Hoe uniek en bijzonder de Utrechtse werfkelders aan de Oudegracht ook zijn, één ding ontbreekt: huisnummers. Aan de zoektocht naar de Electrosaurus Southern Sound Studio – oftewel de thuishaven van het psychedelische rocktrio DeWolff – komt gelukkig snel een einde als opeens het karakteristieke bebaarde hoofd van toetsenist Robin Piso in een deuropening verschijnt. “Welkom! Kom gerust verder!”
De deur van de boogvormige werfkelder leidt naar een sfeervol ingericht woongedeelte, met daarachter een studio. En dan geen glimmende, nieuwerwetse studio met knipperende lichtjes en keurig gerangschikte instrumenten. Het is alsof je regelrecht in de jaren zeventig bent gestapt. Op de vloer liggen Perzische tapijten, er zijn fluwelen gordijnen opgehangen, langs de muren staan opgezette dieren en overal staan en liggen gitaren, Hammond-orgels en drums. Naast het gigantische mengpaneel staan oude buizenversterkers, compressors en equalizers. Dit is een studio zoals je je een studio voorstelt. De 25-jarige Robin Piso loopt enthousiast heen en weer, terwijl hij af en toe een toets beroert. “Hier hebben we de afgelopen maanden heel veel tijd doorgebracht.”
In de Volkskrant van afgelopen weekend werd onderzocht of je verschil hoort tussen een cd, highres-audio en een mp3. En om een lang verhaal kort te maken: je hoort inderdaad verschil. Maar alleen als je luistert in de Wisseloord Studio’s, een van de beste studio’s ter wereld, met vijf speakers van 20.000 euro per stuk (Egglestonworks Savoys) en vijf peperdure versterkers (Krell Evolution).
En om het allemaal nog wat dubieuzer te maken (en ik citeer de conclusie van een van de testpanelleden): “Iedereen kan het verschil horen. Maar alleen als je eerst de cd opzet en daarna naar Spotify luistert.”
Over highres-audio, dat door streamingdiensten als Tidal en Qobuz wordt aangeboden, is het testpanel lyrisch. Opvallend, want de specificaties liggen ver buiten wat het menselijk gehoor kan verwerken.
De discussie over geluidskwaliteit (analoog versus cd/digitaal versus bitrate) is niet nieuw en begint een beetje sleets te raken. Vinyl-liefhebbers prijzen de warme klankkleur van hun lp’s, terwijl degenen die met cd’s in de weer zijn de ‘open klankkleur’ roemen. Dat kan allemaal wel zo zijn, je hebt er weinig aan als je geen goede speakers / versterker / koptelefoon / cd-speler / platenspeler / woonkamer hebt.
Interessanter zijn de opmerkingen over de mastering en de loudness wars van de afgelopen jaren. Muziek wordt steeds luider afgemixt, waardoor de nuances worden ondergesneeuwd. En dit heeft weer tot gevolg dat bij het maken van een mp3’tje hardere nummers sneller overstuurd raken. De grens van de maximale amplitude van een geluidsgolf is bij een mp3-bestand beperkt; komt het volume daarboven, dan wordt het geluid rücksichtslos afgeplat. Als dit in een nummer vaak gebeurt, dan klinkt het uiteindelijke resultaat veel te hard en te weinig uitgebalanceerd.
De muziekstreamingdiensten gebruiken algoritmes om data te besparen bij het afspelen van muziek; sommigen halen het hoog weg, anderen verwijderen delen van de galm of veranderen het laag in mono. Hoe lager de kwaliteit, hoe meer er gerommeld is met de audio. Maar in alle eerlijkheid: bij een bitrate van 320 kbps of hoger hoor ik nauwelijks verschil meer. Waarom een lp dan tóch beter klinkt? Simpel: beleving. Naar lp luister je, een mp3’tje gebruik je. Om maar eens een boude uitspraak te doen.
