Kung Fury

Nadat ik eerder op Facebook al luidruchtig de loftrompet liet schetteren, ik de film inmiddels al drie keer heb gezien en mijn collega’s dwong om in ieder geval de eerste vijf minuten te bekijken, moet mijn weblog er ook aan geloven. Want Kung Fury verdient het om door zoveel mogelijk mensen te worden gezien.

En zo te zien gaat dat niet al te veel problemen opleveren; de korte film van de Zweedse regisseur David Sandberg (die ook de hoofdrol speelt) is in amper 24 uur ruim 3,5 miljoen keer bekeken. Geheel terecht, want Kung Fury is de overtreffende trap van episch en is dé ultieme 80’s-film – drie decennia later dan verwacht, maar toch.

Kung Fury duurt een half uurtje en gaat over een 'Kung Fu renegade cop who travels back in time to kill his Nemesis, Hitler'. En dat gaat gepaard met de nodige ontploffingen, bloedspetters, Zweeds sprekende nazi's, woordspelingen, dinosaurussen, vliegende auto’s en Vikingen.

David Sandberg begon zijn carrière ooit als regisseur van commercials, maar droomde altijd er altijd al van om een actiefilm te maken in de stijl van de films en series waarmee hij in de jaren tachtig opgroeide. In 2013 lanceerde hij een trailer en probeerde genoeg geld bij elkaar te sprokkelen om Kung Fury te realiseren. Toen dat niet lukte, startte hij een Kickstarter-campagne. Uiteindelijk haalde Sandberg 630.000 dollar op en ging zijn film deze week in première tijdens het filmfestival van Cannes en werd het een dag later op YouTube geslingerd. Grappig genoeg is nagenoeg de hele film in het Zweedse Umeå gefilmd, waarna Sandberg en zijn team zich uitleefden in de digitale studio om Kung Fury onder te dompelen in het Miami van 1984.

Niet alleen de film ademt de jaren tachtig, dat geldt ook voor de muziek: heerlijke retrowave (oftewel 80’s synthpop maar dan anno 2015), van producers als Mitch Murder en Betamaxx, inclusief een briljante track van David Hasselhoff en een donderend heavy metal-nummer. Episch. Tenminste, als je in de 80’s bent opgegroeid. Of niet vies bent van de nodige clichés. Of van cheesy synths.

In de Kung Fury-shop vind je allerlei merchandise, waaronder T-shirts, een geweldige filmposten en een lp (ik heb de mijne al besteld). Gamers kunnen zich uitleven met Kung Fury: Street Rage (er zijn gratis versies voor iOS en Android) en gezien het succes is het slechts een kwestie van tijd voordat er een vervolg verschijnt of een langere versie. Ik kan niet wachten.

Araglin | Vrijdag 29 Mei 2015 at 11:47 pm | 80s | Reageer
Gebruikte Tags: , , ,

1985

1985 was een mooi muziekjaar, met hits als ‘Loverboy’ (Billy Ocean), ‘Axel F’ (Harold Faltermeyer), ‘Love & Pride’ (King), ‘Take On Me’ (A-ha), ‘P Machinery’ (Propaganda) en ‘Just Can’t Get Enough’ (Depeche Mode) om er maar eens een paar te noemen. Wat deze nummers gemeen hebben? Ze worden gedomineerd door synthesizers. Het was dan ook niet verwonderlijk dat tijdens de 27ste uitreiking van de Grammy Awards (in februari 1985) een speciaal programmaonderdeel was gereserveerd voor de vier synthtovenaars (toentertijd in ieder geval) Stevie Wonder, Herbie Hancock en relatieve nieuwkomers Thomas Dolby en Howard Jones. Hun optreden wordt ook wel omschreven als ‘the most ’80s thing that ever happened. Ever.’

Howard Jones vertelde later in een interview met Yahoo! Music: “De organisatie van de Grammy’s wilde de komst van elektronische instrumenten benadrukken en ze een soort van… geloofwaardigheid geven. En ze wilde hiervoor supersterren gebruiken, zoals vanzelfsprekend Stevie Wonder en Hancock, aangevuld met de nieuwe lichting synthmuzikanten, zoals Thomas Dolby en mezelf. Ik denk echt dit een mijlpaal was voor de elektronische popmuziek.”

