Where Do You Go To?

Geïnspireerd door artiesten die succes hadden met lange nummers waarin ze een uitgebreid, bijna literair verhaal uit de doeken deden, begon de in 1941 in India geboren, in Engeland opgegroeide en in Kopenhagen wonende Peter Sarstedt in 1969 ook aan iets dergelijks te werken. ''Ik wilde een verhaal vertellen in de folkclubs waar ik optrad en vond het geweldig dat Bob Dylan met zijn nummer 'Sad Eyed Lady of the Lowlands' een complete lp-kant vulde. Al Stewart had zelfs succes met een track van een half uur! Dat wilde ik ook!'', aldus Sarstedt.

Het verhaal had hij al in zijn hoofd, de hoofdpersoon ook. En na de opnames duurde 'Where Do You Go To (My Lovely)?' bijna vijf minuten. Veel te lang voor een single, zo vond zijn platenmaatschappij. En bovendien, zo mopperden de platenbonzen, waarom zitten er eigenlijk geen drums in het nummer? Sarstedt hield voet bij stuk en slaagde erin zijn label te overtuigen. En terecht: de single werd een wereldhit en haalde onder meer de vierde plek in de Nederlandse hitlijsten.

Een van de grote charmes van 'Where Do You Go To (My Lovely)?' waren de vele referenties naar beroemdheden (variërend van Marlene Dietrich tot de Rolling Stones en Picasso), die enorm tot de verbeelding spraken. Er kwamen al snel uiteenlopende geruchten op gang. Gaat het nummer over Sophia Loren? Of is de Marie-Claire over wie Sarstedt zingt, toch eigenlijk de Deense zangeres en cabaretière Nina van Pallandt is? Peter Sarstedt heeft altijd volgehouden dat hij Marie-Claire, die zichzelf uit de achterbuurten van Napels omhoog heeft gewerkt tot de jetset, uit zijn duim heeft gezogen. Anderen zijn er echter heilig van overtuigd dat het lied een eerbetoon is aan de grote liefde van Sarstedt, die in 1965 bij een hotelbrand tragisch om het leven kwam.

Grote successen heeft Sarstedt na zijn hit nooit meer gekend. In 1997 probeerde hij het met een vervolg, 'The Last of the Breed (Lovely 2)', maar ook deze poging was geen succes.

Uit: 'Top 2000 - tien jaar liedjes, lijstjes en verhalen', uitgeverij L.J. Veen, 2008. ISBN 978-90-204-2200-9. Enigszins aangevuld en herschreven. Wie overigens behoefte heeft aan 'The Best of Peter Sarstedt', moet hier maar eens klikken...

arnold Zondag 28 Februari 2010 at 01:06 am | | Standaard | Twee reacties

Mix, part III

Ik ben de eerste om toe te geven dat de vaart er niet echt inzit. Eind 2008 zette ik mijn eerste 'New Age, World & Lounge Mix' online. Oftewel: een uurtje chillen op relaxte muziek, voornamelijk bedoeld om mijn treinreis wat te veraangenamen. Enkele maanden later maakte ik een nieuwe mix, wederom gevuld met een rustgevend allegaartje. En daar bleef het bij.

Tot vandaag, bijna een jaar later, toen ik opeens de geest kreeg en een derde mix in elkaar sleutelde. Beter laat dan nooit, zullen we maar zeggen. Ga lekker in bad liggen (of in je luie stoel of waar dan ook), zet je mobiel voor een uurtje op stil en laat de naadloos in elkaar overlopende tracks van onder andere Karunesh, Jesse Cook, Medwyn Goodall & Runestone, Prem Joshua en Trio Mediaeval als een zomers briesje over je heen komen: New Age, World & Lounge Mix #3 (192 kbps, 89 MB – inclusief een txt-bestandje met de tracklisting). En voor de liefhebbers: een WeTransfer-link. Overigens zijn de eerste twee mixen nog altijd beschikbaar: mix 1 (128 kbps, 61 MB) en mix 2 (192 kbps, 86 MB).

O, als je niet van belletjes, sitars en kalmerend synthesizergepingel houdt, mag je deze download gerust overslaan.

