Hier stond eerst een fragment uit het geweldige 'Zeepaardje met een hoed op' van Bas Albers en Gerard Janssen, oftewel de Easy Aloha's. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2006. Niet meer verkrijgbaar - dus raapleeg bijvoorbeeld Boekwinkeltjes of Bol.com.
Het is net zoals bij James Camerons 'Titanic'. Je weet dat het schip gaat zinken, de vraag is alleen hoe het in beeld wordt gebracht. In 'Control' (nu in de bioscoop) laat debuterend regisseur Anton Corbijn geen ruimte voor twijfel: het tragische leven van Joy Division-zanger Ian Curtis (1956-1980) wordt bijzonder aangrijpend en in stemmig zwartwit in beeld gebracht. De film duur twee uur en als je al niet depressief was, dan moet je wel heel sterk in je schoenen staan om niet met een bezwaard en zwartgallig gemoed de bioscoopzaal te verlaten.
'Control' volgt de levensloop van Curtis (prachtig gespeeld door Sam Riley): van de introverte tiener die medicijnen steelt van bejaarden om high te worden tot de onzekere, getormenteerde cultheld die zelfmoord pleegde aan de vooravond van een wereldwijde doorbraak. De film is gebaseerd op de memoires van Deborah Curtis, die in 'Touching From a Distance' een openhartig (en niet al te vleiend) portret schetste van haar overleden echtgenoot. Anton Corbijn richt zich logischerwijs dus met name op het leven van Curtis, zijn huwelijksproblemen en buitenechtelijke relatie.
Jammer is wel dat de muziek er wat bekaaid afkomt. De overige Joy Division-leden zijn slechts figuranten en het ontstaan van de legendarische albums 'Unknown pleasures' en 'Closer' wordt in een paar minuten afgedaan. Corbijns debuut lijkt dan ook in niets op het dynamische '24 Hour Party People', dat dezelfde periode bestreek: de opkomst van het illustere Factory Records van Tony Wilson. 'Control' moet het hebben van zijn trage onderhuidse spanning: de grijze uitzichtloosheid van Macclesfield, de angstaanjagende epileptische aanvallen van Ian Curtis en zijn fatale liefdes die hem ten gronde richten. Indrukwekkend in al zijn nihilistische somberheid.
Het verhaal gaat dat dj Marc Grouls tijdens een set in de club Boccaccio in het Belgische Destelbergen per ongeluk de single 'Flesh' van A Split Second op 33 toeren draaide in plaats van 45 toeren. De pitch-control stond op +8 en je zou verwachten dat het resultaat helemaal nergens naar klonk. Het tegendeel was het geval: toen Grouls zijn fout ontdekte, ging het publiek al compleet uit zijn dak en besloot hij het er maar bij te laten. Na afloop kwamen diverse mensen enthousiast vragen welke plaat ze hadden gehoord en Grouls besefte dat hij op iets bijzonders was gestuit.
De daaropvolgende weken probeerde hij te achterhalen wat hij nu precies had gedaan en legde hij de kiem voor wat later zou uitgroeien tot de 'new beat': dance met een traag tempo (100 tot 115 bpm) en met de nodige invloeden uit de ebm- en acidhoek. Bekende new beat-groepen waren The Lords of Acid (opgericht door Maurice Engelen, oftewel Praga Khan), Erotic Dissidents, Miss Nicky Trax en Poésie Noire. Zoals dat wel vaker gaat (zie de jumpstyle-rage van dit moment) werd new beat opgepikt door de media en zo rond 1988 ontstonden er binnen de kortste keren commerciële spin-offs.
Succesvol was met name Confetti's. Dit was eigenlijk de naam een discotheek in Brasschaat, opgericht door producers en dj's Serge Ramaekers en Dominic Sas. Als promotiestunt hadden de twee het plan opgevat een single uit te brengen, 'The sound of C'. Er werd een groep bij elkaar getrommeld en de single werd zonder al te hoge verwachtingen op het publiek losgelaten. Groot was de verbazing toen het nummer een grote hit werd en Peter (die als ober werkte in Confetti's en zich voor de gelegenheid had uitgedost als kapitein) en danseressen Marleen, Tania, Hilde en Daniëlla uitgroeiden tot internationale sterren. Ook 'C in China', 'C day live' en 'The house of C' werden grote hits en het Confetti's-debuut '92...Our First Album' (uit 1989) een klapper.
In 1991 was de new beat-rage over zijn hoogtepunt heen en stierf de groep een stille dood. Peter maakte later naam als Mister X. een acteur/danser in discotheek Club X in Wuustwezel, kreeg psychische problemen en trok zich terug uit de schijnwerpers. '92...Our First Album' (192 kbps, 66 MB) heeft anno 2007 niet zo heel veel meer om het lijf, maar ach...
