Een week of wat geleden kreeg ik een mailtje van Edwin van der Velde, frontman van de Utrechtse wave-formatie Zwarte Poëzie. Begin dit jaar schreef ik een stukje over hun eerste demo 'Andere fantasie', die best aardig was en vooral smaakte naar meer.
Edwin had dit stukje gelezen, was aangenaam getroffen en meldde dat er inmiddels een nieuwe demo online stond: 'Posturen' (te downloaden in een zipje of te beluisteren via MySpace). Zwarte Poëzie maakt maakt sobere wave zoals The Cure in hun begindagen, waarbij Edwin verrassend genoeg in het Nederlands zingt. De tweede demo bevat wederom drie tracks: 'Dans de vage blik', 'Matties' en 'Deutschland'. Het eerste nummer is old school wave, met jengelende gitaartjes, de basloopjes van Sanne Korf en de lichtelijk opgewonden stem van Edwin. 'Matties' is wat moderner, vooral dankzij de wat minder voorspelbare drumritmes. Hekkensluiter 'Deutschstrand' is een cover van 'Killing an Arab'. Jammer is alleen de nogal flauwe tekst over Duitsers, het strand en hun gewoonte kuilen te graven (''Hey wass soll das? Das strand ist besetzt!''). Het zal ongetwijfeld grappig zijn bedoeld, maar ik vond het vooral misplaatst.
En zo blijf ik voor de tweede keer achter met het gevoel dat Zwarte Poëzie veel meer in zich heeft dan dat het duo nu laat horen. Edwin van der Velde en Sanne Korf zijn overigens naarstig op zoek naar 'podia en andere krochten' op te kunnen treden. Een toetsenist en drummer zouden eveneens mooi meegenomen zijn.
Hoe Zwarte Poëzie live klinkt, is te beluisteren op 'Het Kamerconcert' (zipje van 49 MB), opgenomen in juli 2006 – vooral het lichtelijk naar A Flock of Seagulls neigende 'Grijs verleden' viel bij mij erg in de smaak. Kom maar op met die derde demo Edwin!
"Ze zijn mooi, beroemd en rijk, en stammen stuk voor stuk uit een van de oudste adellijke geslachten van Europa. Maar wie denkt dat dit genoeg is voor de leden van de Grimaldi-clan om gelukkig te zijn heeft het mis. In de 20ste eeuw werden de leden van het Monegaskische vorstenhuis door zoveel tegenslagen, drama's en onmogelijke liefdes getroffen dat men inmiddels praat over de vloek van de Grimaldi's. Of: hoe een eeuwenoud vorstenhuis veranderde in een hedendaagse soap-opera..." (Bron: Koning en Keizerrijken – ik had het zelf niet beter kunnen verwoorden.)
Het enfant terrible van de Europese royalty is ongetwijfeld de nu 41-jarige prinses Stéphanie van Monaco. Na de tragische dood van haar moeder Grace Kelly kreeg de prinses door haar vader Rainier in feite de vrije hand en stortte ze zich vol overgave op haar grote hobby: mannen, en dan met name de verkeerde mannen. Haar vader had natuurlijk graag gezien dat ze met een goedgemanierd koningsjongetje thuiskwam, maar in plaats daarvan viel ze op gladde playboys, nachtclubeigenaren, Rob Lowe, John F. Kennedy jr., pooiers, haar lijfwacht, een monegaskische politieagent, een vrachtwagenchauffeur, een kok in een snackbar, haar butler en als klap op de vuurpijl een circusdirecteur en een acrobaat (niet tegelijk).
De aandacht van de op sensatie beluste media mag dan voornamelijk uitgaan naar haar turbulente liefdesleven, de prinses heeft nog een andere hobby: muziek. Ze heeft een handvol albums uitgebracht, gevuld met aardige Franstalige en Engelstalige pop, overgoten met ladingen jaren tachtig synths. Ze zingt op zo'n typische Vanessa Paradis-achtige manier, met een charmant Frans accent. Met name in Frankrijk en haar thuisland Monaco scoorde ze best aardig, hoewel er natuurlijk wel altijd bij werd gezegd dat het ging om muziek van een prinses. Luister, om eens kennis te maken, naar 'The Best of Stéphanie' (320 kbps, 154 MB – wachtwoord is RobertPOland). Met dank aan het prima muzieklog van Roberto Poland (jammer alleen dat ik geen Pools kan lezen...)
Eerste akte: de kleine Clara en haar familie hebben zich verzameld rond de kerstboom. Ze drinken warme chocomel met slagroom en het is allemaal reuze gezellig. Dan wordt er plotseling aan de deur geklopt en stapt er een mysterieuze man naar binnen: Herr Drosselmeyer, een mysterieuze oom met een lange baard met etensresten. Hij zeult een grote zak met cadeautjes naar binnen en begint met uitdelen. Iedereen krijgt een presentje, behalve Clara. (Ik heb geen idee waarom zij niets krijgt, misschien houdt die oom niet zo van kleine meisjes.) Clara zet het op een janken en schuldbewust rommelt Drosselmeyer in zijn zakken om te kijken of-ie misschien nog een rolletje drop kan opduiken. Na enig zoeken haalt hij een notenkraker in de vorm van een potsierlijk mannetje uit zijn binnenzak, dat hij met een zuur gezicht aan Clara geeft. Het meisje is al lang blij dat ze toch nog iets heeft gekregen en laat de notenkraker trots aan haar broertje Fritz zien. Hij is stikjaloers en rukt het mannetje uit haar handen. Het ettertje slaagt erin om de notenkraker binnen vijf seconden kapot te maken, waarop Clara wederom in huilen uitbarst.