Admin Vrijdag 26 Februari 2010 at 01:01 am | | Standaard | Eén reactie

E-boek

2010 wordt het jaar van het e-boek, aldus experts. Maar ho, wacht, dat zou het vorig jaar toch ook al worden? Ja nee ja, maar nu echt! Aldus dezelfde experts. Nu valt het met een doorbraak vooralsnog wel mee, in weerwil van de cijfers waarmee bijvoorbeeld internetwinkel Bol.com (14.000 verkochte e-boek-lezers in 2009) en diverse downloadplatforms schermen (in totaal 60.000 e-boeken gedownload). Ter vergelijking: in totaal gingen er in Nederland vorig jaar ruim 50 miljoen papieren boeken over de toonbank, dus waar hebben we het over.

Maar goed, ik zit nagenoeg elke dag in de trein en heb ik altijd wel wat te lezen bij me en dus, zo zou je zeggen, is een e-boek dé ultieme oplossing. Dat was ook mijn idee en toen ik dan ook de kans kreeg een paar dagen rond te sjouwen met het topmodel van Sony, greep ik die met beide handen aan. Maar om heel eerlijk te zijn was de lol er al na vijf minuten af.

Over het enigszins warrige, iTunes-achtige boekenbeheerprogramma kan ik me nog wel heen zetten, over de fractie van een seconde vertraging tussen het virtueel omslaan van de pagina's hoor je mij niet zeuren, en dat mijn pdf-bestanden niet worden geopend of herkend – ach een kleinigheid. Maar hadden de knappe koppen bij Sony nu echt niet in de gaten dat de Reader spiegelt als een waanzinnige en je tijdens een treinreis of simpelweg op de bank in de woonkamer vrij weinig anders kan doen dan je haar kammen in het apparaat? En opmerkelijk genoeg is de helderheid of backlight niet aan te passen.

De Sony Reader is dus vooralsnog geen succes. Heel erg is dat nu ook weer niet, want ik heb nog stapels ongelezen boeken liggen. Intussen komt echter heel zachtjes een alternatief aangeslopen: het luisterboek (of in hippere bewoordingen: het audioboek). Ik geef toe, het klinkt nogal sullig, maar het is best relaxed om af en toe onderweg een verhaal in je oren gefluisterd te krijgen. Zo ben ik me momenteel door een groot aantal geinigr hoorspelen naar de Bommel-boeken van Marten Toonder aan het werken. De verhalen worden voorgelezen door onder andere Kitty Courbois en Chantal Janzen, terwijl acteurs in de huid kruipen van de bekende personages Ollie B. Bommel (Mark Rietman), Tom Poes (Jacob Derwig), Professor Sickbock (Ad van Kempen) en Hiep Hieper (Roeland Fernhout) – om er een paar te noemen. Er staan er nog een paar online, dus leef je uit.

En voor wie  niet zo'n Bommel-fan is, is Stephen Kings audioboek 'Vet goed' ('Stationary Bike') wellicht wel aardig. In dit oorspronkelijk alleen als audioboek verschenen verhaal (voorgelezen door Bart Schoones) besluit de zwaarlijvige dertiger Richard Sifkitz op dieet te gaan. Hij koopt een hometrainer, en slaat enthousiast aan het sporten. Maar misschien gaat hij wat al te rigoureus te werk... 'Vet goed' is geen meesterwerk, wel bijzonder de moeite waard. Luister zelf (320 kbps vbr, 78 MB). Meelezen kan desgewenst ook: de novelle is te vinden in Kings verhalenbundel 'Na zonsondergang' (Just after sunset') uit 2008.

arnold Donderdag 25 Februari 2010 at 12:33 am | | Standaard | Eén reactie

Cleaning Women

Het in 1997 opgerichte Finse trio Cleaning Women houdt er kennelijk van om mensen op het verkeerde been te zetten. Het begint al bij de naam: je zou verwachten drie frisse poetsvrouwen aan te treffen, maar nee, het gaat om drie heren, die zo weggelopen lijken te zijn uit een Tim Burton-film.