In 1985 was ik nog wat te jong om dit bewust mee te krijgen, maar gelukkig is er YouTube. De registratie van dit optreden vind je hieronder; de kwaliteit laat helaas te wensen over, maar gelukkig valt er veel te genieten. Nu ja, veel.. Eigenlijk vooral van de indrukwekkende hoeveelheid apparatuur op het podium: een Fairlight CMI op de achtergrond, een Oberheim Xpander, een Kurzweil K250, Twee Memory Moogs, Thomas Dolby die rondrent met een TR-606…

Het optreden zelf is maar zozo. Als je goed kijkt, zie je dat de artiesten hun hits playbacken, waarbij met name Thomas Dolby zich heerlijk aan het uitsloven is. Vanzelfsprekend leverde dit hen de nodige kritiek op. Maar er was een excuus: MTV wilde niet dat er live werd gespeeld (het had iets te maken met de stroomvoorziening, voor zover ik kon achterhalen) en het hele optreden is jammer genoeg van tevoren opgenomen.

Gelukkig hebben we de prachtige haardossen van Dolby en Jones nog...

Araglin | Maandag 02 Maart 2015 at 11:34 pm | 80s | Reageer
Gebruikte Tags: ,

Fade To Grey

Och, Visage-zanger Steve Strange (bij de burgelijke stand bekend als Steven John Harrington) is afgelopen donderdag overleden na een hartaanval. Hij is slechts 55 jaar geworden. Ik kan nu wel een heel verhaal gaan tikken, maar laat liever de muziek voor zich spreken...

Araglin | Vrijdag 13 Februari 2015 at 5:14 pm | 80s | 1 reactie

Lost Themes

Het zal aanvankelijk ongetwijfeld te maken hebben gehad met efficiency en kostenbesparingen; waarom zou je als regisseur een componist inschakelen als je het ook zelf kunt doen? Maar ongetwijfeld zal ook meegespeeld hebben dat regisseur John Carpenter het gewoon leuk vond om zélf muziek te maken voor zijn films.

Carpenter heeft talloze (horror)klassiekers op zijn naam staan, waaronder ‘Halloween’ (1978), ‘The Fog’ (1980), ‘Escape From New York’ (1981), ‘Big Trouble In Little China’ (1986), ‘Prince Of Darkness’ (1987) en ‘In The Mouth of Madness’ (1994). Nagenoeg al zijn films heeft Carpenter zelf van een effectieve soundtrack voorzien. Bekend geworden is vooral het sinistere deuntje voor de slasher ‘Halloween’, waarvoor Carpenter zich overduidelijk liet inspireren door Mike Oldfields ‘Tubular Bells’. De regisseur heeft zich nooit gewaagd aan experimentele muzikale uitstapjes, samenwerkingen met orkesten en meer van die fratsen, nee, hij bleef trouw aan zijn synthesizers. De Carpenter-sound wordt nu door chillwave- en retrowave-muzikanten als Com Truise, Zombi en Niky Nine bestempeld als een van hun grote inspiratiebronnen, maar dit terzijde.

Het voelt een beetje vreemd om ‘Lost Themes’ (releasedatum: 3 februari, hier meer info) te omschrijven als het eerste soloalbum van de inmiddels 67-jarige John Carpenter. Misschien kun je het beter bestempelen als het eerste Carpenter-album zonder begeleidende film. ‘Lost Themes’ bevat negen tracks die er bijna om schreeuwen om in een film gebruikt te worden. De muziek is redelijk simpel en voorspelbaar (aanzwellende, stemmige synthesizerklanken, gitaarsolo’s en hypnotiserende beats), maar het werkt als een tierelier.

De nummers, gemaakt in samenwerking met zijn zoon Cody Carpenter en petekind Daniel Davies, hebben titels als ‘Vortex’, ‘Mystery’, ‘Wraith’ en ‘Purgatory’, waardoor je er bijna automatisch zelf een verhaal bij gaat bedenken - met hoofdrollen voor psychopathische moordenaars, kannibalistische dwergen en gespierde helden in een strak shirtje.

In tegenstelling tot collegaregisseur David Lynch (die ook actief is als muzikant), maakt John Carpenter geen uitstapjes naar dance of industrial of probeert hij krampachtig zijn sound te updaten. Hij blijft trouw aan zijn roots, die stevig in de jaren tachtig zijn geworteld. Grappig genoeg zorgt juist dat authentieke, gedateerde 80’s-sfeertje ervoor dat ‘Lost Themes’ weet te overtuigen.

