Sinds deze week is de nieuwe muziekdienst Jaha.nl in de lucht. Volgens initiatiefnemer Nico Kreuning, de voormalig commercieel directeur van Radio 538, zorgt Jaha ervoor dat we op een compleet nieuwe manier naar muziek gaan luisteren. Naja, bij nader inzien is het allemaal niet zo wereldschokkend. Het gaat namelijk puur om het streamen van muziek. Voor 9,95 euro per maand mag je tracks van 'al je favoriete artiesten' streamen. Jaha.nl beweert een aanbod te hebben van 1,5 miljoen nummers, maar een snelle blik op de website zorgt al voor een fikse desillusie. Het is niet mogelijk uitgebreid door het archief te snuffelen en alleen de titel wordt vermeld – vrijwel alle artiesten heten 'album'. De sectie 'New Age' telt het armoedige aantal van maar liefst zeven albums, met als populairste Jan Smits 'Boom boom bailando'.
Maar goed, dit zijn wellicht kinderziekten. Problematischer is het feit dat het met DRM beveiligde wma-formaat wordt gebruikt, Jaha.nl alleen raad weet met Windows Media Player, de site niet toegankelijk is voor Firefox-gebruikers en wie een Mac heeft of Linux gebruikt (of nog werkt met Windows 95), komt er ook niet in. De hamvraag is natuurlijk: wie betaalt er 10 euro per maand om liedjes te mogen streamen? Last.fm doet al jaren hetzelfde, is gratis, biedt eveneens de mogelijkheid om playlists te maken en schotelt je diverse op maat gesneden suggesties, muziekzenders en de nieuwste hits voor (en als je 2,50 euro per maand betaalt zijn er nog meer opties). DRM-beveiliging staat bovendien op het punt om afgeschaft te worden door de grote labels en online muziekwinkels.
Wie een beetje rondsurft komt tal van manieren op het spoor om legaal naar muziek te luisteren (shoutcast, Jamendo, Internet Audio Archive en noem het maar op). Keuning verwacht zo'n 200.000 abonnementen af te sluiten. In zijn dromen zeker. Maar goed, voor ik nu beticht word van muziekpessimisme: een proefabonnement op Jaha.nl is gratis en stelt je in staat om drie maanden lang elke maand 25 nummers te streamen.
Oké, oké ik had het kunnen weten, maar omdat het concert van Edgar Froese op 13 april in Eindhoven al is uitverkocht, besloot ik de dvd '35th Phaedra Anniversary Concert' in huis te halen. Froese gaf op 11 juni 2005 een concert in het Londense Shepherd Bush Empire om te vieren dat het toen precies 35 jaar geleden het eerste Tangerine Dream-album '‘Electronic Meditation' het licht zag én omdat hij in 2005 een (ronduit wanstaltige) nieuwe versie van het legendarische 'Phaedra' had uitgebracht.
Het Tangerine-oppperhoofd, diens zoon Jerome en Thorsten Quaeschning (aangevuld met de gastmusici Iris Camaa, Linda Spa en Zlatko Perica) speelden bijna drie uur onafgebroken oude en nieuwe nummers (waaronder 'Rubicon part 1', 'Logos' en 'Poland') en dat was een hele zit, vooral ook omdat het oudere werk in een zogenaamd hip en tenenkrommend jasje was gestoken. Het is dat Edgar Froese altijd chagrijnig kijkt, anders zou je bijna het idee krijgen dat hij veel liever was thuisgebleven om nog meer klassiekers uit zijn eigen oeuvre om zeep te helpen. Opvallend vond ik dat de drie hoofdpersonen geen authentieke apparatuur hadden meegenomen, maar met hun laptopjes verbonden synths. Achter hen was een groot scherm te zien, met projecties van de diverse Moog en Mini Moog vst-plug-ins die kennelijk werden gebruik. Kortom, ik kon niet echt zeggen dat ik onder de indruk was. Dan kijk ik nog liever naar 'Tangerine Dream Live at Coventry Cathedral'.
Lees meer »
Tjonge, het is dat er '2007' op het cd-doosje staat, want anders zou ik toch echt hebben geloofd dat platenmaatschappij World in Sound (distributie voor de Benelux: Clear Spot) met 'John sees Lilly' van To Get Her Together een vergeten psychedelica-klassieker uit de jaren zestig had opgedoken. Al direct na eerste tonen van opener ''Up to trouble too'' klotste er een zoete marihuanadamp uit mijn speakers, verschenen er hallucinerende vloeistofprojecties op de muur en stond er verbazingwekkend genoeg opeens een sfeerverhogende waterpijp op tafel. Tevreden lurkend zakte ik achterover in de bank terwijl ik werd meegevoerd op een buitenaardse getijdenstroom – om na een klein uurtje wakker te schrikken.