De groepsleden gaan door het leven als CW03, CW01 en CW04 en bespelen tal van zelf in elkaar geknutselde instrumenten, waaronder een drumstel dat is samengesteld uit tenminste drie wasmachines.  Voor zover ik kon achterhalen uit de bijzonder wazige songteksten is het eind vorig jaar verschenen derde album  'U' (net als voorganger 'Aelita - The Queen Of Mars' uit 2005) een conceptalbum. Het verhaal speelt zich af in de verre toekomst, als het einde van de mensheid nadert. Op een verre planeet aanbidt een mijnwerkerskolonie in fervente religieuze vervoering een verzameling 'eeuwige energiestenen', die opgedolven zijn uit mijnen die vele millennia oud zijn. Of zoiets dergelijks.

De instrumentale opener 'Quartarius' klinkt hoogst intrigerend: een Blue Men Group-achtige drone, rinkelende, metaalachtige percussie en bezwerende, 'chantende' zang. Het tweede nummer, 'Across The Void', borduurt verder op de ingeslagen sfeervolle weg, terwijl het half in een fantasietaal gezongen 'Nozeryu' langzaam verandert in een min of meer 'gewoon' liedje met Talking Heads- en Sigur Rós-elementen, 'The Miners' Song' in zijn kielzog meeslepend. En net als je denkt het trucje door te hebben, schuurt het instrumentale, desolate 'Dead Birds Can't Fly' voorbij. 'U-235' en Oxygen Mask' schroeven het tempo dan weer op. De acht minuten durende afsluiter 'Scythians' valt te omschrijven als een muzikale samenvatting van het voorgaande half uur: knarsende akkoorden, een syncopische beat, afgesloten door machinale ritmes en bijkans religieus gezang.

Cleaning Women combineert machinale toekomstpop met intrigerende soundscapes, die je meenemen naar een vervreemdende wereld.Interessant is wel het minste wat je over 'U' kunt zeggen. En na een paar keer luisteren weet ik nog steeds niet helemaal wat ik er mee aanmoet - maar zijn dat niet de leukste albums?

arnold Donderdag 18 Februari 2010 at 9:38 pm | | review | Geen reacties
Gebruikte Tags: , ,

Astrophobia

Het is dat het met mijn mentale gezondheid wel snor zit, anders was ik na het luisteren naar het album ‘Black Zodiac’ van de Amerikaanse formatie Astrophobia ongetwijfeld rijp voor opname in een gezellig ingericht gesticht, met zachte gecapitonneerde wanden en begripvol personeel.

Je zou het debuut van Astrophobia kunnen omschrijven als een paranoïde allegaartje van spacerock, doom metal, psychedelica, noise en ondefinieerbare vaagheid - 'cosmic chaos' noemt de band het zelf. De songteksten gaan over ziekte, duisternis en allerhande akelige wezens die in de ruimte ronddwalen (hoor ik daar iemand Lovecraft roepen?), op zoek naar snode manieren om dood en verderf te zaaien - vandaar dus ook de bandnaam. Astrophobia is namelijk een aandoening waarbij je een abnormale angst ontwikkelt voor de ruimte, sterren, planeten en dergelijke. Wie last heeft van deze fobie is vaak doodsbenauwd voor aliens en vermoedt overal Area 51-achtige samenzweringen.

De tracks dragen weliswaar prachtig welluidende titels als 'Interstellar Super Evil', 'Universe of Darkness' en 'Cosmic Penetration part I', maar die kunnen niet verhullen dat het allemaal wel erg veel op elkaar lijkt en vaak klinkt alsof je wasmachine hoognodig eens een flinke doorsmeurbeurt nodig heeft - of als een boze en strontchagrijnige Rob Zombie die de synthesizer heeft ontdekt.

Maar goed, Astrophobia mag dan soms een beetje stuurloos heen en weer zwalken door een inktzwart universum, het heeft wel wat - al dan niet in een dwangbuis. Hier alvast een voorproefje.

arnold Woensdag 17 Februari 2010 at 5:28 pm | | review | Twee reacties
Gebruikte Tags: , , ,

Trio Mediaeval

''Ik dacht wel dat je hier zou zijn!'', zei vriendin Eva. Ze had zojuist haar cd van Trio Mediaeval laten signeren en was naar mij op zoek. Ik had me uit de naar de uitgang drommende menigte losgewurmd en was via een omtrekkende beweging op het podium beland, waar ik me nieuwsgierig had ontfermd over de op een tafeltje achtergebleven tja... 'klankstaven' is misschien nog wel de beste omschrijving. Een soort gecapitonneerde drumstokjes, waarbij door een zwaai met de arm een klankschaal-achtig geluid wordt voortgebracht. Fraai en meditatief – ik had zoiets in ieder geval nog nooit eerder gehoord. Ik kon de verleiding niet weerstaan even te spelen met de klankstaven, die nog nadampten van het concert. Geweldige instrumenten! Ik ga ze ook kopen...