Ik beschouw mijn log als een vreedzaam dobberend eilandje, waar nooit iets gebeurt en geluiden van buitenaf amper doorsijpelen. Soms ontkom ik echter niet aan een actueel stukje. Minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister van Jusitie Ernst Hirsch Ballin hebben namelijk de verkoop en het kweken van psychedelische paddenstoelen in de ban gedaan. Klink schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat ''het gebruik van paddo’s tot onvoorspelbare effecten kan leiden en daarmee tot risicovol gedrag.'' Verder is ''het niet doenlijk om een zodanig veilige gebruikssituatie te garanderen dat de gevolgen van een eventuele ‘bad trip’ kunnen worden beperkt.'' Bovendien, zo schrijft Klink, in de meeste EU-landen zijn paddo’s verboden.
Reden voor al deze heisa zijn de tragische ongevallen van de afgelopen maanden, waarbij toeristen totaal onvoorbereid en onverantwoord paddo's innamen in combinatie met allerhande drugs en alcohol en vervolgens uit ramen of van bruggen en viaducten lazerden. Deze voorvallen werden breed uitgemeten in de pers en politici vielen over elkaar heen in hun haast de paddo te verketteren en er schande van te spreken dat een dergelijk goedje zo maar vrij te verkrijgen is in Nederland. Het lijkt slechts een kwestie van maanden voordat een paddoverbod daadwerkelijk van kracht is.
Een dergelijk verbod getuigt van een nogal eenzijdige en rigide visie op wereld en smoort een van de meest vriendelijke manieren om 'the doors of perception' te openen in de kiem – paddo's zijn (mits verantwoord en weloverwogen gebruikt) niet verslavend en niet schadelijk voor de gezondheid. Een verbod op natuurlijke psychedelica zal ongetwijfeld leiden tot een toenemende verkoop van synthetische middelen in het criminele circuit.
Opmerkelijk is dat het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM) helemaal niets ziet in een dergelijke maatregel. Sterker nog, het CAM raadt dit sterk af en pleit in plaats daarvan in een recent rapport voor het ontwikkelen van goed voorlichtingsmateriaal, dat zich ook richt op buitenlandse toeristen. Zaterdag 27 oktober vindt in Amsterdam van 13:00 tot 15:00 uur een demonstratie tegen het paddoverbod plaats. Sprekers zijn onder andere Simon Vinkenoog en Hans Plomp. Zie voor meer informatie de website Red de paddo. Turn on, tune in!
December 1932. De Hongaarse componist/pianist Rezsô Seress staarde mismoedig uit het raam. Buiten regende het, al de hele zondag, en Seress was in een rotbui. Hij liep naar zijn piano en als vanzelf vloeide er een melodie uit zijn vingers. Hij schreef er bijzonder treurige en nihilistische tekst bij (die later vervangen zou worden door twee melancholische strofen van de Hongaarse dichter László Jávor) en stuurde het lied ‘Szomorú Vasárnap’ (oftewel ‘Gloomy Sunday’) naar zijn muziekuitgever. Het nummer kende een bescheiden succes, maar opmerkelijker was dat diverse mensen zelfmoord pleegden na beluistering van de extreem deprimerende muziek van Seress. Of althans, zo gaat het verhaal. In de verstijfde handen van de overledenen werd de bladmuziek van ‘Gloomy Sunday’ aangetroffen of een briefje met het verzoek het lied ten gehore te brengen tijdens de begrafenis.
In 1936 werd ‘Szomoru Vasarnap’ vertaald in het Engels en kreeg het zijn bijnaam ‘the suicide song’ of ‘the anthem of suicide’, want ook de Engelse versie zorgde naar verluidt voor een golf van zelfmoorden en werd door diverse radiostations op een zwarte lijst geplaatst – hoewel de platenmaatschappij voor de nodige sensatie zorgde en de meeste 'fatale verhalen' schromelijk overdreven waren. In een poging de extreme droefenis wat te temperen, werd later een derde, wat luchtiger en dromeriger couplet (‘dreaming, i was only dreaming…’) toegevoegd. In 1968 pleegde Seress, enige dagen na zijn 69ste verjaardag, zelfmoord. Op een zondag.