En terwijl mijn hoofd nog natolde van woeste opiumdromen, probeerde ik me te herinneren wat ik nu precies gehoord had: echo (heel veel echo!), orgels, iemand die klinkt alsof hij het album heeft opgenomen terwijl hij lekker in bed lag, rare geluidseffecten en jengelende gitaren. 'John sees Lilly' is één grote lsd-trip, en daar moet je van houden. Volstrekt wazige (maar tegelijkertijd extreem bezwerende) nummers worden afgewisseld met tracks die je met een beetje goede wil zou kunnen omschrijven als 'liedjes' (zoals bijvoorbeeld 'The Suns'). Jeff Sanger en (naar ik aanneem zijn vriendin) Alexa Marmon hebben zo te horen een direct lijntje met de geesten van Syd Barrett en Joe Meek of in ieder geval met de dealer om de hoek. Het stel uit Portland, Oregon levert met 'John sees Lilly' een muzikaal anachronisme af, dat rammelt, jengelt en voortdurend tegen de randen van de nuchtere smaak aanschuurt, maar vreemd genoeg werkt het. Voor mij dan. Op hun MySpace-account kun je diverse tracks beluisteren en om helemaal goed beslagen ten ijs te komen: op hun hopeloos gedateerde Tripod-site is hun zeven tracks tellende debuut-ep binnen te halen.
Komt een vrouw bij de dokter. ''Ik ben zo ontevreden over mijn seksleven, dokter'', zegt ze. ''Gaat u maar even liggen dan kijk ik er even naar'', antwoordt hij. Na enkele minuten roept hij enthousiast uit. ''Ik zie het al: uw clitoris groeit in uw keel!'' Gelukkig valt daar wel mee te leven, zoals de dokter haar demonstreert... Het klinkt als een slechte mop, maar toch is dit precies waar 'Deep Throat' (uit 1972) over gaat. De beruchte pornofilm werd afgelopen zaterdag (23 februari) uitgezonden door BNN (misschien wel de eerste publieke omroep ter wereld die een pornofilm uitzendt) en dat zorgde niet geheel verbazingwekkend voor de nodige controverse.
'Deep Throat' werd voor 25.000 dollar gemaakt en heeft inmiddels bijna 700 miljoen dollar opgebracht. Door menigeen (onder wie schrijvers Gore Vidal, Camille Paglia en Playboy-magnaat Hugh Hefner) wordt de film beschouwd als grensverleggend en als hét startpunt voor de seksuele bevrijding van het toen nog zeer preutse Amerika. Met 'Deep Throat'-regisseur Gerard Damiano liep het niet zo goed af; hij werd gechanteerd door de maffia en moest een groot deel van de opbrengt afstaan. En hoofdrolspeelster Linda Lovelace (een pseudoniem van Linda Susan Boreman (1949-2002), die voor haar rol overigens slechts 1.250 dollar ontving) kreeg later ontzettend spijt, werd een fel feminist en vertelde tegen iedereen die het maar wilde horen dat haar toenmalige man Chuck Traynor haar had gedwongen om seks te hebben met vreemden. Ze tekende haar levensverhaal op in twee autobiografieën ('Ordeal' en 'Bondage') en stierf in 2002 na een auto-ongeluk.
Lees meer »
Ik word vaak beticht van slechte smaak. Zit wel wat in, hoewel ik 'slecht' liever zou vervangen door... tja, 'anders'. Als het echter gaat over films, valt er niets te ontkennen: ik heb een groot zwak voor slechte horror- en SF-films. Met andere woorden: hoe meer zombies en ruimteschepen, hoe beter. Zo vond ik 'Alien vs. Predator' (2004) als een van de weinigen best een aardige film, zolang je maar niet al te diep nadacht en alles simpelweg over je heen liet komen.
Ik was dan ook benieuwd naar 'Alien vs. Predator: Requiem' (oftewel AvP:R, sinds vorige maand in de bioscoop) van de regisserende broers Colin en Greg Strause, waarin de snotterige aliens op aarde belanden. De eerste zes minuten waren in ieder geval veelbelovend en sloten naadloos aan op het vorige deel: uit het lichaam van een gestorven predator barst een alien. Het wezen zaait dood en verderf aan boord van het predator-ruimteschip, dat vervolgens neerstort op aarde. En natuurlijk hebben enkele aliens deze crash overleefd. Volgende scène: de predator-thuiswereld. Een predator komt tot de ontdekking dat er aliens ontsnapt zijn, stopt zijn rugzak vol met wapens en springt in zijn ruimteschip, op weg naar de aarde, waar de eerste menselijke slachtoffers al zijn gevallen.