Maar om bij het begin te beginnen: vriendin Eva en ondergetekende wandelden afgelopen zondagmiddag door de Utrechtse binnenstad, toen we een stoet mensen voorbij zagen trekken, op weg naar de Pieterskerk. Ha! Er is vast iets te doen, zo dachten wij, en sloten ons netjes aan. En tot onze verrassing bleek er een concert van Trio Mediaeval op het programma te staan. Oftewel, drie Noorse dames, luisterend naar de sprookjesachtige namen Anna Maria Friman, Linn Andrea Fuglseth en Torunn Østrem Ossum, die polyfonische muziek zingen uit de Engelse en Franse middeleeuwen, afgewisseld met oude en traditionele Noorse liedjes en ballades. Prachtige, verstilde muziek - of althans, zo meende ik me te herinneren. Een soort high-end Estampie of Laïs, om het eens heel erg oneerbiedig te zeggen.

Gelukkig waren er nog kaartjes beschikbaar en we schoven we aan in de houten kerkbanken, nog net niet klapperend van de kou. Het eerste deel van het programma bestond uit middeleeuwse ballades en heldendichten, gezongen door de 28-jarige Kim André Rysstad. Fraai uitgevoerd, maar enigszins eentonig en een lange zit omdat we natuurlijk geen klap verstaan van die Noorse liedjes (hoewel in het programmaboekje een beknopte samenvatting stond). Na de pauze was de beurt aan Trio Mediaeval, dat er moeiteloos in slaagde de ruim driehonderd aanwezigen in ademloze vervoering te laten luisteren naar een uitgekiende mix van modern en klassiek: muziek van zowel hun debuut 'Words Of The Angel (Soir, Dit Elle)' uit 2001 (met een centrale rol voor het 'Messa de Tournai' uit de 14e eeuw), opvolger 'Stella Maris' (2004) als het in 2007 verschenen 'Folk Songs', waarop de drie dames hun Noorse wortels verkennen. Loepzuiver, soepel, gracieus en etherisch.

Gaat dat zien! Trio Mediaeval geeft deze week nog een aantal concerten in Nederland (woensdag Concertgebouw Amsterdam, donderdag Muziekcentrum Frits Philips in Eindhoven, vrijdag De Doelen in Rotterdam, zaterdag Concertzaal Tilburg en zondag Stadsschouwburg Heerlen). En voor wie het zich afvraagt: ga er eens goed voor zitten (het trio maakt geen hapklare brokken André Rieu-klassiek!) en luister naar een handvol tracks (320 kbps, 35 MB) om eens kennis te maken.

arnold Dinsdag 16 Februari 2010 at 12:50 am | | concerten | Geen reacties
Gebruikte Tags: , ,

Muziek als reclame

De cd was al afgeschreven en nu is ook de (betaalde) muziekdienst aan de beurt. Althans, dat beweert Bob Pitmann, de Amerikaanse zakenman die in de jaren tachtig onder meer muziekzender MTV oprichtte. Pitmann: ''Artiesten moeten hun muziek gebruiken om een merk te bouwen, zodat geld kan worden verdiend aan concerten en merchandising. Misschien moeten ze een sponsor vinden, die hun laatste album voor een miljoen dollar koopt en het wegschenkt.''

Pitmann: ''Echte fans zullen zich verontwaardigd tonen omdat hun idolen geen geld meer zullen verdienen aan de verkoop van hun liedjes. Maar zo gaat het vandaag al in onder meer China, waar het businessmodel van de toekomst reeds actief is. 99% van alle gedownloade muziek in het land is illegaal; 85% van de cd's - ook in de winkels- zijn piraatexemplaren. Chinese artiesten, zelfs de mateloos populaire groep Yu Quan, hebben begrepen dat ze geen geld zullen verdienen door plaatjes te verkopen, maar dat de inkomsten zullen voortvloeien uit sponsordeals, reclameboodschappen en vooral concerten. Platenmaatschappijen? Auteursrechten? Laat me niet lachen. Niet in China.''