Een van de bekendste 'Gloomy Sunday'-uitvoeringen is die van Billie Holiday, die het lied in 1941 voor het eerst ten gehore bracht. In de loop der jaren hebben tal van artiesten zich aan een cover gewaagd, variërend van Gitane Demone, Heather Nova, Diamanda Galás (haar versie is echt angstaanjagend), Björk, Sarah McLachlan, Sarah Brightman, Serge Gainsbourg en Loreena McKennit. Luister naar 17 zeer verschillende uitvoeringen in dit zipje (wisselende bitrate, 69 MB – inclusief de songtekst).
Geen genre-aanduiding is zo nietszeggend als 'wereldmuziek'. Onder deze noemer vind je werkelijk van alles, variërend van Bulgaarse vrouwenkoren en bejaarde mondharpisten uit China tot gorgelende Russische keelzangers en kunstfluiters uit Senegal. Het is tevens een nogal denigrerende term want in feite wordt er mee bedoeld 'alle niet-Westerse muziek'. Laat een Chinese platenhandelaar muziek van Frans Bauer horen, en hij zal naar de bak met wereldmuziek wijzen... Maar goed, tot zover mijn gemijmer over wereldmuziek en al dat gehype.
Aanleiding voor deze bespiegelingen vormde het album 'Sehnsucht und Einklang' (1982) van Tri Atma, dat zich begeeft op het kruispunt van new age, krautrock en traditionele Indiaase muziek. De groep werd medio jaren zeventig opgericht door de Indische tablaspeler Asim Saha en de Duitse gitarist Jens Fischer. Aanvankelijk stortte het duo zich op een mengeling van Indiase traditionals en improviserende jazzrock. Best geinig, maar nogal ehh... wazig. In 1982 kwamen Saha en Fischer in contact met producer Gyan Nishaba (oftewel de Duitser Klaus Netzle), die een voorliefde had voor de muziek van Cluster en Deuter en in zijn studio tal van synthesizers had staan. Het resultaat van deze samenwerking was het debuutalbum 'Sehnsucht und Einklang' (ook wel bekend als 'Yearning & Harmony'), een fijn album waarop Indiase tablaritmes samensmelten met westerse ritmes en synthetische klanken. Het trio laveert tussen relatief behoudende tracks ('Natürliche Liebe'), elektronisch getinte new age à la vroege Deuter ('Mikrokosmos'), Indiase pop ('Ruby Roy') en nummers waar Andreas Vollenweider zich niet voor hoeft te schamen ('O Moena').
Op latere albums vervolmaakte Tri Atma hun sound, waarna de wegen van Saha, Fischer en Netzle zich begin jaren negentig scheidden. 'Sehnsucht und Einklang' klinkt 25 jaar na dato nog steeds erg aangenaam en plezierig, hoewel nergens muzikale akkers worden omgeploegd zoals bijvoorbeeld Popol Vuh, Bröselmaschine en Brainticket dat wél deden. Luister zelf (96 MB, 320 kbps, inclusief covers – het gaat om een prima vinyl-rip, in de rustiger passages wil het enigszins zacht knetteren).
Zondagavond bezochten vriendin Eva en ondergetekende een concert van het Vlaamse trio Laïs in het Utrechtse Tivoli. Ik wist dat Jorunn Bauweraerts, Annelies Brosens en Nathalie Delcroix voor hun nieuwe album 'The Ladies' Second Song' het muzikale roer flink hadden omgegooid, maar had de cd zelf nog niet gehoord. Het voorprogramma zette al enigszins de toon: een Gentse band (ik ben de naam alweer vergeten) roerde nadrukkelijk in het potje met Radiohead-, Travis- en Saybia-invloeden. En dat was behoorlijk saai. Of beter gezegd: niet aan mij besteed. Na een uurtje betraden de dames van Laïs het podium, om vervolgens hun nieuwe cd integraal ten gehore te brengen.
En inderdaad, de middeleeuwse folkliedjes en a capella zang hadden plaatsgemaakt voor een compleet andere sound: experimentele rock met gierende, overstuurde gitaren en wat psychedelische accenten, veel Engelstalige songteksten en zelfs af en toe een heuse noise-uitbarsting. Het geluid stond knoerthard (mijn broekspijpen flapperden het hele concert gezellig mee) en subtiliteiten waren ver te zoeken.
Het lijkt wel alsof Laïs afscheid probeert te nemen van haar verleden en aansluiting zoekt bij bijvoorbeeld nieuwe folkhelden als Joanna Newsom en CocoRosie: pas na ongeveer drie kwartier passeerde er een wat ouder nummer de revue ('eindelijk iets bekends' hoorde ik het meisje naast me verzuchten), hoewel 'Marie madeleine' een aanzienlijke metamorfose had ondergaan. Toegift 'Het Smidje' klonk alsof het werd geparodieerd door een matige metalband. Ik vind het dapper dat Laïs zo'n rigoureuze stap durft te zetten, maar misschien dat de nieuwe sound op het album beter tot zijn recht komt. Live was het allemaal niet zo heel bijzonder en vooral erg hard. Jammer.