Wie graag goede herinneringen wil blijven koesteren aan de vorige films, doet er goed aan na deze zes minuten te stoppen met kijken. AvP:R ontpopt zich namelijk tot een voorspelbare monsterfilm, met totaal overbodige plot-elementen, een hoop geschiet in het donker en suffe personages, om toe werken naar een anticlimax en een obligaat open einde-achtig iets. Bovendien is de predator nogal stom bezig; hij schiet extreem vaak mis en vergeet constant omhoog en omlaag te kijken (waar zich dan, verrassing!, een alien schuilhoudt). Ik vraag me af voor wie AvP:R bedoeld is: fans zullen niets nieuws aantreffen en verveeld en teleurgesteld afdruipen, terwijl wie nog nooit een Alien- of Predator-film heeft gezien, in opperste verbijstering achterblijft – er wordt namelijk totaal niets uitgelegd. Jammer. Overigens hebben de broers Strause al twee nominaties te pakken voor de Razzie Awards (de prijs voor de slechtste film van het jaar). Ik denk dat ze in de categorie 'Worst Excuse for a Horror Movie' nu al tot de grote kanshebbers behoren...
Als je het hebt over de geschiedenis van de elektronische muziek kom je al snel uit bij de Moog, de ondioline, de Trautonium en de theremin. Een instrument dat altijd in het verdomhoekje zit maar net zo belangrijk is geweest, is de ANS. De Russische ingenieur Evgeny Murzin sleutelde maar liefst twintig jaar aan deze vreemde oer-synthesizer (van 1937 tot 1957 - in zijn vrije tijd, dat dan weer wel). De ANS maakt gebruik van glazen platen waar 'tekeningen' op staan die worden omgezet in muziek. Hoe dit proces precies werkt, wordt uitgebreid uitgelegd op deze Wikipedia-pagina – de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik tijdens het lezen enigszins de draad verloor.
Murzin vernoemde de ANS naar de Russische componist Alexander Nikolayevich Scriabin (1872-1915), een notoire mafketel die gefascineerd was door Oosterse filosofieën en met enige goede wil valt te omschrijven als de eerste multimedia-kunstenaar. Murzin bouwde slechts één exemplaar van de ANS – niet zo heel verwonderlijk, het ding is ettelijke meters hoog en breed en weegt honderden kilo's. Tal van belangrijke Russische componisten schreven muziek voor de ANS, onder wie Alfred Schnittke en Edward Artemiev.
Laatstgenoemde gebruikte de synthesizer om vreemde geluiden te produceren voor de films van Andrei Tarkovsky. Vandaag de dag is het instrument te vinden in het Theremin Center in Moskou, waar hij trouw wordt onderhouden door Stanislav Kreichi, die geïnteresseerden de werking van het instrument uitlegt. De meeste musici die aan de slag gingen met de ANS konden de verleiding niet weerstaan om surrealistische, buitenaardse nummers te creëren, die nu vooral associaties oproepen met oude sciencefictionfilms uit de jaren vijftig en vroege krautrock (Tangerine Dreams 'Electronic Meditation' uit 1970 bijvoorbeeld).
Het Russische Electroshock-label bracht enkele jaren geleden een lastig te vinden verzamelaar uit, 'Archive Tapes Synthesizer ANS 1964-71', met twaalf intrigerende tracks van onder andere Stanislav Kreichi, Alfred Schnittke, Edison Denisov, Sofia Gubaidulina en Edward Artemiev. Geen gemakkelijke kost, wel uitermate intrigerend en een must voor liefhebbers van (experimentele) elektronische muziek. Luisteren doe je hier: deel 1 en deel 2 (256 kbps en respectievelijk 68 en 64 MB groot).
Hoewel ik zeer regelmatig een Ako of Bruna binnenstap, heb ik het nieuwe muziekblad Off the Record nog niet in de schappen zien liggen. Ik meende ergens gelezen te hebben dat dit initiatief van popjournalist Jean Paul Heck al het licht had gezien, maar het was geen wonder dat ik Off the Record nog niet had aangetroffen: het eerste nummer van dit tweemaandelijkse magazine verschijnt pas begin maart. Uitgever BCM (bekend van special interest bladen als Jazzism, Voetbal Magazine, Duik Magazine en De Hoefslag) heeft er in ieder geval het volste vertrouwen in: ''Het wordt een blad waarin alles samenkomt: muziek, film, cabaret en games. Off The Record gaat dit enorme gat in de entertainmentmarkt binnenkort glansrijk opvullen."
Kersverse hoofdredacteur Jean-Paul Heck krijgt hulp van onder andere Leon Verdonschot, Amanda Kuyper (NRC), Britt Stubbe (Nieuwe Revu), Gijsbert Kamer (Volkskrant), Jan Douwe Kroeske, Bart Wijlaars (Telegraaf) en Jan Vollaard (NRC). Platenketen Van Leest wordt sponsor. De nadruk zal komen te liggen op de grote namen: "binnen het huidige aanbod van muziek- en entertainmentbladen, is er weinig ruimte voor het mainstream product. Daar zal Off The Record verandering in brengen." Opvallend is verder dat Van Heck in een interview met 3voor12 meldde alleen positieve recensies te publiceren. "Wij hoeven consumenten niet te vertellen wat vreselijk is. Dat weten ze al, of lezen ze wel in andere media." Er wordt gestart met een oplage van 40.000 exemplaren en de bedoeling is dat dit aantal tegen het einde van dit jaar is opgelopen tot 65.000.