Groovy!, om maar eens te citeren uit 'Evil Dead II', nog zo’n horrorklassieker uit de jaren tachtig. 

Araglin | Dinsdag 27 Januari 2015 at 11:57 pm | review, Standaard, 80s | Reageer
Gebruikte Tags: , ,

Paul Parker

De carrière van de Amerikaanse zanger Paul Parker is onlosmakelijk verbonden met die van de jonggestorven discopionier Patrick Cowley (1950-1982, zie hier en hier). Parker scoorde begin 1982 een hit met het door Cowley geschreven en geproduceerde ‘Right On Target’ en was hiermee een van de wegbereiders van het Hi-NRG-genre (of post-disco/proto-dance, het is maar hoe je het bekijkt). Cowley produceerde ook Parkers debuut ‘Too Much To Dream’, dat in 1983 het licht zag. Een album met fijne discostampers en natuurlijk Parkers geweldige stem en dito snor.

Parker is zijn hele carrière trouw gebleven aan de Cowley-sound. Om de zoveel jaar neemt hij nieuwe versies op van zijn hits, brengt hij allerhande niet altijd even geslaagde covers uit en klinkt zijn meest recente single (het vorig jaar verschenen ‘The Heat Is On’, een samenwerking met Hard Ton) alsof het weer 1988 is.

Parker begon ooit in de jaren zeventig als zanger bij een rockbandje in San Francisco, waar hij covers zong van Crosby Stills Nash & Young, The Eagles, Grateful Dead, The Rolling Stones en The Beatles. Een kennis stelde hem voor aan Cowley, die niet alleen als een blok viel voor zijn geweldige stem maar ook voor zijn uiterlijk. En de rest is, zoals dat dan zo mooi heet, geschiedenis. Op zijn site wordt het mooi omschreven: ‘His energetically masculine delivery and good-natured demeanor won him loyal fans in Europe, Australia and the Americas.’

Echt bekend is hij nooit geworden, maar wie weet. Als het nieuwe album van Giorgio Moroder aanslaat, wordt de inmiddels 62-jarige Parker misschien door een nieuwe generatie ontdekt en omarmd. Zijn stem klinkt nog altijd even fraai en hoewel hij wat grijzer is geworden, heeft hij niets van zijn ‘masculine delivery’ verloren…

Araglin | Zaterdag 24 Januari 2015 at 11:11 pm | 80s | Reageer
Gebruikte Tags: ,

100 X 100: Sobriëtas

“Moet je kijken Ad, dat is wel heel lang geleden…” Het is niet mijn gewoonte om met een lp onder de arm op muzikanten af te stappen. Voor Ad Visser maak ik graag een uitzondering. Toen ik hem samen met zijn vrouw koffie zag drinken aan de bar, greep ik mijn kans en duwde hem mijn exemplaar van ‘Sobriëtas’ (1982) onder de neus. Hij was aangenaam verrast, zette zijn handtekening en haalde enthousiast herinneringen op. Later die avond zou hij maatschappijkritische liedjes zingen, maar op dat moment was hij weer heel even de synthesizerheld waar ik vroeger zo tegen opkeek. 

[33] Ad Visser – Sobriëtas (1982) [Spotify] [YouTube] [Discogs]

Araglin | Woensdag 23 Juli 2014 at 12:39 am | 80s, 100x100 | 2 reacties

100 X 100: Van Halen

Het is de zomer van 1987 en mijn moeder verklaart me voor gek. Terwijl het buiten snikheet is, ben ik me namelijk in het zweet aan het gamen op zolder. Ik speel International Karate op mijn Commodore 64 en zing enthousiast mee met ‘5150’, het zevende Van Halen-album en het eerste met nieuwe zanger Sammy Hagar. Maar dat wist ik toen nog niet; ik had de lp met de intrigerende hoes een dag eerder voor een prikkie bij de V&D gekocht en viel als een blok voor de vette synthsound. Een Oberheim OB-8 – maar ook dat ontdekte ik pas later…

[30] Van Halen – 5150 (1986) [Spotify] [YouTube] [Discogs]

Araglin | Woensdag 26 Februari 2014 at 11:21 pm | 80s, 100x100 | Reageer
Gebruikte Tags:

Diethelm & Famulari

[Dit is een gastbijdrage geschreven door Michael Bouma] 

