de jaren zeventig maakte, hoewel de sound van Zanov veel voller en ‘metaliger’ is. Prachtig.

Het album is te koop en te downloaden via CD Baby en gelukkig ook te vinden op Spotify (direct hieronder af te spelen als je een Spotify-account hebt). In dit YouTube-filmje een impressie van zo’n drie minuten voor wie nog overtuigd moet worden.

Araglin Donderdag 04 December 2014 at 11:54 pm | | elektronisch | Twee reacties

Mick Jagger en de Moog

In 1967 brachten de Rolling Stones hun eerste en enige psychedelische album uit. 'Their Satanic Majesties Request' werd gepresenteerd als het antwoord op 'Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band' van de Beatles, dat een paar maanden eerder was verschenen.

Maar waar de Beatles met een ontegenzeggelijk meesterwerk op de proppen kwamen, was 'Their Satanic Majesties Request' een bizar allegaartje van Afrikaanse ritmes, Mellotrons, kampvuurliedjes en kunstig gearrangeerde ballads. O, en vergeet vooral niet de prachtige hoes met onder andere een als tovenaar uitgedoste Mick Jagger.

Het album flopte – niet in de laatste plaats omdat de fans niet zo goed wisten wat ze ermee aan moesten. (Ik schreef er eerder een uitvoerig verhaal over.) De daaropvolgende lp (‘Beggars Banquet’ uit 1968) liet weer een vertrouwd geluid horen en tot zover de psychedelische experimenten van de Stones.

Maar. Er is altijd een maar, nietwaar? Volgens de overlevering had Mick Jagger speciaal voor de opnames van 'Their Satanic Majesties Request' een heuse Moog-synthesizer gekocht; met in zijn achterhoofd de gedachte het instrument te gebruiken om weirde, buitenaarde geluidseffecten te creëren. Het kwam er echter niet van en de Moog belandde op Jaggers zolder.

Ergens in 1968 kwam Jagger in contact met regisseur Kenneth Anger, die probeerde de korte film ‘Lucifer Rising’ (ook daar schreef ik eerder over) van de grond te krijgen. Toen dat niet helemaal volgens plan verliep, besloot Anger om wat anders te maken: het elf minuten durende ‘Invocation of My Demon Brother’ (1969), dat naar verluidt bestond uit aan elkaar gemonteerde scènes van ‘Lucifer Rising’.

‘Invocation of My Demon Brother’ is een bijzonder vreemde film. En dat is nog zacht uitgedrukt. Surrealistische beelden van halfnaakte mensen die zitten te blowen uit een schedel worden afgewisseld met fragmenten van een satanisch ritueel. Kenneth Anger zelf is te zien als ‘the Magus’, die driftig met een Nazi-vlag aan het wapperen is en een boek van Aleister Crowley verbrandt. Satan verschijnt uiteindelijk ten tone: gestalte gegeven door niemand minder dan Anton Szandor LaVey, de omstreden oprichter van de Church of Satan. Daarna volgen beelden van een Stones-optreden, een soldaat uit de Vietnam-oorlog en muzikant/acteur Bobby BeauSoleil die ook als satan figureert. Met BeauSoleil liep het later overigens heel slecht af – hij zit nog altijd in de gevangenis (zie elders op mijn log).

Deze brij aan desoriënterende beelden wordt vergezeld door rare elektronische muziek, gespeeld door... Mick Jagger, die speciaal voor Kenneth Anger zijn Moog weer onder het stof vandaan had gehaald. Volgens de regisseur speelde Jagger de ‘soundtrack’ in één sessie in. Bovendien was het de eerste keer dat de Stones-zanger überhaupt met de Moog aan de slag ging. De zenuwachtige noise blijkt wonderwel samen te gaan met de demonische trip die Anger de kijker voorschotelt.

‘Invocation of My Demon Brother’ is nog altijd een monument van weirdheid, een duister testament van de late jaren zestig, toen bleek dat Summer of Love ook zo zijn schaduwkanten had.

Jagger bleef intussen stug dooroefenen op zijn Moog. In 1970 maakte hij zijn acteerdebuut in de film ‘Performance’ van regisseurs Donald Cammell en Nicolas Roeg. Het was de bedoeling dat de Rolling Stones de soundtrack zouden verzorgen, maar na een hoopoplopende ruzie tussen Mick Jagger en Keith Richard over Anita Pallenberg (destijds de vrouw van Richard én de hoofdrolspeler in de film) werd dit plan de nek omgedraaid.

Gelukkig hebben we de beelden nog. In een promofilmpje voor ‘Performance’ zien we Jagger achter zijn Moog zitten, terwijl hij schalks in de camera kijkt (vanaf ongeveer 1:48 minuut). Het wachten is nog altijd op een compleet instrumentaal album van Mick…

Araglin Maandag 01 December 2014 at 11:22 pm | | weird, Standaard | Geen reacties