Ferme taal, hoewel ik me afvraag hoeveel mensen zitten te wachten op een tijdschrift met alleen maar jubelverhalen en (vertaalde) interviews met gerenommeerde artiesten (in het eerste nummer bijvoorbeeld Lenny Kravitz, Moby en Nick Cave) die zo mainstream zijn dat ze moeiteloos de overstap maken naar de opinie- en vrouwenbladen, glossy's en andere bladen. Maar goed, nog een paar weken geduld dus... (bron & bron)
Tom ter Bogt, hoogleraar Populaire Muziek en Jeugdcultuur, hield vrijdagmiddag (vrijdag 15 februari) een lezing in het Academiegebouw te Utrecht. Ik was er niet bij, maar heb wel een uitgebreid persbericht ontvangen (dank L-rs!), dat door diverse sites klakkeloos is overgenomen. De titel van het persbericht luidde 'Sexy muziekclips beïnvloeden opvattingen tienermeisjes' en dat somt het wel zo'n beetje op. Ter Bogt voerde een onderzoek uit onder 500 jongeren (13-16 jaar) en keek wat de invloed is van sexy videoclips op hun seksuele opvattingen. Hij concludeerde dat meisjes sterk beïnvloed worden door deze clips en sneller denken dat een sexy uiterlijk essentieel is voor vrouwen.
Waarschijnlijk is Tom ter Bogt even langs de Gamma geweest en waren de open deuren in aanbieding, want dit had ik ook nog wel kunnen bedenken. Ter Bogt concludeerde verder dat (en ik citeer) ''jongens niet bijster gevoelig zijn voor de muzieksmaak van hun vaders of moeders, behalve als het gaat om de afkeer of liefde voor klassieke muziek. Meisjes zijn daarentegen wel gevoelig voor de invloed van het klimaat waarin zij opgroeien en in hun smaak lijken zij in een aantal opzichten op hun ouders, vooral op hun moeders.''
Ter Bogt deed ook onderzoek naar de fascinatie voor muziek en komt tot de conclusie dat de liefde voor een bepaald type muziek stabiel is. De fascinatie voor artiesten kan komen en gaan, en het meelopen op een hype mag langere of kortere tijd duren.
Lees meer »
Hoog tijd voor weer eens een vergeten pareltje uit de jaren zeventig: 'Bruits et temps analogues' van Fransman Patrick Vian, de zoon van jazzmusicus Boris Vian. Patrick maakte begin jaren zeventig deel uit van de anarchistische rockgroep Red Noise, die nooit echt is doorgebroken. Aanvankelijk speelde Vian gitaar, maar dankzij Duitse voorbeelden als Tangerine Dream en Ash Ra Tempel besloot hij zijn zolder vol te stouwen met allerhande synthesizers (waaronder een Moog Modular en een ARP 2600) en samen met enkele vrienden een album met elektronische muziek op te nemen. Het resultaat verscheen in 1976 op het legendarische Egg Label. 'Bruits et temps analogues' was een bescheiden succes, maar vreemd genoeg verdween Vian kort na de release van de lp uit de schijnwerpers om zich te richten op... tja, andere dingen.
'Bruits et temps analogues' is geen standaard 'kosmisch album' (met nummers van minimaal een half uur) zoals je misschien zou verwachten. Hoewel het skelet wordt gevormd door elektronica, bestrijken de negen relatief korte tracks een breed uitwaaierend spectrum: elektro-jazzrock ('Sphere', 'Bad Blue' en 'R & B Degenerit!'), fascinerende wereld-elektro ('Barong Rouge' en 'Oreknock'), hallucinerende experimenten ('Tunnel 4, Red Noise' en 'Tricentennial Drag') en pure elektronische muziek à la Tangerine Dream en Cluster ('Grosse Nacht Musik' - de Duitse titel kan geen toeval zijn - en 'Old Vienna'). Jazzpercussionist Mino Cinelou (die eerder samenwerkte met onder andere Gong, Weather Report en Miles Davis) weeft aparte geluiden en instrumenten (zoals een gamelan in 'Barong Rouge') door Vians muziek en geeft het geheel een ongrijpbare en dromerige sound mee.
Het zou helaas bij dit ene album blijven, dat nooit op cd is verschenen. Luister daarom naar een prima vinyl-rip (192 kbps, 57 MB - met hier en daar een sfeerverhogend kraakje).
Beter laat dan nooit, zullen ze waarschijnlijk bij Buma/Stemra hebben gedacht, om Arnoud van Verbal Jam vervolgens alsnog een mailtje te sturen met de melding dat hij 'mogelijk' in overtreding is door op zijn log muziek en video's aan te bieden. Verbal Jam stond al een tijdje in de startblokken, wachtend op dat ene mailtje van Google-beroemdheid Jeroen Jordans, en nu het eenmaal zover is maakt hij korte metten met de manier waarop Buma/Stemra te werk gaat.