In het begin van de jaren tachtig was Nederland in de ban van wat toen nog de Whitbread Round the World Race heette, een zeilrace rond de wereld. In 1977-1978 won de Nederlander Connie van Rietschoten deze race met zijn schip ‘De Flyer’. In 1981-1982 wist hij deze race wederom te winnen, nu met ‘De Flyer II’. Beide schepen waren gebouwd bij Huisman Shipyard in Vollenhove. Zowel de race als de bouw van ‘De Flyer II’ sprak bijzonder tot de verbeelding van het Zwitserse jazzduo Thomas Diethelm & Santino Famulari, dat zich voor hun debuut-lp ‘The Flyer’ (1983) door de prestaties van Van Rietschoten liet inspireren.

Mede dankzij het succes van ‘De Flyer II’ in de Whitbread Round the World Race en een optreden van Diethelm & Famulari bij Sonja Barend, ontstond er een kleine hype rond de lp. De single ‘The Flyer’ stond in 1984 vier weken in de Top 40, met als hoogste positie de 27e plaats. Als ik dit nummer hoor moet ik nog altijd denken aan de prachtige beelden van ‘De Flyer II’ tijdens de race, die achter de muziek waren gemonteerd. Helaas is dit filmpje niet meer te vinden op YouTube. 

Over beide heren heb ik niet zoveel info kunnen achterhalen. Famulari is een klassiek geschoold pianist, die op dit album de synthesizer bespeelt. Diethelm speelt op een akoestische gitaar met nylonsnaren. Opvallend is het gebruik van analoge delays, die het geluid een enkele herhaling geven. Je hoort dus hetzelfde nog een keer maar dan met een herhaling. Deze ‘delay-tijd’ bepaalt het tempo van de nummers en zorgt tegelijkertijd voor een herkenbare en voor die tijd vernieuwende sound. De nummers hebben mede door het gebruik van de akoestische gitaar een hoog Flairck-gehalte. 

Na ‘The Flyer’ brachten Diethelm & Famulari het album ‘Valleys in My Head’ (1984) uit, met daarop wederom een versie van ‘The Flyer’. Santino Famulari werkte later samen met de Zwitserse harpist Andreas Vollenweider, terwijl Thomas Diethelm actief was met de Thomas Diethelm Band (en een aantal jaar geleden wat gitaarfilmpjes op YouTube zette).  

arnold | Donderdag 03 Mei 2012 at 11:10 pm | flashback, 80s, gastbijdrage | 6 reacties
Gebruikte Tags:

100 X 100: Labyrinth

Het is een van de weinige albums die ik al bijna mijn hele leven met me meedraag. Van cassettebandje naar lp en via cd en mp3 naar streaming audio. En om eerlijk te zijn: het is geen meesterwerk. De soundtrack van Jim Hensons 'Labyrinth' (1986) is vooral een nostalgische aangelegenheid.

Ik zag deze fantasy-film destijds als klein jongetje in de bioscoop en was diep onder de indruk. Niet zozeer van David Bowie in een maillot, als wel vanwege de humor en onderhuidse thematiek (adolescentie en de conventies van het toversprookje). Sommige films sluit je in je hart - voor altijd.

[18] David Bowie/Trevor Jones - Labyrinth (1986) [Spotify] [YouTube] [Discogs]

Admin | Woensdag 05 Januari 2011 at 12:22 am | 100x100, 80s | 1 reactie
Gebruikte Tags:

100 X 100: Nadieh

Ik was wat aan het zappen, belandde op Best24 en viel middenin een herhaling van Klassewerk. Ik bleef uit nostalgische overwegingen hangen. Hee, dacht ik, volgens mij heb ik deze aflevering daadwerkelijk gezien. Want was dit – en inderdaad, Hans van Willigenburg kondigde haar al aan: Nadieh zong haar hit 'Windforce 11' uit 1987.

Ik was – als jochie van 12 – stiekem verliefd op Nadieh, vooral vanwege haar stem, waar ik het liefste dicht tegenaan wilde kruipen. Negen jaar later zou ze overlijden. Toen ik haar na zoveel tijd weer op tv zag, realiseerde ik me dat ik nog altijd verliefd was.

[16] Nadieh – Land Of Tá (1986) [Spotify] [YouTube] [Discogs]

arnold | Woensdag 22 December 2010 at 12:25 am | 80s, 100x100 | 1 reactie
Gebruikte Tags: , ,