Haar moeder weet de situatie te reden door het mannetje provisorisch te repareren. Ze plakt er voor de show een pleister op en legt 'm in een poppenbedje om bij te komen van alle commotie. Later, als iedereen op bed ligt, sluipt Clara stiekem naar beneden om te kijken of alles goed gaat met de notenkraker; gelukkig is ie niet weggelopen en tevreden valt ze in slaap onder de kerstboom, het notenkrakermannetje stevig vastgeklemd in haar armen. Als de klok middernacht slaat, wordt Clara wakker. Tot haar grote verbazing wordt ze aangevallen door een groep gemene muizen, die haar proberen mee te slepen naar hun holletjes.
Lees meer »
Tijd voor eens wat al dan niet geinige linkjes om het weekend door te komen. Om te beginnen: een rare mevrouw Peachez die over gefrituurde kip rapt, Darth Vader vervult een gastrol in ‘Monty Python and the Holy Grail’ en in de categorie Misheard Lyrics: ‘Sowing the Seeds of Love’ van Tears for Fears (erg grappig). Verder: de verboden liefde tussen Captain Kirk en Dr. Spock (de muziek is van Nine Inch Nails), ’s werelds eerste zelfspelende viool, Celebrity Jeopardy met Will Ferrel en Tom Cruise, Adam Sandler en Sean Connery (hier alle afleveringen ter download), Nirvana live in de Amsterdamse poptempel Paradiso (december 1991), L-rs mixt Cameo’s ‘Word Up’ met ‘The Good, The Bad and The Ugly’ van Ennio Morricone.
En ook nog: vlieg met je vliegtuigje over diverse grote steden (waaronder Amsterdam) in Google Maps, een documentaire van Discovery Channel over de geschiedenis van computerspelletjes, een groot aantal klassieke horrorfilms (waaronder ‘Night of the Living Dead’ en ‘Little Shop of Horrors’), Loretta Schrijver presenteert het nieuws in straattaal, een geinig spelletje waarin je topografische kennis aan de tand wordt gevoeld, de videoclip van Ricky Martins 'Livin' la vida loca' maar dan anders, een handpop laat zien hoe makkelijk het is om een vette beat te maken en de nieuwe clip van Basshunter 'Vi Sitter Här I Venten' maar dan ondertiteld.
En om nog even door te gaan: Iggy Stardust is de Nederlandse kampioen Luchtgitaar en in dit filmpje (50 MB) zie je hoe hij dat is geworden, Super Mario in Pulp Fiction-stijl, alle landen ter wereld op de foto in een filmpje, 'Stilt Walkers' - een prachtige animatie van Alexis Van Der Haeghe, hoe wordt een langspeelplaat gemaakt: deel 1 en deel 2. En tot slot: de stem van Muse-zanger Matthew Bellamy lijkt verdraaid veel op die van Gwen Stefani, als je een beetje aan de knopjes rommelt...
Toen ik de lp 'Star Peace' van de Franse groep Droids opzette, ging er direct een luikje in mijn hersenen open en werd ik meegezogen naar midden jaren tachtig, toen ik net de Synthesizer Greatest-serie had ontdekt. Een van de leukste nummers die door Ed Starink zo nauwgezet mogelijk was nagespeeld, was namelijk '(Do You Have) The Force - Part 1', waarvan ik lang niet heb geweten wie nu de oorspronkelijke artiest was. De Droids dus, een synthesizergroep onder leiding van Yves Hayat.
En nu ik er zo over nadenk is een Droids-cover helemaal niet zo vergezocht; de Synthesizer Greatest-albums waren met name in Frankrijk immens populair en de keuze voor de Droids lag voor de hand. In tegenstelling tot de serieuze elektronische muziek uit Duitsland, opereerde Hayat in een disco-schemergebied, en met een beetje goede wil zou je zijn muziek kunnen beschouwen als een soort intelligente italo-disco avant la lette.
In 1978 verscheen het eerste en enige Droids-album 'Star Peace', dat voortvarend en energiek uit de startblokken knalt met '(Do You Have) The Force - Part 1 & 2', waarna het beknopte en kosmische 'Interspace' de prelude vormt voor het sfeervolle 'Tchoung Fou'. Met 'Be Happy' en 'Shanti Dance - Part 1 & 2' wordt het gaspedaal in het ruimteschip weer ingetrapt en zorgt 'Renaissance de l'amour' (met een geinig tabla-stuk) voor een meditatief einde van het album. 'Star Peace' mag dan misschien zo hier en daar wat gedateerd overkomen, de vette analoge synths ( Moog, Arp, Oberheim) maken een hoop goed. Hayat is nu (als er tenminste niet meer mensen met dezelfde naam rondlopen) een gerenommeerd Frans kunstenaar en fotograaf, en heeft (voor zover ik kon achterhalen – mijn Frans is wat roestig) zijn muzikale verleden achter zich gelaten.