Zo, na een paar hectische dagen heb ik eindelijk weer eens tijd om met een zakje chocopinda's als gezelschap achter mijn log te kruipen. Ik had inspiratie genoeg, maar helaas wat minder tijd. De komende dagen weer wat frequentere updates, dus wees gerust! Om er weer een beetje in te komen: ik ontving een mailtje van Stefan de Jong van de Nederlandse waveformatie Fertile Reality. Of ik misschien genegen zou zijn om een aantal aardige woorden te wijden aan hun optreden op 20 november in het Kasteel te Alphen aan de Rijn (Concertweg 1, kosten: 12,00 euro, deuren open: 20.00 uur, aanvang: 20.30 uur). Tuurlijk. Fertile Reality is een leuk bandje en ze spelen in november in het voorprogramma van And Also The Trees, ook een leuk wave-bandje. Deze Engelse band leek van de aardbodem verdwenen te zijn, maar niets is minder waar en met hun nieuwe album '(listen for) The Rag and Bone man' meldt Also The Trees zich weer aan het new wave-front. Denk ik tenminste, want ik heb het album nog niet gehoord.
En tot slot nog een stukje Fertile Fertile-reclame: ''Fetile Reality opereert in het grensgebied tussen gothic rock, new wave en shoegaze. De band begint in 1994, en in die tijd valt hun muziek ergens halverwege de zware new wave van SWANS, en de spacerock van Hawkwind. Maar al snel verandert de band hun tot eenvoudige popliedjes met een zware melancholieke inslag. In 1998 verschijnt de demo 'Micro', twee jaar later gevolgd door het demo-album 'The longfield battle'. Met hun tweede demoalbum 'The dune of the mill' (2003) weet de groep op kleine schaal succes te boeken en spelen ze in 2004 in het voorprogramma van gothicrock-aartsvaders The Mission en openen ze in 2005 het bekende Utrechtse underground/gothic festival Summer Darkness.'' Op hun site kun je al hun demo's en het prima 'The dune of the mill' downloaden (in 192 kbps).
Dat YouTube tot aan de nok toe gevuld is met geinige clips mag als bekend worden verondersteld. Wie zoekt op artiest of trefwoord, komt binnen luttele seconden terecht in een waar walhalla. Zeldzame concertregistraties, langvergeten interviews – je kunt het zo gek niet bedenken of het is te bekijken.
Enige probleem is misschien dat er zo weinig structuur in zit. Je krijgt weliswaar verwante links voorgeschoteld, maar dat schiet niet heel erg op. En juist daarom is muziekdienst Yamelo zo handig.
De hoofdpagina van Yamelo bevat de mediaspeler van YouTube, een tijdlijn, pictogrammen van muziekclips en een groot aantal tags, Door te klikken op een jaartal of artiest krijg je grootste hits uit dat jaar of van de muzikant in kwestie geserveerd. Zoekopdrachten zijn te verfijnen in de tijdbalk zodat je in een oogwenk de zomerhits van (pak 'm beet) 1984 op het spoor komt. Yamelo verkeert nog in een bètastadium (een uitnodiging is inmiddels niet meer nodig geloof ik - is dat wel het geval, stuur een mailtje!), maar alles werkt al naar behoren. Aan de playlist wordt gewerkt! En nee, ik heb geen aandelen.
Ook leuk is Musicovery, een soort online iPod, waarbij je de mogelijkheid hebt om het genre, de stijl, de periode en eventueel je stemming aan te geven. Muziek naar wens schalt vervolgens uit de speakers. Artiesten zijn via een boomstructuur met elkaar verbonden (scrollen met muisknop ingedrukt) en nummers zijn toe te voegen aan je playlist of een zwarte lijst te plaatsen (als je ze dus nooit meer wilt horen).
Tot slot stuitte ik op Orb, dat er verdraaid handig uitziet. Deze dienst beheert al je media (muziek, foto's en video's). Het geinige is dat je je eigen bestanden van afstand kunt benaderen – dus lekker op werk fijne muziek streamen vanaf je thuis-pc. Ik heb Orb nog niet getest, maar ga daar eerdaags eens mee stoeien. Nog meer leuke linkjes? Drop ze in de comments!