Tot zover is er eigenlijk niets nieuws onder de zon, ware het niet dat woordvoerster Noortje de Bakker nu wél snel met een reactie komt. Je moet het zien als een soort service'', vertelt ze op Nu.nl. ''Eigenlijk moeten gebruikers van rechtendragende muziek zich bij ons melden, maar wij gaan nu ook naar de gebruiker toe. Je kunt niet ineens met een rekening aan komen zetten, dat zou niet goed zijn. Zie het als een herinnering van de Belastingdienst om aangifte te doen terwijl je weet dat je dat jaarlijks moet doen."
Tja. Noortje mag dan wel proberen een zweem van rechtsgeldigheid over de acties te draperen, Buma/Stemra is gewoon een stichting, zonder opsporingsbevoegdheid. Bovendien ligt de bewijslast bij Buma en niet bij de webloggers. Kortom, een ordinair potje bangmakerij. En het grappige is dat de stichting dat ook zelf toegeeft en in een moeite door ook gelijk meedeelt iets goeds voor de maatschappij te doen: "Er gaat een afschrikwekkende werking vanuit [...] Dat de consument muziek aanvaardt als iets dat gratis is, is een maatschappelijk probleem." Tot slot slaat Noortje de Bakker nog een bemoederend toontje aan: "Als een weblog-eigenaar denkt dat hij ten onrechte zo'n e-mail ontvangt moet hij contact met ons opnemen, dan nemen we samen door wat er aan de hand is." Met andere woorden: Buma/Stemra stuurt een onduidelijke mail uit, creëert een wazig probleem zonder in details te treden en dan moet ik contact opnemen om alles op te lossen? Nog maar een keer: het moet niet gekker worden.
Lees meer »
Hier stond eerst een fragment uit het geweldige 'Zeepaardje met een hoed op' van Bas Albers en Gerard Janssen, oftewel de Easy Aloha's. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2006. Niet meer verkrijgbaar - dus raadpleeg bijvoorbeeld Boekwinkeltjes.nl of Bol.com.
Je hebt 'foute' muziek en foute muziek. Tot de eerste categorie behoort, volgens sommigen althans, de muziek van bijvoorbeeld Modern Talking en James Last. De tweede groep behelst muziek die bewust is gemaakt of gemanipuleerd om een achterliggende ideologie te verkondigen. Het hoeft geen betoog dat het dan in de meeste gevallen om twijfelachtige muziek gaat met een dubieuze boodschap. Neem nu het Horst Wessel-lied. Dit lied was ongekend populair in nazi-Duitsland en heeft anno 2008 nog steeds een (geheel terechte) nare en sinistere bijsmaak. In Duitsland is het verboden het Horst Wessel-lied in welke vorm dan ook ten gehore te brengen. Vanuit sociologisch oogpunt is het echter interessant om te bekijken hoe dit lied kon uitgroeien tot hét strijdlied van de NSDAP.
Horst Wessel (1907-1930) trad in 1926 toe tot de rechts nationaal-socialistische partij van Hitler, nadat hij eerder zijn heil had gezocht bij diverse scouting-achtige groepen. Wessel was jong en zat vol idealen; hij was werkelijk betrokken bij de armen en de werklozen en zag in de NSDAP een manier om te komen tot een 'heilstaat'. Paradoxaal genoeg had hij veel gemeen met zijn aartsvijanden de communisten, die hetzelfde ideaal nastreefden. Wessel zag het belang in van muziek als inspiratiebron en propagandamiddel en schreef talloze liederen en gedichten waarin hij de lof zong van de NSDAP. Hij werd pas echt bekend toen hij zijn eigen gedicht 'Die Fahne hoch' op muziek zette. Opvallend was dat, in tegenstelling tot veel andere nazi-strijdliederen, in Wessels tekst (zie onder) geen spoor van antisemitisme was te bekennen. Hoewel dat natuurlijk niet wil zeggen dat hij geen antisemiet was, want dat was hij ongetwijfeld.
Lees meer »
Hoog tijd voor weer eens wat (al dan niet) leuke links, documentaires en filmpjes om het weekend mee door te komen. Om nu weer een stukje te tikken over Buma/Stemra... Een compleet willekeurige verzameling in willekeurige volgorde: de documentaire 'John Lennon's Jukebox' (over Lennons inspiratiebronnen), creatief met lp-hoezen, Metallica's 'One' op de piano, een drummende robot en 'Sweet Child of Mine' op de sitar.