Jammer, want 'Star Peace' klinkt bijna dertig jaar na dato nog steeds erg plezierig, zoals je hier kunt beluisteren (44 MB, 192 kbps).
In 1957 zorgde de Franse schrijfster Emmanuelle Arsan (een pseudoniem van Marayat Rollet-Andriane) voor behoorlijk wat ophef met haar roman ‘Emmanuelle’, waarin ze het (naar verluidt) autobiografische verhaal vertelde van een Française die in Thailand de geneugten promoot van vrije seks, en met haar man, een diplomaat, saaie gesprekken voert over de betekenis van liefde en de juiste manier van seksen. De Franse premier Charles de Gaulle had een vreselijke hekel aan het boek en probeerde het uit alle macht uit de winkels te weren. Dit lukte niet en het boek werd – vanzelfsprekend – een groot succes.
Toen het in 1974 werd verfilmd, deed de nieuwe president Georges Pompidou een poging de soft-erotische rolprent uit de bioscopen te verbannen. Zonder succes. 'Emmanuelle' groeide uit tot een van de best bezochte Franse films ooit. De Nederlandse hoofdrolspeelster Sylvia Kristel werd een wereldster, hoewel ze in de film net zo vaak quasi filosofische gesprekken voert als met haar dartele borstjes wappert. Kristel maakte een handjevol vervolgen, waarna het allemaal verwarrend begon te worden.
Het succes was andere filmmaatschappijen niet ontgaan, die op de proppen kwamen met een alternatieve ‘Black Emanuelle’-serie, waaronder ‘Emanuelle Goes to Africa’ (let op de subtiele spellingswijziging), met de exotische schone Laura Gemser in de hoofdrol (die trouwens ook in ‘Emmanuelle 2’ opdook). Daarnaast zagen films als ‘Emanuelle Goes to Hong Kong’ het licht, waarin in de verste verte geen Kristel of Gemser zijn te bespeuren, en films met een verwijzing naar Emanuelle in de titel, terwijl ze in de film zelf niet voorkomt, hoewel er natuurlijk wel op los wordt gerollebold. Om de verwarring compleet te maken, liep ook de originele Emmanuelle-serie nog gewoon door, met een karrenvracht aan wulpse actrices die de vrijgevochten hoofdrolspeelser gestalte moesten geven.
Lees meer »
Verrek, ik zou het bijna vergeten! Tijd voor slingers, mezelf op de borst klopperij en voor elke bezoeker een fikse taartpunt met slagroom, want Araglin.nl bestond afgelopen maandag precies twee jaar. In die tijd schreef ik 733 stukjes (deze niet meegerekend), samen goed voor 11.874 woorden – dat is met recht een hoop geneuzel over muziek. De bezoekersaantallen laten een gestage groei zien en het aantal reacties neemt evenredig toe, kennelijk wordt mijn log nog gelezen ook...
Om de zoveel tijd roep ik bij momenten zoals deze dat ik van plan ben te gaan sleutelen aan templates, frisse kleurtjes en stylesheets. Dat ben ik weliswaar nog steeds van plan, maar ja, ik heb eerlijk gezegd geen zin om avonden te pielen met scriptjes en dergelijke en laat de wondere webdesignwereld aan me voorbijgaan... Als iemand nu denkt: ''Ja maar, dat kan echt niet! Al een jaar grotendeels dezelfde lay-out, schande!'', voel je vrij om met iets leuks op de proppen te komen, Araglin.nl in een nieuw jasje te steken of mij te vertellen hoe ik een en ander op eenvoudige wijze aanpas.
Aan mijn log verandert verder helemaal niets; ik blijf vrolijk doorloggen over de meest uiteenlopende artiesten en genres, waarbij ik niet op een decennium meer of minder kijk. Als je nog iets mist of je afvraagt waarom jouw favoriete artiest maar niet voorbijkomt: laat een reactie achter, stuur een mailtje of schrijf zelf een stukje – gastbijdragen zijn van harte welkom! Op naar het volgende jaar!
Het was te verwachten: platenmaatschappij Universal Music Group gaat de populaire videodiensten YouTube en MySpace aanklagen wegens het schenden van auteursrecht. YouTube-gebruikers hebben duizenden en duizenden clips geüpload, die vrijelijk te bekijken en met wat gefröbel ook te downloaden zijn. Dit alles is in het doorn in het oog van Universal-topman Doug Morris, die in een toespraak voor investeerders vertelde dat hij binnenkort actie zal ondernemen en deze en andere sites voor de rechter wil slepen. Een groot aantal van de artiesten wier clips te vinden is bij YouTube, staat namelijk onder contract bij Universal en het is een schande dat hun clips waar zoveel noeste arbeid in is gestoken gratis te bekijken zijn via internet!
Morris voert momenteel onderhandelingen met de videodienst om tegen betaling clips online te zetten. Deze gesprekken verlopen nogal stroef, wat de dreigende taal van de Universal-topman verklaart. De muziekindustrie heeft "een harde les" geleerd uit het verleden: "MTV kon, vrijwel voor niets, een bedrijf opbouwen dat nu meerdere miljarden waard is, dankzij onze muziek", aldus een wrokkige Morris.