Drukdrukdruk – je had het waarschijnlijk al gemerkt aan het geringe aantal updates de afgelopen dagen. Hoog tijd om er daarom maar weer eens een onderzoekje tegenaan te gooien. Volgens Economisch Statistische Berichten (een vakblad voor economen) valt het allemaal wel mee met de schade die platenmaatschappijen oplopen door het massale downloaden. Uit onderzoek van het blad blijkt dat ‘slechts’ 56 procent van de Nederlandse internetgebruikers muziek - al dan niet betaald - van internet downloadt. Het grootste deel van deze groep blijkt echter nog net zoveel cd’s in de gewone platenwinkel te kopen als vóór het internettijdperk.
Sterker nog: een kleine groep koopt meer muziekcd’s dan voorheen. De gedachte dat het massaal downloaden van muziek direct leidt tot omzetverlies bij winkels en platenmaatschappijen wordt door ESB dan ook van de hand gewezen. Natuurlijk, de cd-verkopen dalen, maar dat heeft niet direct te maken met het downloaden, aldus Economisch Statistische Berichten.
Welke redenen hier dan wel een rol spelen, wordt in het midden geladen. Nu ja, zo moeilijk is dat ook weer niet. Een van de voornaamste redenen is dat de traditionele cd zijn langste tijd heeft gehad en steeds meer concurrentie krijgt van andere media. Het wachten is op het moment dat cd's net zoals lp's voor een appel en een ei op de rommelmarkt te grabbel liggen. Ik heb er nu al zin in. Maar goed, er zal eerdaags wel een rapport verschijnen waarin precies het tegenovergestelde wordt beweerd. Tot die tijd moeten we het doen met rechtszaken en vreemde bokkensprongen.
Zo is in Engeland Kwik-Fit aangeklaagd omdat werknemers de radio al jaren te hard zouden hebben staan. Het probleem is niet dat werknemers een grotere kans hebben op een gehoorbeschadiging, maar dat iemand anders mee kan luisteren. Op deze manier is er namelijk sprake van een "performance" en dat mag niet zonder vergunning. Kwik-fit hangt een boete van 200.000 pond boven het hoofd. Tja.
Hier stond eerst een fragment uit het geweldige 'Zeepaardje met een hoed op' van Bas Albers en Gerard Janssen, oftewel de Easy Aloha's. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2006. Niet meer verkrijgbaar - dus raapleeg bijvoorbeeld Boekwinkeltjes of Bol.com.
Even waren ze mateloos populair, maar toen de golven van de Nederpoprage waren uitgeraast, bleek dat Bloem kopje onder was gegaan. Natuurlijk ken je ze van hun grote hit 'Even aan mijn moeder vragen' (1980) en misschien van 'Omdat (parce que, because))', een wat bescheidener hitje uit 1982. De groep rond zanger Joost Timp (de zoon van Mies Bouwman) timmerde aanvankelijk met weinig succes aan de weg als Engelstalig rockbandje. Toen Timp enkele van zijn nummers in het Nederlands vertaalde, kwamen ruwe demo's toevallig in handen van producer Wil Hoebee (bekend van zijn werk met onder andere Georges Zamfir, Vicky Leandros en Saskia & Serge). Hij was meteen enthousiast en nam de groep onder zijn hoede.
In de de Hilversumse Wisseloord Studio's werd in slechts twee dagen het debuut 'Vooral jong blijven' opgenomen, gevuld met vrolijke, humoristische liedjes over meisjes, de liefde en wat dies meer zij. De eerste single 'Even aan mijn moeder vragen' vormde een droomstart, maar de opvolgers 'Vooral jong blijven', 'Ik wil lang haar' en 'De poes' flopten genadeloos. Het tweede album 'Bloem' (1982) zorgde voor een korte opleving: single 'Omdat' bleef steken op nummer 17 in de Top 40. De daaropvolgende singles deden dan weer vrij weinig (net zoals de derde lp 'Bloemstukken') en een jaar later gooide de groep de handdoek in de ring.
Diverse Bloem-leden doken later op in uiteenlopende (cover)bands, om uiteindelijk achter de schermen en knopjes te belanden. Timp ontpopte zich tot een relatief succesvol tekstschrijver; hij vertaalde onder meer de Franse ABBA-sprookjesmusical 'AbbaCaDaBra' (1985) en schreef een handvol hits voor Nico Haak. De muziek van Bloem had (en heeft) vrij weinig om het lijf en komt anno 2007 flinterdun over. Maar hee, de boog kan niet altijd gespannen zijn. Luister naar 'Het beste van Bloem' (192 kbps, 66 MB – inclusief de bovengenoemde hits).