De oplossing? Het zogeheten 360 graden-model, dat op mijn log al diverse keren eerder de revue passeerde. Een artiest tekent geen contract voor een of meerdere albums bij een label, maar een totaalcontract. Een concertpromotor als Live Nation houdt zich niet alleen bezig met het uitbrengen van de muziek van de gecontracteerde artiesten, maar ook met de merchandise, de tournees, promotie, het sluiten van deals met game-ontwikkelaars en noem het maar op. En dat legt Live Nation geen windeieren: vorig jaar bedroeg de omzet 4,2 miljard dollar, 12,6% meer dan een jaar eerder.  Volgens Pitmann zal een dergelijk model binnen nu en de komende tien jaar gemeengoed worden. Artiesten geven hun muziek gratis weg, als lokkertje voor hun optredens of juist om potentiële adverteerders werven. Muziekwinkels, al dan niet in digitale vorm, zullen volgens Pittman niet meer bestaan.

Mja, dit kan allemaal wel zo zijn, maar altijd als ik dergelijke verhalen hoor, krijg ik de indruk dat de desbetreffende visionair vooral kijkt naar grote en gevestigde namen. Natuurlijk, ik geloof best dat artiesten veel geld kunnen verdienen aan optredens, maar wat als je net begint en nog naam moet maken en nog lang niet in staat bent om volle zalen te trekken? Of als je je bezighoudt met niet al te populaire genres of muziek die zich maar lastig live ten gehore laat brengen? Of als je weigert een dergelijk (wurg?)contract te ondertekenen? Daar hoor je dan weer niemand over. (Bron)

Admin Maandag 15 Februari 2010 at 12:14 am | | overpeinzing | Geen reacties
Gebruikte Tags:

Carnaval 2010

Officieel begint carnaval pas op zondag, maar toen ik zojuist op station Utrecht Centraal rondliep, zag ik al tal van vrolijk uitgedoste mensen enthousiast rondhossen in een boerenkiel. Je zou bijna zin krijgen om af te reizen naar Oeteldonk en de dichtstbijzijnde polonaise op te zoeken. Carnaval mag dan tegenwoordig vooral bestaan uit een paar dagen bier drinken en meezingen met melige liedjes, in het feest komen elementen terug die al duizenden jaren oud zijn: het omkeren van machtsverhoudingen, het kronen van een schertsfiguur en het door de stad rijden met een narrenschip.

In het oude Mesopotamië vierde men een vijfdaags lentefeest, waarbij een slaaf voor heel even tot koning werd gekroond en in een praalwagen rondgereden - om na afloop op te brandstapel te belanden. Romeinen gingen uit hun bol tijdens de zogenoemde Saturnaliafeesten: de slaven mochten dan hun meesters bespotten, die maskers droegen om herkenning te voorkomen. Het heidense feest was een doorn in het oog van de Katholieke Kerk en lange tijd verboden. Pas toen in 1091 tijdens de Synode van Benevento de officiële lengte van de vastentijd werd vastgelegd (40 dagen), werd het lentefeest oogluikend toegestaan als laatste verzetje voordat een periode van bezinning aanbrak. Uit diezelfde tijd stamt ook de naam 'carnaval', dat ofwel is afgeleid van 'carne vale' (afscheid van vlees) ofwel van 'carrus navalis' (scheepskar).

De reformatie en het opkomend protestantisme zorgden ervoor dat carnaval weer een ondergronds bestaan moest leiden. Met de terugtrekking van Napoleon begin 19e eeuw, staken de oude tradities weer de kop op en in 1840 vond in Maastricht de eerste carnavalsoptocht plaats, georganiseerd door de stichting Momus, genoemd naar de Griekse god van gekkigheid en bespotting. Carnaval is bij uitstek de gelegenheid om jezelf eens lekker te laten gaan. Tijdens de industriële revolutie had het een protestfunctie, nu is het meer een sociaal gebeuren.