Verder: een eigenaardige sequencer die je bestuurt met knikkers, de tien belachelijkste black metal-clips ooit, een jonge organiste speelt 'Carry on My Wayward Sun' van Kansas en rockt erop los, de tien dingen die je niet wilt horen in een cd-winkel (aldus Jack Black), mijn stofzuiger klinkt als Chewbacca (die harigerd uit Star Wars), een fraai gemaakte reis door de kosmos, de Bo-Heman Rhapsody, muziek maken met snoepjes (serieus!), een half uur durende compilatie van tekenfilmnintro's uit de jaren tachtig en een dansende kip (kies de muziek en laat de kip dansen met je keyboard of muis).
En dan ben ik er nog niet: musicoloog Robert Garfias heeft prachtige muziek opgenomen en op zijn site gezet (en dan gaat het om ehhh... tja, niet alledaagse muziek: vooroorlogse muziek uit Japan, Nubische muziek en raga's uit India), zeven afleveringen van De Dik Voormekaar Show, de octopulse van Brit Leissler, beatboxen met je fluit, violist Alex Depue leeft zich uit op 'Owner of a Lonely Heart' en 'Smooth Criminal' (hij moet even op gang komen, maar dan gaat ie los) en albumhoezen van de Beatles... gemaakt met Lego.
Tot slot: The Music Cube, een geinig spelletje waarbij je de naam van een album of artiest moet raden aan de hand van een soort rebus, een prachtig schaalmodel van het geldpakhuis van Dagobert Duck, raad het retrospel en het intromuziekje, een Japanse versie van 'Smoke on the Water', een dj op een bruiloft (hilarisch! Uit 'Willy's en Marjetten', een Belgisch satirisch programma), nietsvermoedende metroreizigers worden verrast met een dansje, de onverwachte kanten van Céline Dion, 's werelds eerste en enige groentenorkest en mijn alltime favoriet: een briljante opname van Bert Kaempferts 'That Happy Feeling'.
En nog maar weer eens een stukje over Buma/Stemra. Oftewel, hoe een klein balletje uitgroeide tot een skippybal van behoorlijke proporties. Tal van sites hebben aandacht besteed aan de klopjacht op al die dekselse weblogs die zomaar YouTube-filmpjes embedden en liedjes streamen zonder licentie (zie hier voor een overzichtje). Het heeft er alle schijn van dat Buma/Stemra enigszins geschrokken is van alle commotie en aan het terugkrabbelen is. Hoewel de persvoorlichtser vandaag (7 februari) ziek was, heeft Nu.nl toch een reactie weten los te peuteren. Sinds begin dit jaar houdt een nieuwe Buma/Stemra-afdeling zich bezig met online muziek.
Kennelijk is al dat gelink en gestream deze afdeling een doorn in het oog en besloot men om zoveel mogelijk sites een dreigende mail te sturen. Vanzelfsprekend liet een groot aantal logs zich niet als makke schapen naar de slachtbank brengen en ging verhaal halen. In een reactie liet Buma/Stemra weten dat het illegaal is om YouTube-filmpjes te embedden en daarmee was de kous af.
Oeps, foutje, zo laat Noortje de Bakker weten, het was niet de bedoeling dat deze reactie verstuurd zou worden. "Een aantal van die aanbieders is nu aangeschreven over die geïntegreerde opname van filmpjes, maar dat was prematuur. We moeten ook kijken wat nu en in de toekomst praktisch en haalbaar is. [...] We zullen daarvoor ook overleggen met grote partijen die veel ervaring hebben met bijvoorbeeld het deze manier van aanbieden van rechtendragend materiaal" (bron: Nu.nl)
Een vreemd verhaal, als je het mij vraagt. Eerst aankondigen dat je 'er hard tegenaan gaat' en iedereen onderplassen, om vervolgens te zeggen dat je het zo niet bedoeld had en overijverige collega's de schuld geven. ''Een storm in een glas water'', aldus De Bakker. Knullig en bijzonder dom. Ik ben benieuwd wat ik over een maand of drie in mijn inbox aantref - de toon is gezet...
Anton Szandor LaVey (oftewel Howard Stanton Levy, 1930-1997) is de geschiedenisboeken ingegaan als de omstreden oprichter van de Church of Satan, de Satanskerk. Hoewel het satanisme niets nieuws was, werd het door LaVey eind jaren zestig onder de aandacht gebracht van een nieuw en voornamelijk jong publiek. LaVey presenteerde zich als een welbespraakte hedonist met een kleurrijk verleden en een mysterieus imago. Het voert te ver om de wazige denkbeelden van LaVey of diens warrige Satanic Bible uit de doeken te doen, want veel interessanter is het om stil te staan bij zijn carrière als musicus.
LaVey gaf op jonge leeftijd al blijk van groot muzikaal talent en kon als vijfjarige leeftijd al uitstekend uit de voeten op viool, drums, hobo, trombone, piano en orgel. Op 16-jarige leeftijd speelde hij professioneel hobo in het San Francisco Ballet Orchestra en later werd LaVey zelfs benoemd tot de officiële organist van de San Francisco Symphony. Hij werkte daarnaast als leeuwentemmer, goochelaar en organist in het circus en wist dus perfect hoe hij het publiek moest inpalmen. Een carrière als componist lag echter niet in het verschiet; LaVey kon dan weliswaar een heleboel instrumenten bespelen, maar geen leuke deuntjes schrijven. In plaats daarvan koos hij voor een carrière als ehh.. hogepriester.