Zo lang het niet de spuigaten uitloopt, ben ik niet te beroerd om af en toe eens belangeloos reclame te maken – vooral ook omdat ik nu een paar dagen een Wii te leen heb, en heel druk met andere dingen bezig ben (ik wist niet dat je van spelcomputers een lamme arm kon krijgen!). Ik ontving een mailtje van kunstgalerie Artcel: ''Op zaterdag 20 en zondag 21 oktober organiseert Kunstgalerie Artxcel een eenmalige kunstverkoopexpositie met werken van Herman Brood, Nico Virelink, Karel Appel en Corneille in het centrum van Eindhoven (tegenover Centraal Station). Op zondag is er de hele middag een gratis optreden van Herman Broods legendarische begeleidingsband The Wild Romance met onder andere Cees 'Ani' Meerman. Zaterdag en zondag van 12.00 uur tot 18.00 uur. De toegang is gratis! Adres: Holiday Inn / Veldmaarschalk Montgomerylaan 1 / 5612 BA Eindhoven.''
En nu ik toch bezig ben in Eindhoven: aanstaande zaterdag 13 oktober vindt E-Live 2007 plaats, het jaarlijkse festival voor liefhebbers van elektronische muziek. Kaartjes kosten 33 euro, maar dan heb je wel de hele dag plezier. Op het programma staan ARC (oftewel Ian Boddy & Mark Shreeve), Maxxess, Eric Wollo en Suriya. Adres: TU Auditorium / Den Dolech 2 / Eindhoven. Bij beide concerten ben ik niet aanwezig trouwens.
Wil je me wél tegen het lijf lopen, kom dan dinsdagavond naar DB's in Utrecht voor optredens van Marissa Nadler en Signe Tollefsen of aanstaande vrijdag naar het Pagan Folk Festival (met Faun, Sieben & In Gowan Ring), 21 oktober naar Laïs of 7 november naar Cluster in Tivoli De Helling en 2 november naar Estampie en L'Ham de Foc in de Grote Kerk te Enschede. Je herkent me aan de roos aan mijn knoopsgat... Zo, en nu weer verder met de Wii!
Het is maar goed dat ik de activiteiten van de Recording Industry Association of America (RIAA) niet met net zo'n scheef oog in de gaten houd als ik doe met Stichting Brein, de Nederlandse evenknie – ik zou tijd te kort komen. De RIAA spant om de haverklap rechtszaken aan (de teller staat momenteel op meer dan 26.000), die tot nu toe altijd buiten de rechtszaal worden geschikt. De Amerikaanse Jammie Thomas was echter overtuigd van haar onschuld, weigerde de aangeboden schikking en liet (als eerste!) haar zaak voorkomen.
Volgens de RIAA stonden in haar gedeelde Kazaa-folder op haar computer in totaal 1702 tracks. Hoewel ze volgens haar advocaat slachtoffer is van een hacker, heeft de jury haar een boete opgelegd voor 24 nummers (naar verluidt mp3'tjes van Guns 'n Roses, Vanessa Williams, Janet Jackson, Gloria Estefan, Sara McLachlan, Aerosmith, Def Leppard, Green Day, Bryan Adams, No Doubt, Sheryl Crow, Richard Marx en Destiny's Child). De alleenstaande moeder van twee kinderen moet maar liefst 222.000 dollar (157.000 euro) betalen wegens het illegaal aanbieden van muziek. Dat komt neer op 9.250 dollar per nummer. "Dit is wat er gebeurt als je niet met ons schikt", waarschuwde RIAA-advocaat Richard Gabriel.
Opvallend is dat de rechtszaak duidelijk maakte dat de muziekindustrie niet hoeft te bewijzen dat de aangeklaagde persoon achter de computer zat op het moment dat er vanaf zijn of haar pc muziek werd aangeboden. Tevens werd vastgesteld dat er al sprake is van inbreuk op het auteursrecht als iemand muziek via p2p aanbiedt; het is niet nodig dat iemand anders de betreffende muziek downloadt om in overtreding te zijn. Tja. En wederom vraag ik me af hoe ze in vredesnaam bij dat dat bedrag van 222.000 dollar zijn gekomen. Thomas' advocaat wist wel los te peuteren dat men geen idee had hoeveel schade de platenmaatschappijen nu eigenlijk hadden geleden door de acties van de vrouw en hoe vaak de tracks in kwestie zijn gedownload. Het blijkt niet te gaan om de werkelijke schade, maar om de in de Copyright Act vastgelegde forfaitaire schade, variërend van 750 tot 150.000 dollar per nummer. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Toen ik vrijwel alleen maar lovende recensies aantrof, begon ik aan mezelf te twijfelen. Ben ik nu zo kritisch of wat? In de inleiding van 'Nederpophelden, pioniers van de popmuziek in Nederland 1960 – 1970' schrijft journalist en historicus Peter Sijnke: “Ondanks de beperkingen in representativiteit en objectiviteit meen ik toch dat nu - voor het eerst - op tamelijk uitgebreide wijze een reëel beeld van het popmuzikantenbestaan in het Nederland van de jaren zestig wordt gepresenteerd.”