Beetje vreemde uitlating, want muziekclips zijn natuurlijk in eerste instantie bedoeld ter promotie van de desbetreffende artiest en diens album. Dat het ook anders kan bewijst Warner. De Amerikaanse platenmaatschappij beseft dat het weinig zin heeft om de degens te kruisen met sites als YouTube en geld te gaan vragen voor ouwe meuk. In plaats daarvan stelt het zijn archieven open voor YouTube. Voorwaarde is wel dat Warner deelt in de advertentie-inkomsten. Kan ik inkomen.
En als je denkt: huh? Honderden videoclips op internet? Bekijk dan dit overzicht, met links naar talloze jaren tachtig-clips.
In de lijst van rare liedjes uit de jaren zeventig gooit 'Gimme dat ding' van Pipkins hoge ogen – net zoals 'They're coming to take me away ha haaaa' van Napoleon XIV overigens. Het behoorlijk nerveuze nummer bereikte de elfde plaats in de Nederlandse Top 40 van 1970, om vervolgens met succes de geschiedenisboeken in te gaan als muzikale eendagsvlieg. 'Gimme dat ding' werd geschreven door Albert Hammond en Mike Hazlewood, en opgenomen door producer Roger Greenaway (die voor de gelegenheid ook zong) en zanger Tony Burrows (onder meer bekend van Brotherhood of Man). Het nummer was aanvankelijk bedoeld als een geinige bijdrage voor de Engelse kinderserie 'Oliver and The Overlord'. Later werd 'Gimme dat ding' door Benny Hill gebruikt als achtergrondmuziek voor zijn melige sketches.
Aangezien iedereen het nummer vreselijk irritant vond en tegelijkertijd binnen de kortste keren uit volle borst zat mee te zingen, besloot platenmaatschappij EMI 'Gimme dat ding' op single uit te brengen. Om het succes verder uit te melken, werden Davey Sands en Len Marshall bij elkaar gezocht om het gezicht van Pipkins te vormen en live de boel op stelten te zetten. In 1972 verscheen het eerste en enige Pipkins-album, hoewel het geen echt volwaardige lp was – op kant A waren zes tracks van The Sweet te vinden, en op kant B zes Pipkins-liedjes, waaronder natuurlijk hun grote hit en melige covers van 'Yakety Yak' en 'My Baby Loves Loving'. In de jaren negentig werd 'Gimme dat ding' onder het stof vandaan gehaald en gebruikt in de hitserie 'Ally McBeal' – als advocaat John Cage (Peter MacNicol) weer een van zijn rare buien had, deed hij zijn 'Angry Dance' op de muziek van Pipkins.
En als je je geheugen pijnigt om te bedenken hoe het nu ook alweer klonk, hier een link naar het mp3'tje (wacht een tiental seconden, typ de code in en downloaden maar)!
Hier stond eerst een fragment uit het geweldige 'Zeepaardje met een hoed op' van Bas Albers en Gerard Janssen, oftewel de Easy Aloha's. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2006. Niet meer verkrijgbaar - dus raadpleeg bijvoorbeeld Boekwinkeltjes of Bol.com.
In de periode 1717-1723 was Johann Sebastian Bach (1685-1750) kapelmeester in Anhalt-Köthen, het vorstendom van Leopold van Anhalt-Köthen. Bach had het in zijn nieuwe functie enorm naar zijn zin; hij ontmoette aan het hof zijn tweede vrouw Anna Magdalena en hoefde van de vorst niet alleen maar saaie religieuze werken te schrijven, maar mocht zich ook te buiten gaan aan 'wereldse' muziek voor feesten, partijen en de verjaardag van de prins. Met name Bachs zes Brandenburgse concerten zijn bijzonder vrolijk en vormen ongetwijfeld het hoogtepunt van de barok.
Begin 1721 was Bach aan het funshoppen in Berlijn en in de klavecimbelwinkel raakte hij in gesprek met graaf Christian Ludwig van Brandenburg. Ze praatten wat over koetjes en kalfjes en op een gegeven moment vroeg de graaf aan Bach om speciaal voor hem en zijn hofkapel een stuk te componeren. Eenmaal thuisgekomen met de nieuwe klavecimbel onder zijn arm, stuurde Bach de graaf een verzameling van zes, al eerder geschreven stukken. Lekker makkelijk, hoewel Bach zich er in het begeleidende briefje nog probeerde uit te lullen: ''[...] so habe ich mich nach Ihrem allergnädigsten Auftrag die Freiheit genommen, Eurer Königlichen Hoheit meine sehr ergebenen Aufwarungen mit den vorliegenden Konzerten zu machen, die ich für mehrere Instrumente eingerichtet habe. [...]"
De graaf vond het maar niets en stuurde Johann zelfs geen bedankbriefje terug. De composities waren te moeilijk, afdankertjes en bovendien begon de rijk georkestreerde muziek van Bach langzaam uit de mode te raken. Bijzonder aan de Brandenburgse concerten is dat ze niet bedoeld zijn voor een enkel solo-instrument, maar voor verschillende combinaties van strijk- en blaasinstrumenten.