In 1995 (twee jaar voor zijn dood) verscheen zijn album 'Satan Takes A Holiday', dat is gevuld met achttien orgeldeuntjes. Het gaat voornamelijk om bewerkingen van variété-nummers die in het begin van de 20ste eeuw redelijk populair waren (LaVey had een hekel aan 'moderne muziek') en voornamelijk handelen over zelfmoord, eenzaamheid en andere vrolijke onderwerpen. LaVey heeft niet alleen alles zelf ingespeeld, hij zingt ook af en toe. Hogepriesteres Blanche Barton en Nick Bougas (regisseur van de film 'Speak of the Devil' over het leven van LaVey) dragen eveneens een steentje bij.
Lees meer »
Om nog even terug te komen op het gedoe met Buma/Stemra: niet alleen ik, maar ook mijn zeer gewaardeerde collega's van MyOwnMusicIndustry (in 2006 winnaar van een Dutch Bloggie) hebben post ontvangen. Wat is het probleem? MOMI linkt vaak naar YouTube en de talloze filmpjes die artiesten zelf online hebben gezet. Of beter gezegd: de YouTube-filmpjes zijn 'embedded' op MOMI, een optie die YouTube nota bene zelf aanbiedt. En dat mag niet volgens de Buma/Stemra omdat er dan sprake is van ongeoorloofd webcasten: je maakt de filmpjes dan opnieuw openbaar en dat is tegen de wet. De oplossing? Het afsluiten van een licentie voor minimaal 26 euro per maand (dit bedrag houdt overigens gelijke tred met het aantal filmpjes). Het moet niet gekker worden.
Dat juist nu veel muzieklogs door Buma/Stemra onder vuur worden genomen, is geen toeval, zo lees ik op de site van c't: ''We zijn momenteel heel veel sites aan het screenen. We gaan er nu heel hard tegenaan. Er roepen zoveel mensen dat ze het voor een goed doel doen, maar het gaat om het principe. Het is van de zotte dat veel sites die aan webcasting doen die keurig betalen, gewoon beconcurreerd kunnen worden door sites die dat niet doen. Daarom scheren we nu iedereen over één kam. Als Buma/Stemra er geen actie tegen onderneemt, worden we daar na verloop van tijd zelf op afgerekend."
Ook mijn weblog wordt nog even genoemd: ''Gisteren werd de muziekweblog araglin.nl al aangeschreven door Buma/Stemra, maar dan wegens het op de eigen site aanbieden van muziek. Araglin bekritiseerde de sommatie, omdat het niet duidelijk zou zijn welke werken tot de Buma/Stemra-catalogus behoren en welke niet. Daarover zegt de Buma/Stemra-woordvoerder laconiek: "Als je muziek openbaar maakt die niet door Buma/Stemra beschermd wordt, dien je dat te vermelden."
Lees meer »
Kenners zullen ongetwijfeld meewarig met hun hoofd schudden, maar ik had nog nooit van het Amerikaanse duo Roger en Wendy Penney gehoord. Het tweetal stond eind jaren zestig aan de wieg van de zogenoemde 'psych folk'-beweging die was komen overwaaien uit Engeland. Aanvankelijk speelden ze (we hebben het nu over de zomer van 1967) onder de noemer Roger & Wendy voornamelijk in koffiehuizen in Greenwich Village, waar Roger opzien baarde met zijn zelf ontworpen elektrische autoharp en Wendy indruk maakte met haar etherische zang én baspel. Dankzij mond-tot-mond reclame en enthousiaste fans maakte het duo de stap naar de grotere clubs en speelden Roger en Wendy later in het voorprogramma van bekende namen als Billy Joel en Van Morrison. In 1969 richtten ze met enkele gelijkgestemden de folkgroep Euphoria op, om na een klein jaartje de handdoek in de ring te gooien en het weer samen te proberen.
In 1971 zag hun debuut-lp 'Roger and Wendy' het licht, zes jaar later gevolgd door 'Bermuda Triangle' (zoals het tweetal zich inmiddels noemde). Van een doorbraak op grote schaal is nooit sprake geweest. Misschien dat de re-issue van laatstgenoemd album (inclusief zes bonustracks) daar verandering in brengt, want de psychedelische folk van Roger en Wendy (op de albums aangevuld met diverse gasten) is werkelijk wonderschoon en bezwerend, zonder al te gedateerd of té freakerig over te komen. De betoverende zang van Wendy en de eigenzinnige autoharp van Roger (die af en toe gezellig meebromt) zorgen voor een unieke sound, waarbij opvalt dat ook de details smaakvol zijn ingekleurd (let bijvoorbeeld eens op de prachtige arrangementen in 'Tucson' of de stemmige cover van 'Nights in white satin'). Bijzonder fijn! En wie de smaak te pakken heeft gekregen, kan zijn hart ophalen met de cd 'The missing years', gevuld met nog niet eerder verschenen nummers uit de jaren zeventig.