Sijnke interviewde een groot aantal Nederpophelden, onder wie illustere namen als Hans Vermeulen, Robbie van Leeuwen, Polle Eduard, The Golden Earrings, The Shoes, Q 65 en The Outsiders. Ook de wat minder bekende namen als Blues Dimension, de Zeeuwse band Dragon Force en het psychedelische kunstenaarsduo The Fool komen aan bod. De 24 interviews (afgenomen tussen 2003 en 2006) verschenen nagenoeg allemaal eerder in 'Platenblad'.
Grootste probleem van het boek is de vorm. De gesprekken worden bijna letterlijk weergegeven en lezen niet echt lekker weg; Sijnke slaagt er niet in om de interviews om te zetten in een soepel lopende tekst en blijft hangen in houterigheid en langdradigheid. Verder koos Sijnke ervoor om interviews met verschillende groepsleden niet samen te voegen, maar afzonderlijk op te nemen (waardoor veel zaken elkaar overlappen en herhaling op de loer ligt), ontbreekt het hem simpelweg aan duiding en is hij spaarzaam met achtergrondinformatie. Jammer is verder dat een register ontbreekt en de discografie bijzonder summier is.
Wie tussen de regels doorleest, komt echter een schat aan informatie op het spoor. Grootste pluspunt zijn de vele nostalgische foto's en prachtige hoezen. Kortom, hét standaardwerk over de Nederlandse popmuziek moet nog steeds geschreven worden. 'Nederpophelden, pioniers van de popmuziek in Nederland 1960 – 1970' is alvast een aardig aanzetje.
(Uitgeverij Aprilis, 2006. Hardcover, 191 Pagina's. ISBN10: 905994139X | ISBN13: 9789059941397)
Feest! Slingers! Slagroomtaart en bitterballen! Hang de vlag uit! Gratis bier en saté voor iedereen! Niet alleen bestaat Araglin.nl nu drie jaar (eigenlijk al anderhalve week geleden), dit is mijn duizendste stukje! Is dat leuk of niet? Duizend entry's vol geneuzel over muziek – ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat ik het zo lang vol zou houden. Ik heb heel even met de gedachte gespeeld om er eind aan te breien (1000 is immers een mooi rond getal), maar hee, er er zijn nog meer dan genoeg kosmische reizen te maken! Of zoals Ravi Shankar het verwoordde toen het publiek iets te snel in applaus uitbarstte: ''Als u het stemmen al mooi vond, zult u de muziek dadelijk zeker fantastisch vinden.''
Steevast roep ik bij momenten zoals deze dat ik van plan ben enthousiast te gaan sleutelen aan templates, frisse kleurtjes en hippe stylesheets. Maar nog altijd heb ik me niet verdiept in de wondere webdesignwereld (gaat ook niet gebeuren ben ik bang) en is mijn lay-out nog altijd grotendeels hetzelfde gebleven. Als iemand nu denkt: ''Ja maar, dat kan echt niet! Schaam je, ga eens met je tijd mee!'', voel je vrij om met iets leuks op de proppen te komen, Araglin.nl in een nieuw jasje te steken of mij te vertellen hoe ik een en ander op eenvoudige wijze aanpas.
Als je nog iets mist (iemand behoefte aan een forum?), je afvraagt waarom jouw favoriete artiest maar niet voorbijkomt, of het totaal niet met me eens bent: laat een reactie achter, stuur een mailtje of schrijf zelf een stukje – gastbijdragen zijn van harte welkom! Iedereen bedankt die mijn log de afgelopen jaren heeft bezocht - ook degenen die me voor de rotte vis hebben uitgemaakt omdat ik het nieuwe album van [vul naam naar keuze in] maar niets vond... Op naar de volgende duizend!