Opvallend is de grote rol voor de solo-klavecimbel in het vijfde concert – Johann Sebastian wilde indruk maken op zijn nieuwe vriendin en had voor zichzelf tijdens de eerste opvoering een belangrijke rol toebedeeld... Zou ik ook gedaan hebben. Maar hoe het ook zij, de zes Brandenburgse concerten zijn springerig, vrolijk en virtuoos. Luister naar de eerste vier (128 kbps, 609 MB).
Bill Holt leek een onbezorgd leven tegemoet te gaan. Hij groeide op in een keurig gezin in een buitenwijk van Philadelphia en bracht zijn jeugd door in het Amerika van de jaren vijftig. Hij was een vlijtige student, doorliep zonder problemen de middelbare school en speelde in zijn vrije tijd wat gitaar. Niets aan de hand allemaal. Dit veranderde toen in 1962 zijn vriendinnetje onverwacht zwanger bleek te zijn. De toen 18-jarige Holt moest trouwen, werd vader en had ineens een gezin te onderhouden. Samen met zijn vrouw kocht hij een appartement en een maatpak, en ging werken bij een verzekeringsmaatschappij.
Hij hield het tien jaar vol. Begin 1972 had Holt het helemaal gehad en besloot hij een lang gekoesterde droom in vervulling te laten gaan: een carrière in de muziek opbouwen. Hij was groot fan van de experimentele uitstapjes van de Beatles, de maatschappijkritische teksten van Bob Dylan en bewonderde avant-gardistische componisten als John Cage. Holt zegde zijn baan op, kocht een gitaar, een Moog-synthesizer en een viersporenrecorder, en ging aan de slag. Maandenlang zat hij in zijn muziekkelder en sleutelde aan zijn eerste album, dat in 1973 zou verschijnen onder de noemer Dreamies.
De lp bevatte twee lange tracks die heen en weer zwalken tussen knip-en-plak collages (toespraken van Kennedy, NASA-geleuter, fragmenten uit spelshows – dat werk), voortkabbelende folk en heel veel vervreemden geluidseffecten. De track 'Program Ten' is min of meer sociaal-kritisch geladen, waarbij het thema jong/onschuld versus oorlog/politiek een grote rol speelt. 'Program Eleven' is een stuk psychedelischer en beklemmender; vooral de laatste 12 minuten (met een mysterieus brommende Moog) zijn bijzonder. Het album werd geen succes en genegeerd door zowel critici als publiek, waardoor Holt in de financiële problemen raakte. En aangezien hij voor zijn gezin moest zorgen, solliciteerde hij op zijn oude functie en hing zijn muzikale ambities tot aan de dag van vandaag aan de wilgen.
'Dreamies' is meer dan intrigerend; het zou makkelijk als verplichte lesstof tijdens de lessen geschiedenis kunnen dienen – luister zelf (72 MB, 192 kbps).
De carrière van Julee Cruise (1956) is in twee woorden samen te vatten: Twin Peaks. De Amerikaanse zangeres werd in 1986 ontdekt door componist Angelo Badalamenti, die op dat moment net de laatste hand legde aan de soundtrack van ‘Blue Velvet’, een film van regisseur David Lynch. Badalamenti was helemaal weg van de etherische, bijna spookachtige stem van Julee en schreef voor haar het nummer ‘Mysteries of Love’, dat prompt op de soundtrack terechtkwam. Ook David Lynch was behoorlijk onder de indruk en samen met Badalamenti werkte hij de daaropvolgende drie jaar met tussenpozen aan het debuut van Julee Cruise; Lynch schreef de teksten, Badalamenti verzorgde de muziek.
Het sfeervolle 'Floating into the Night' zag in 1989 het licht en deed aanvankelijk weinig stof opwaaien. Dat veranderde toen Lynch in 1990 besloot om drie nummers van het album te gebruiken voor een serie waar hij toen mee bezig was, 'Twin Peaks'. Toen deze serie uitgroeide tot een kijkcijferkanon, stond Julee Cruise opeens in het middelpunt van de belangstelling. Twin Peaks-titelsong 'Falling' werd door platenmaatschappij Warner op single uitgebracht en belandde overal ter wereld hoog in de hitlijsten. In 1993 verscheen haar tweede album ‘Voice of Love’, waarop Julee wederom samenwerkte met Badalamenti en Lynch.
Na een lange stilte liet de zangeres in 2002 weer iets van zich horen met haar eerste échte solo-album 'The Art of Being a Girl', dat grotendeels was gevuld met lounge-achtige triphop. 'Floating into the Night' bevat 17 jaar na dato nog steeds dezelfde mysterieuze, verleidelijke aantrekkingskracht; alsof je in een nachtclub op de grens tussen de hemel en de hel bent beland en half slapend, half wakker een peroxide blonde Julee Cruise op een podium ziet zweven, spelend met de duisternis en de flonkerende sterren rondom haar... Luister zelf (192 kbps, 66 MB - met dank aan de anonieme uploader!)
Hoewel het volgens mij nooit wetenschappelijk is bewezen, denken veel mensen dat planten een zwak hebben voor muziek. Zo schijnt klassieke muziek (Mozart in het bijzonder) de groei te bevorderen – de plant maakt meer zuurstof aan, kan als gevolg hiervan meer voedsel opnemen en groeit sneller. Snoeiharde rock heeft een wat minder positieve invloed, maar het is nog altijd beter dan dagelijks tegen je trouwe groene vrienden te schreeuwen.