Overigens maken Roger en Wendy nog steeds muziek en zijn ze regelmatig live te bewonderen; check hun site voor enkele fragmenten. 'Bermuda Triangle' is te vinden/bestellen in iedere goede platenzaak – voor de Nederlandse distributie tekende Clear Spot International.
Ik ontving een mail van Jeroen Jordans van Buma/Stemra, en niet omdat hij Araglin.nl nu zo’n leuke site vindt: ''Naar aanleiding van een onlangs bezoek aan uw website www.araglin.nl sturen wij u deze e-mail. Op uw website hebben wij geconstateerd dat daar mogelijk muziekwerken op zijn geplaatst welke (beschermde) muziekwerken bevatten. Vooralsnog is het ons niet bekend dat u daarvoor de desbetreffende auteursrechtelijke toestemming heeft verkregen voor het plaatsen ervan op uw website.'' Opvallend is het gebruik van de woorden ‘mogelijk’ en ‘vooralsnog’ – alsof meneer Jordans even snel door mijn log zapte en dacht: ''Mmm, dit ziet er veelbelovend uit. Ik zoek later wel uit hoe en wat, eerst even een mail sturen.'' Om welke muziek of tracks het nu precies gaat, wordt niet vermeld.
Jordans vervolgt (en ik citeer letterlijk, zonder iets aan te passen): ''Uiteraard zetten wij hierbij gaarne uiteen hoe een en ander in Nederland op dat gebied geregeld is. Conform de Auteurswet 1912 is het wettelijk noodzakelijk dat alle gebruikers die muziekwerken (die behoren tot het Buma/Stemra repertoire) in het openbaar ten gehore brengen of mechanische verveelvoudigingen maken, vóóraf toestemming van Buma/Stemra verwerven voor het gebruik mogen maken van die muziekwerken. Ook het gebruik maken van muziekwerken via Internet (door b.v. het plaatsen van muziekwerken op een website) valt onder de auteursrechtelijke term ‘openbaar’.''
Lees meer »
Hier stond eerst een fragment uit het geweldige 'Zeepaardje met een hoed op' van Bas Albers en Gerard Janssen, oftewel de Easy Aloha's. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2006. Niet meer verkrijgbaar - dus raadpleeg bijvoorbeeld Boekwinkeltjes.nl of Bol.com.
Aan mijn lijf geen polonaise! Ik ben opgegroeid boven de rivieren, zoals dat zo mooi heet, en heb geen enkele behoefte om een boerenkiel aan te trekken en hossend door de straten te trekken. Hoewel carnaval tegenwoordig vooral bestaat uit een paar dagen bier drinken en meezingen met melige liedjes, komen in het feest elementen terug die al duizenden jaren oud zijn: het omkeren van machtsverhoudingen, het kronen van een schertsfiguur en het door de stad rijden met een narrenschip.
In het oude Mesopotamië vierde men een vijfdaags lentefeest, waarbij een slaaf voor heel even tot koning werd gekroond en in een praalwagen rondgereden – om na afloop op te brandstapel te belanden. Romeinen gingen uit hun bol tijdens de zogenoemde Saturnaliafeesten: de slaven mochten dan hun meesters bespotten, die maskers droegen om herkenning te voorkomen. Het heidense feest was een doorn in het oog van de Katholieke Kerk en lange tijd verboden. Pas toen in 1091 tijdens de Synode van Benevento de officiële lengte van de vastentijd werd vastgelegd (40 dagen), werd het lentefeest oogluikend toegestaan als laatste verzetje voordat een periode van bezinning aanbrak. Uit diezelfde tijd stamt ook de naam 'carnaval', dat ofwel is afgeleid van 'carne vale' (afscheid van vlees) ofwel van 'carrus navalis' (scheepskar). De reformatie en het opkomend protestantisme zorgden ervoor dat carnaval weer een ondergronds bestaan moest leiden.
Met de terugtrekking van Napoleon begin 19e eeuw staken de oude tradities weer de kop op en in 1840 vond in Maastricht de eerste carnavalsoptocht plaats, georganiseerd door de stichting Momus, genoemd naar de Griekse god van gekkigheid en bespotting. Carnaval is bij uitstek de gelegenheid om jezelf eens lekker te laten gaan. Tijdens de industriële revolutie had het een protestfunctie, nu is het meer een sociaal gebeuren. Maar goed, voor wie nog enigszins in de stemming moet komen, heb ik de grootste hits van Lodewijck van Avezaath in de aanbieding (zie hier).
|
|