Op werk draai ik altijd wel muziek. Vaak bewandel ik de gulden middenweg en schalt er een vrolijke potpourri waar niemand zich een buil aan kan vallen uit mijn speakers. Af en toe roept er iemand 'Volgende!' of 'Sky Radio!', en druk ik braaf op de skip-knop. Het komt echter wel eens voor dat ik wat afdwaal en langzaam maar zeker beland op minder gangbaar terrein. Zo draaide ik vanmiddag het album 'Shaman Dancing' (2006) van de Nieuw-Zeelander David Antony Clark. Ik besloot te beginnen met het bijna een kwartier durende titelnummer vol tribalpercussie, brulkikkers, vogelgeluiden en gechant van oude indianensjamanen. Toen dit nummer was afgelopen keek het meisje tegenover me (dat af en toe aanschuift om data in te voeren) me lichtelijk in de war aan. ''Dat was ehhh.. raar,'' zei ze. ''Ik hou denk ik meer van normale muziek...''
Inderdaad, David Antony Clark pakt het anders aan dan de meeste new age-musici die hun muziek een sjamanistisch en tribal-achtige sfeer proberen mee te geven (een trommeltje hier, een panfluitje daar). Tijdens het luisteren naar 'Shaman Dancing' krijg je het gevoel zélf mee te doen, of in ieder geval bovenop de sjamanistische lip te zitten. Natuurgeluiden, voortrollende percussie en onverstaanbare klanken versmelten tot een hypnotiserend geheel, waarin elementen uit de Noord-Amerikaanse indianentraditie hand in hand gaan met eeuwenoude Tibetaanse klanken. Bijzonder is dat Clark voor enkele nummers gebruikmaakt van de proto-Indo-Europese taal (PIE), de door wetenschappers gereconstrueerde moeder van alle Indo-Europese taalgroepen (waaronder het Latijn, Sanskrit, Hindi, Engels en het Spaans). Clark gebruikt PIE-woorden en een mogelijke grammatica voor de opzwepende (en vreemd vertrouwd klinkende) chants en visualisaties. Enkele Tibetaanse monniken en Chief Dancing Thunder van de Susquehannock-stam vormen de spreekwoordelijke kers op de taart.
Het album is lastig te vinden (alleen in Italië, zo lijkt het wel), hoewel je op Last.fm enkele tracks kunt downloaden. Gelukkig biedt Rapidshare uitkomst (deel 1 en deel 2 - met dank aan de oorspronkelijke uploader). Aanrader voor wereldmuziek/tribal/new age-liefhebbers!
''Andere mensen die ik leuk vind zijn degenen die gedreven worden een wijsje te vinden dat in hun hoofd zit, waar ze gek van worden; een wijsje dat ze in hun ademhaling kunnen horen als ze rennen voor de bus, of in het ritme van hun ruitenwissers als ze van hun werk naar huis rijden. Soms is het iets doodgewoons en voor de hand liggends de oorzaak van de obsessie: ze hebben het op de radio gehoord in een club. Maar soms is het als bij toverslag in ze opgekomen. Soms is het opgekomen omdat de zon scheen en ze iemand zagen die er leuk uitzag, en ineens merken ze dat ze een flard van een liedje lopen te neuriën dat ze in geen vijftien of twintig jaar hebben gehoord; op een keer kwam er een man omdat hij een plaat had gedróómd, alles, de melodie, de titel en de zangers. En toen ik de single voor hem vond (het was een oud reggaenummer, 'Happy go lucky girl' van de Paragons), en het vrijwel precies zo klonk als in zijn slaap bij hem was opgekomen, gaf de blik op zijn gezicht me het gevoel dat ik niet een man een platenzaak was, maar een vroedvrouw of een schilder, iemand in wiens leven het transcendente doodgewoon is. [...]
Op zaterdagen kun je goed zien waar Dick en Barry voor zijn. Dick is zo geduldig, enthousiast en zachtzinnig als een onderwijzer: hij verkoopt mensen platen waarvan ze niet wisten dat ze die wilden, omdat hij intuïtief weet wat ze zouden moeten kopen. Hij babbelt wat, legt iets op de draaitafel en binnen de kortste keren geven ze hem vrijwel achteloos vijf pond-biljetten, alsof dat precies was waavoor ze gekomen waren. Barry walst intussen over mensen heen tot ze zich gewonnen geven. Hij beschimpt ze omdat ze de eerste Jesus & Mary Chain-lp niet hebben, en dan kopen ze 'm. Hij lacht ze uit omdat ze Blonde on Blonde niet hebben, zodat ze hem kopen, en hij barst los in ongeloof als ze tegen hem zeggen dat ze nog nooit van Ann Peebles hebben gehoord, en dan kopen ze ook iets van haar. [...]''
(Fragment uit Nick Hornby's 'High fidelity', Uitgeverij Atlas, 1995. Vertaling: Anneke Goddijn. Wees gerust, ik heb 'm nu uit – voor de tweede keer. Misschien moet ik de film ook nog maar een keer gaan bekijken...)
|
|