Nu is mijn woonkamer bepaald geen hortus botanicus: ik heb drie kleine vetplanten (waaronder een die door vriendin Eva altijd 'de surrealistische plant' wordt genoemd) en twee cactussen. Een van deze planten heb ik pas sinds een week op tafel staan en ik heb het idee dat hij nog moet wennen aan mijn muzieksmaak; zijn blaadjes vallen massaal uit, in het midden van de pot ontwaar ik een groot gat en hij slurpt water als een ketter. Ik ben dol op de muziek van Mozart, maar om nu de hele dag klassiek te gaan luisteren om hem er weer bovenop te helpen...
Ik waag me liever aan een alternatieve therapie en zet nog maar eens 'The secret music of the plants' op, een zweverige, twintig minuten durende ambient-track van de hand van kortstondig Tangerine Dream-lid Steve Schroeder. Midden jaren tachtig lanceerde hij het project Augenstern en legde hij zich toe op een plezierige mix tussen traditionele elektronische muziek (in de trant van Ashra en latere Tangerine Dream) en rustgevende new age. Over 'The secret music of the plants' zelf kon ik niet zo heel veel informatie vinden. Naar verluidt schreef Schroeder dit nummer speciaal voor een tentoonstelling over planten en wilde hij bewijzen dat muziek wel degelijk invloed had op het groeiproces. Ik word er in ieder helemaal rustig van en heb mijn zieke plant bovenop de speaker gezet – je weet maar nooit. Luister zelf (192 kbps, 47 MB) en doe niet alleen jezelf maar ook je planten een plezier.
De strijd tegen het downloaden is dweilen met de kraan open; haal één BitTorren-site of muziekforum uit de lucht en en er komen er drie voor in de plaats. Dwing één p2p-applicatie op de knieën, en slimme programmeurs knutselen binnen de kortste keren een alternatief in elkaar. De muziekindustrie beseft dit ook en is naarstig op zoek nieuwe manieren om geld te verdienen. Een Amerikaanse denktank is eens rond de tafel gaan zitten en heeft het Spiral Frog-concept bedacht. Het sleutelwoord hierbij is 'reclame'.
Het idee is dat een track gratis (maar wel voor een bepaalde periode) wordt aangeboden, nadat je een reclamespotje hebt gezien. Adverteerders zien dit concept wel zitten; moeilijk te bereiken groepen (jongeren met name) komen opeens binnen handbereik. Ook platenlabels staan niet onwelwillend tegenover Spiral Frog. Zo is Universal in gesprek met de initiatiefnemers achter het concept en is het de bedoeling om over enkele maanden te gaan proefdraaien met Spiral Frog in Amerika. Afhankelijk van het succes, zal het dan in het voorjaar van 2007 in Europa worden geïntroduceerd. Collega-labels Warner en EMI houden de proef nauwlettend in de gaten, als ze inmiddels ook al niet rond de tafel zijn gaan zitten.
Zo'n heel gek idee vind ik het trouwens niet; ik wil best een reclamespotje bekijken als ik daarna een nummer mag downloaden. Op TMF zijn al de hele dag clips te zien met reclame en als je bij sommige nieuwssites een clipje wilt bekijken, krijg je ook eerst een commercial voor je kiezen. Ik ben alleen bang dat de tracks die je gratis kunt downloaden (een wma'tje met een lage bitrate ongetwijfeld) dermate zwaar versleuteld en aan regels gebonden zijn dat je er maar weinig mee kunt. Maar goed, dat zien we in 2007 wel weer.
Je zou het bijna vergeten, maar Charles Manson (1934) zit nog steeds in de gevangenis. Over deze geflipte hippie zijn boeken en artikelen volgeschreven (deze Wikipedia-pagina bijvoorbeeld), vol met de meest vreemde details. Minder bekend is dat Manson aanvankelijk probeerde door te breken als muzikant en eind jaren zestig contact zocht met een aantal beroemde musici, onder wie Neil Young, Dennis Wilson en producer Terry Melcher (de zoon van Doris Day). Young was zelfs zo onder de indruk dat hij een platencontract voor Manson regelde en in 1968 waren de opnames voor zijn eerste album in volle gang.
Manson begon zich echter steeds vreemder te gedragen; geïnspireerd door enkele Beatles-nummer (waaronder 'Helter Skelter') en het bijbelboek Openbaringen raakte hij ervan overtuigd dat er binnenkort een rassenoorlog zou uitbreken, inclusief een nucleaire aanval. Na zijn arrestatie wegens de Tate Murders (zie bovenstaande link) werd hij veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Manson groeide uit tot een cultfiguur. Platenlabels als Performance en White Devil brachten oude demo-opnamen en half afgemaakte albums van zijn hand uit, en niet omdat hij nu zo'n begenadigd zanger is. Ook in de gevangenis musiceert hij er vrolijk op los en eens in de zoveel tijd verschijnt er een nieuw cd'tje.