Maar goed, als je je door al dit geleuter hebt geworsteld en nog een beetje in de stemming moet komen: luister en download naar 'De Carnavals Top 50' (224 kbps, in totaal 264 MB, het wachtwoord is: Party), met carnavalskrakers als 'Er staat een paar in de gang' (André van Duin), 'Polonaise Hollandaise' (Arie Ribbens), 'Bij ons staat op de keukendeur' (De Twee Pinten), 'Als het gras twee kontjes hoog is' (Hydra), 'De Souza' (De Bloaskaken), 'Bloemetjesgordijn' (Wim Kersten & De Viltjes), ''s Nachts Na Tweeën' (De Havenzangers), ''Het Bananenlied' (De Boswachters), 'Heb je even voor mij' (Frans Bauer), 'En nou die hendjes de lucht in' (Van Alles We) - en nog veel en veel meer. Deel 1, deel 2 en deel 3. Alaaf!

Admin Vrijdag 12 Februari 2010 at 10:10 pm | | Standaard | Negen reacties

Goldberg-variaties (reprise)

Graaf Hermann Carl von Keyserling (de Russische gezant aan het hof van de Saksische keurvorst in Dresden) kon 's nachts maar moeilijk de slaap vatten. De meeste mensen drinken dan een glas warme melk of proberen wat te lezen, maar de graaf had een veel betere methode: hij maakte zijn huismuzikant Johann Gottlieb Goldberg wakker (een zeer begenadigde pianist van 14 die in de kamer naast hem sliep) en liet hem net zo lang ontspannen deuntjes op zijn klavecimbel spelen tot hij weer in slaap viel. En lukte dat niet, dan moest Goldberg de hele nacht door blijven pingelen terwijl Keyserling zo'n beetje lag te dommelen in bed. Na een tijdje was Goldberg door zijn repertoire heen en aangezien het met de slapeloosheid van de graaf niet opschoot, had hij behoefte aan nieuwe stukken.

Von Keyserling was goed bevriend met Johann Sebastian Bach, en de graaf besloot hem eind 1741 te vragen om enkele klavecimbelstukken te componeren ''met een rustig doch vrolijk karakter". Met andere woorden: wat ontspannen easy listening voor in de nacht. Bach stemde toe; de graaf had hem eerder geholpen aan een baantje aan het hof en dit was een mooie kans om zijn schuld in te lossen. Bach had er zich met een jantje-van-leiden vanaf kunnen maken door met een handvol lullige slaapliedjes op de proppen te komen, maar in plaats daarvan componeerde hij dertig verrassende variaties op een aria, vol technisch vernuft en innovatieve hoogstandjes – een meesterwerk.

Bach werd voor zijn werk beloond met een gouden bokaal gevuld met honderd Louis d'or – een fortuin in die tijd. Graaf Keyserling was in zijn nopjes met het stuk, en gaf het direct aan zijn huispianist, die het vervolgens nachtenlang en tot vervelens toe uitvoerde en het stuk tevens zijn naam gaf: de Goldberg-variaties. Luister naar een uitvoering door de Hongaars-Engelse pianist András Schiff (320 kbps vbr, 86 MB).

arnold Woensdag 10 Februari 2010 at 11:05 pm | | klassiek | Twee reacties
Gebruikte Tags: , ,

99 Luftballons

Sommige liedjes zing je gedachteloos mee, zonder echt meer stil te staan bij de songtekst of de periode waarin het een hit werd. Alsof het desbetreffende liedje zich heeft losgezongen van vroeger en een eigen leven is gaan leiden.

Je zou het dan ook bijna vergeten, maar de jaren tachtig stonden voor een groot deel in het teken van de Koude Oorlog. Ook muzikaal. Doe Maar zong over een dreigende nucleaire oorlog, Klein Orkest zong over de Muur. In Engeland liet Frankie Goes To Hollywood de Amerikaanse president Ronald Reagan en Sovjetleider Tsjernenko het in de clip van 'Two Tribes' tegen elkaar opnemen – en dat ging er behoorlijk heftig aan toe. En in Duitsland brak de 23-jarige Gabriele Kerner (beter bekend onder haar koosnaampje 'Nenan') wereldwijd door met een liedje over negenennegentig luchtballonnen.

Wie goed luistert, hoort er de paranoia in terug die het begin van het decennium zo kenmerkte. De basis voor '99 Luftballons' wordt gelegd op 8 juni 1982 als Nena-gitarist en tekstschrijver Carlo Karges een concert bijwoont van de Rolling Stones in de Waldbühne in het toenmalige West-Berlijn. Als onderdeel van de show wordt een grote tros ballonnen in het luchtruim opgelaten, die na verloop van tijd door de speling van de wind meer op een vreemdsoortig vliegtuig lijkt dan een verzameling gekleurde ballonnen.