Mis je helemaal niets aan; Manson tokkelt op zijn gitaar, jammert over het onrecht dat hem is aangedaan en ontvouwt zijn vreemde theorieën. Zijn albums zijn onderling inwisselbaar en niet bijster boeiend. Maar ja, het is toch Charles Manson er zijn genoeg mensen die alleen dit feit interessant genoeg vinden. En ja, ik ben daar een van.
In 1994 verscheen 'Commemoration', met tracks uit de periode 1982-1985, bedoeld 'to commemorate sixty years of struggle against cowardice, stupidity and lies' – waarschijnlijk zingt hij dus over zijn eigen leven... Luister zelf (192 kbps, 68 MB).
Hier stond eerst een fragment uit het geweldige 'Zeepaardje met een hoed op' van Bas Albers en Gerard Janssen, oftewel de Easy Aloha's. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2006. Niet meer verkrijgbaar - dus raadpleeg bijvoorbeeld Boekwinkeltjes.nl of Bol.com.
Het grote probleem van 'Paris', het debuut van Paris Hilton, is dat het het debuut van Paris Hilton is – met bijbehorende verwachtingen. De steenrijke Hilton-erfgename heeft een zorgvuldig gecultiveerd imago opgebouwd van blonde bimbo die niets liever doet dan feestjes aflopen, het geld van haar vader verbrassen en met haar hondje paraderen. En nu heeft ze dan haar eerste cd uitgebracht, waaruit blijkt dat je met veel geld een hoop voor elkaar krijgt, zeker als je je omringt met vakkundige producers en songwriters, in dit geval met name Kara DioGuardi, Scott Storch en Tom Whalley. Zij weten ook wel dat je met Paris niet moet proberen een intellectueel meesterwerk af te leveren; haar debuut is dan ook een luchtige, meer dan degelijke popplaat geworden, met een hippe retro-disco-feel.
Paris gebruikt haar losbollerige imago in haar voordeel en is niet te beroerd om even naar zichzelf te knipogen; zo zingt (naja, zingen is een groot woord, haar grondig door de computer bewerkte stem kirt, fluistert en kroelt) ze bijvoorbeeld over haar ruzie met Nicole Ritchie in 'Jealousy'. Storch komt met sterke melodieën op de proppen, die deskundig de aandacht van haar stem afleiden, en put daarbij rijkelijk uit het verleden – 'Kingston Town' van UB40 diende als inspiratiebron voor de single 'Stars Are Blind', een Grease-sample is te horen in 'I Want You' en 'Heartbeat' heeft wel wat weg van een opgepimpte versie van 'Time After Time'. Naturlijk, 'Paris' is een product, een marketingconcept bedoeld voor de massa - maar het is wel bijzonder slim gedaan en zo te horen had iedereen de grootste lol tijdens de opnamen.
En in vergelijking met de nietszeggende, clichématige albums van Britney Spears of Jessica Simpson doet Paris het helemaal zo slecht nog niet. Alleen de cover van Rod Stewarts 'Do Ya Think I'm Sexy' is jammer; die is namelijk tenenkrommend, met een ielig synthesizertje. Het is dat Rod nog leeft, anders had ie zich omgedraaid in zijn graf – nu bekijkt hij waarschijnlijk grijnzend zijn bankrekening. De videoclip van 'Stars Are Blind' vind je hier.
''En wat heeft u meegebracht jongeman?'' Ik stap op de muziekexpert achter het tafeltje af en laat hem de geprinte hoesjes zien. ''De groep Tanzbar met het album 'Missethaten'?" De man verzinkt in diep gepeins en veert dan plotseling op. ''Aha! Folk uit Duitsland.''
Hij bestudeert vorsend de lp-cover. ''Ik dateer het album op... eind jaren zeventig. In die tijd kende Duitsland een bloeiende folkscene, waarbij tal van groepen zich hadden gestort op traditionele liedjes en de hippie-vlam van de jaren zestig brandend hielden. Hoe bent u in het bezit gekomen van dit album als ik vragen mag?''
''O, ehh.. ik was wat aan het grasduinen op het internet en belandde op zo'n muzieklog, weet u wel?''
De expert knikt begrijpend.
''Niet zo'n log met allerlei aardige informatie, maar een muziekweblog waarbij het er meer om gaat zoveel mogelijk linkjes naar albums te posten. En daar stond deze ook bij, met de aanduiding 'german folk' en verder niets.''
''Interessant, interessant,'' mompelt de expert. ''Ik kan u ook niet veel verder helpen. Google heeft u al geraadpleegd? Zo te zien gaat het om een mix tussen traditionals en eigen composities. De songteksten bestaan uit oude middeleeuwse sprookjes en volksvertellingen.'' Hij zette het album op. ''Aha. Klink best aardig, ietwat gedateerd maar dat heeft wel zo zijn charme. Leuk die meestemmige koortjes in bijvoorbeeld 'Es waren drei Bauern...' en 'Der Bauer stund auf im Lande'. Fraai die variatie in instrumenten. Ik hoor... fluit, viool, klokkenspel, trommels, gitaar, een zakkam? En zelfs enkele popinvloeden. Bijzonder aardig, wel wat gepolijst, maar je kunt niet alles hebben. En nu wilt u natuurlijk weten wat dit album waard is?''
Ik knikte.
''Nou eigenlijk niet zoveel. Iedereen kan mp3'tjes downloaden (59 MB, 192 kbps – keurig opgepoetste vinyl-rip – red.). Leuker is de symbolische en geschiedkundige waarde, een voorbeeld van prima folk uit de jaren zeventig, een aanrader voor neofolk-liefhebbers in het straatje van bijvoorbeeld Hekate, en voor wie een zwak heeft voor lieflijke, aanstekelijke folkliedjes. Goed, meer heb ik niet te melden.''
De expert keek over mijn schouder naar de lange rij wachtenden. ''De volgende graag!''
Collega L-rs neemt doordeweeks altijd de Volkskrant voor me mee, de lieverd. De bijlagen en bijvoegsels krijg ik niet – die zijn te dik om even snel tijdens zijn treinreis door te spitten. De Kunstbijlage van afgelopen donderdag kreeg ik echter een dag later op mijn bureau – 'echt iets voor jou'. Al snel bleek waarom: op de voorkant keek Satyricon-drummer Frost vervaarlijk de camera in, en zodra je de pagina omsloeg werd je getrakteerd op een uitgebreid artikel over metal, gelardeerd met prachtige foto’s van Peter Beste (zie zijn site voor meer).
Aanleiding voor het artikel (hier de online versie) van Robert van Gijssel was de Nederlandse première van de documentaire 'Metal: A Headbanger’s Journey', te zien in onder andere het Amsterdamse Kriterion. De conclusie luidt dat metal is teruggekeerd naar waar het genre thuishoort: 'de onderstroom van het culturele leven'. Het eerste gedeelte van het artikel is best aardig om te lezen, inclusief een kaderstuk over de satanistische Noorse en Zweedse black metal-scene met smeuïge citaatjes. Zo vertelt Necro Butcher van Mayhem: ''Prima publiciteit voor ons, die moorden. Maar we moeten wel telkens op zoek naar nieuwe bandleden.'' Het gewelddadige karakter van black metal is voor Boudisque-directeur Richard van der Veen geen reden om deze groepen te weren: ''Als we geen werk van bands meer willen verkopen waarvan leden in de gevangenis zitten, kunnen we de afdeling hiphop ook wel opheffen.''
Het artikel begint echter te rammelen als Van Gijssel in vogelvlucht alle subgenres probeert te verklaren, en de ene na de andere term op de lezer afvuurt. Nu ben ik geen hardcore metaalhoofd, maar ik heb genoeg metal geluisterd om te weten dat Nightwish geen 'middeleeuwse operette-variant' is, Helloween geen speed metal maakt en van de stelling 'het mooie zingen is aan een comeback bezig' kan ik geen chocolade maken. Power metal-groepen als Rhapsody, Blind Guardian en Hammerfall doen al jaren niets anders. Power metal wordt sowieso compleet genegeerd door Van Gijssel. Maar goed, het is alleszins aardig om eens iets over metal te lezen in een ander blad dan de Aardschok. De meer dan vijftig reacties op het artikel (niet allemaal onverdeeld positief) zijn overigens aardig om eens door te nemen.
Even een niets-aan-de-hand stukje tussendoor. De boog kan niet altijd gespannen staan, nietwaar? Een geinige optie in MSN Messenger zorgt ervoor dat de informatie over de muziek die je afspeelt wordt weergegeven achter je naam. Standaard werkt dit alleen met Microsofts Windows Media Player, een nodeloos ingewikkelde en omslachtige mediaspeler. Ik gebruik zelf al jaren Winamp en het leek me een beetje overbodig om speciaal voor deze functie over te stappen. Na wat zoekwerk kwam ik MessengerAmp op het spoor, een kleine plugin voor Winamp. Handig!
Vraag twee is natuurlijk of iedereen wel moet zien wat ik aan het draaien ben. Het viel me namelijk dat een groot aantal mensen zich maar wat graag met mijn muziekkeuze bemoeit. Als ik de hele dag Top 40- of Kink FM-deuntjes draai is er niets aan de hand, maar ik hoef maar iets van James Last, Ray Conniff of Richard Clayderman op te zetten of ik word van alle kanten verontwaardigd aangesproken en verzocht als-je-blieft iets anders op te zetten – bijzonder, want ik ben de enige die naar de muziek luistert. Blijkbaar weet easy listening ook raad met digitale irritatiegrenzen…
En wat anders: ik heb vandaag ook eens wat zitten rondlummelen met Firefox-extensie AllPeers, waarmee je eenvoudig foto’s, video’s en muziek kunt delen. Je nodigt vrienden uit om eveneens AllPeers te gebruiken en selecteert de bestanden die je wilt delen. Vervolgens kunnen degenen in je vriendenlijst deze bestanden zien en eenvoudig downloaden. De extensie kampt nog met de nodige kinderziekten en is behoorlijk labiel (ik heb ‘m inmiddels alweer verwijderd – Firefox crashte te vaak), maar ik denk wel dat dit de toekomst is van p2p-diensten: muziek uitwisselen met een selecte groep vrienden en kennissen, zonder dat daarvoor een centrale server of installatie van een losse applicatie is vereist. Het wachten is nu op een stabiele versie…
|
|