Karges vraagt zich af hoe de soldaten aan de andere kant van de Berlijnse muur zullen reagteren als dat 'vliegtuig' het Oost-Duitse luchtruim binnendringt. De Koude Oorlog bereikt in 1984 haar hoogtepunt als Amerika en Rusland in een schijnbaar niet te stoppen wapenwedloop verzeild raken. '99 Luftballons' vertaalt Karges mijmering: hoe iets onschuldigs als een tros ballonnen een allesverwoestende wereldoorlog zou kunnen ontketenen. De wereld voelt mee en het wordt overal – in de Duits- én in de Engelstalige versie als '99 Red Balloons' – de hit die het gevoel van de Koude Oorlog het beste weergeeft.

(Uit: 'Top 2000 - tien jaar liedjes, lijstjes en verhalen', uitgeverij L.J. Veen, 2008. ISBN 978-90-204-2200-9. Enigszins aangevuld en herschreven.)

arnold Dinsdag 09 Februari 2010 at 12:43 am | | Standaard | Twee reacties

Metal Machine Music

Lou Reeds 'Metal Machine Music' (1975) is geen album dat je opzet als je gezellig hutspot zit te eten met je vriendin. Sterker nog: ik kan eigenlijk nauwelijks een gelegenheid indenken waarbij deze lp volledig tot zijn recht komt - of je moet een geflipte seriemoordenaar zijn, op zoek naar een onderhoudend achtergrondmuziekje tijdens het uitbenen.

Het is nog altijd een groot raadsel wat Lou Reed precies voor ogen stond toen hij de dubbel-lp uitbracht: 64 minuten gevuld met... tja, herrie. De vier nummers (Metal Machine Music, deel 1 tot en met 4) bestaan uit overstuurde gitaarfeedback, zonder ook maar enige ontwikkeling of melodie. Het gepiep en geknars is weliswaar door Reed nog enigszins bewerkt, maar ligt nog altijd als een bonk rauw vlees op de maag. In de begeleidende tekst beweert Reed  de heavy metal te hebben uitgevonden en beschouwt hij 'Metal Machine Music' als het onvermijdelijke eindpunt van dat genre. ''This record is not for parties, dancing, background or romance'', zo waarschuw hij nog, mocht je denken dat het allemaal wel zal meevallen.

Het ligt voor de hand om het album te beschouwen als een grote grap, maar Reed zelf is bloedserieus – voor zover je dat kunt nagaan. In een interview met muziekjournalist Lester Bangs zegt hij inspiratie te hebben opgedaan bij klassieke symfonieën, waaronder Beethovens 'Eroica'. Sterker nog: sommige 'melodielijnen' (ahum) zouden zijn ontleend aan Beethoven en Reed heeft er naar eigen zeggen (tevergeefs) voor geijverd om 'Metal Machine Music' uit te brengen op Red Seal, het klassieke label van zijn platenmaatschappij RCA.

Bangs is een van de weinige recensenten die redelijk positief is over het album. In zijn essay 'How to Succeed in Torture Without Really Trying' (1987) schrijft hij: "as classical music it adds nothing to a genre that may well be depleted. As rock 'n' roll it's interesting garage electronic rock 'n' roll. As a statement it's great, as a giant FUCK YOU it shows integrity—a sick, twisted, dunced-out, malevolent, perverted, psychopathic integrity, but integrity nevertheless."  Anderen beschouwen 'Metal Machine Music' dan weer als een gewiekste zet van Reed om van zijn platencontract af te komen – iets dat hij overigens altijd heeft ontkend – of als een fiasco van ongekende proporties. Zo riep het Engelse muziekblad Q de lp in 2005 uit tot het op drie na slechtste album aller tijden.

Brian Eno verwoordde het bijzonder fraai en signaleerde opmerkelijk genoeg raakvlakken met de muziek waar hij destijds mee bezig was. In 1995 schreef hij in zijn dagboek: "Reed's Metal machine music was released the same week - twenty years ago - as Discreet Music. Discreet Music was soft, calm, melodic and reassuringly repetitive, without a single sound other than tape hiss about 1500 Hz, whereas MMM is as abrasive and unmelodic as possible, with almost nothing below - and yet they occupy two ends of what was at the time a pretty new axis — music as immersion, as sonic experience in which you float. The roots of Ambient."

'Metal Machine Music' is de geschiedenis ingegaan als een van de eerste noise- en industrial-albums en heeft, hoe je het ook wendt of keert, grote invloed gehad op tal van (al dan niet experimentele) lawaaimakers als bijvoorbeeld Sunn O))), Merzbow en misschien ook wel Nine Inch Nails. En door (of beter gezegd: dankzij) alle ophef, zijn er alleen in Amerika een slordige 100.000 exemplaren van verkocht. Luister zelf: 'Metal Machine Music' (320 kbps, 140 MB - of via WeTransfer)

arnold Zaterdag 06 Februari 2010 at 12:20 am | | weird | Eén reactie
Gebruikte Tags: , ,

De nieuwe Neil (door: Frits Abrahams)

[Frits Abrahams schrijft dagelijks een column in NRC Handelsblad, die steevast het lezen waard is. Zijn column van woensdag 3 februari stond hiet eerst.]  

Die jongen moet nog beginnen. Wat we op de bewuste cd horen en bij Matthijs in de tv-studio erbij konden zien, is het verdienstelijke amateurwerk, goed voor een avondje in het jongerencentrum als er een beetje bij geblowd mag worden. Van jongens als Tim Knol lopen er honderden in Amerika rond en ze lijken muzikaal allemaal op elkaar. Ze treden op in bars en op straat, soms ook in Europa, ze verkopen hun zelfgemaakte cd’s en dan komen ze onderweg een leuk meisje tegen en worden ze huisvader met een nette baan.

Admin Woensdag 03 Februari 2010 at 11:25 pm | | gastbijdrage | Geen reacties

Muziek voor luchthavens

Ergens in 1977, de luchthaven van Keulen. Brian Eno zat uitgeput op een plastic stoeltje, middenin de hal - net teruggekeerd van een bezoekje aan zijn vrienden Dieter Moebius en Hans-Joachim Roedelius, waar hij weken achtereen had gesleuteld aan meditatieve, verstilde elektronica. Vol verbazing en ergernis keek en luisterde hij naar de chaos om zich heen: de luid pratende mensen, de schreeuwerige omroepberichten en vooral de drukke achtergrondmuziek uit de speakers, die elk gesprek onmogelijk maakte.

Waarom, zo peinsde hij, moet er altijd van die drukke muziek worden gespeeld? Is het niet zinvoller om muziek te maken die weliswaar aanwezig is, maar toch ook weer niet? Hij noteerde deze gedachte in zijn notitieboekje en het daaropvolgende maanden sleutelde hij aan het album dat zou uitgroeien tot een mijlpaal in de muziekgeschiedenis: het prachtige 'Ambient 1: Music for Airports'.

Eno vervolmaakte de ideeën waarmee hij op bijvoorbeeld 'Another Green World' en 'Discreet Music' (beiden uit 1975) al had geëxperimenteerd en introduceerde eigenhandig een compleet nieuw genre, dat hij ook zijn naam gaf: ambient (afgeleid van het Latijnse werkwoord 'ambio', dat zoveel betekent als 'rondgaan'). 'Music for Airports' bevat vier (lange) tracks, die organisch rimpelen en schijnbaar achteloos en naadloos opgaan in de omgeving. Na verloop van tijd hoor je de muziek nauwelijks meer en merk je pas dat het nummer is afgelopen als het al een tijdje stil blijft... En tegelijkertijd: als je bewust luistert, hoor je hoe de muziek zich ontwikkelt en bijna 'ademend' door de ruimte golft. 

In tegenstelling tot 'muzak' of easy listening is het niet de bedoeling om ongewenste geluiden weg te filteren of je een bepaalde gemoedstoestand op te leggen. In de woorden van Eno zelf: ''Ambient music is intended to induce calm and a space to think. Ambient music must be able to accomodate many levels of listening attention without enforcing one in particular; it must be as ignorable as it is interesting.''

Lees meer »

arnold Woensdag 03 Februari 2010 at 12:05 am | | new-age | Eén reactie
Gebruikte Tags: ,