En mocht je nu denken: ha! Ik hoor heus wel of het een mp3’tje van 128 kbps, 320 kbps of een ongecomprimeerd wav-bestand is, check dan eens deze luistertest. Ik ben benieuwd…
Naast ‘War of the Worlds’ had mijn vader nog een cassettebandje in de auto liggen: ‘Inter Synthellite’ van Star Inc. Oftewel: naadloos aan elkaar gemixte synthesizercovers van onder anderen Vangelis, Kraftwerk en Jean Michel Jarre, aangevuld met instrumentale versies van 80’s-hits - hoewel ik pas veel later ontdekte welke artiesten bij de nummers hoorden. Ik vond het prachtig.
Ik heb me wel eens afgevraagd hoe mijn muzieksmaak zich zou hebben ontwikkeld als niet Ed Starink (die later de Synthesizer Greatest-albums zou volspelen), maar iemand achter een goedkoop synthesizertje aan de knoppen zou hebben gezeten. In ieder geval een stuk normaler…
[36] Star Inc. - Inter Synthellite (1985) [Spotify] [YouTube] [Discogs]
In de categorie ‘duh!’: uit Spotify-data blijkt dat metal het genre is met de trouwste fans. De muziekdienst stelde een aantal grafiekjes op waarin per land werd gekeken naar de populairste genres (Nederland staat er helaas niet bij). En wat bleek? Metal staat steevast in de top tien van de meest beluisterde genres en is wereldwijd het populairst. Spotify stelde een lijst samen met klassieke metalbands (waaronder Metallica, Slayer, Judas Priest, Iron Maiden, Sepultura, Pantera, Cradle of Filth en Anthrax) en keek hoe vaak deze werden gestreamd. Heel vaak dus. Vaker dan popartiesten of rappers.
Niet zo heel gek. Er worden vaak gekscherend dingen geroepen als ‘metal for life’ en ‘true metal never dies’ – maar eigenlijk is dat gewoon echt zo. Toen ik jong was (ahum) luisterde ik naar Cradle of Filth en Iron Maiden en dat doe ik nog steeds af en toe. Het opmerkelijke is juist – zoals Noisey al signaleerde – dat dit als iets opmerkelijks wordt beschouwd. Tjonge, is metal zo populair? Zijn al die metalheads niet opgegroeid en overgeschakeld op ‘normale’ muziek? Nee dus. Metal is normale muziek en een stuk interessanter dan de muziek van pak ‘m beet Taylor Swift, waar je wél over heen groeit (ik heb niets tegen Taylor Swift overigens).
Het geinig die grafieken ook zijn, Spotify lijkt zich niet al te zeer met genres bezig te houden, maar veeleer met stemmingen. In een recente update is een belangrijke rol weggelegd voor playlists die zijn bedoeld voor bepaalde ‘moods’ en activiteiten. Onder de noemer ‘Feest’ vind je bijvoorbeeld ‘Huis Fuif’ en ‘De Kroegploeg’, gevuld met uiteenlopende artiesten als Jan Smit, Ke$ha en Gossip. Onder de rubriek ‘Focus’ tref je bijvoorbeeld de playlist ‘Intense Studying’ aan, met filmmuziek van Yann Tiersen en de cellosuites van Bach. “Het is de bedoeling dat Spotify een soort ritueel wordt”, aldus Spotify-topman Shiva Rajaraman. “Je gebruikt het bij bepaalde gewoontes en langzamerhand zullen we elk onderdeel van je dag van muziek voorzien.”
Het mes snijdt aan twee kanten: artiesten worden sneller ontdekt en vaker gedraaid (en verdienen dus meer), en de luisteraar krijgt muziek voorgeschoteld die hij of zij zelf niet zo snel op zou zetten. Het nadeel is dan weer dat veel van deze nieuwe artiesten one-hit wonders zijn. Muziek wordt een accessoire; het wordt voor artiesten moeilijker een loyale fanbasis op te bouwen, om nog maar te zwijgen over albums. Die zijn niet meer relevant en worden vervangen door op maat gemaakte playlists. Met andere woorden: je besteedt het zoeken naar muziek uit – en ik weet niet zeker wat ik daar nu van moet vinden.
Een tijdje geleden was ik bij stripwinkel Piet Snot in Utrecht. Ik kom daar wel vaker, dus zo interessant om te melden is dat niet, ware het niet dat achterin de winkel opeens een paar dozen met lp’s stonden. En zoals iedereen weet die wel eens door bakken met lp’s roert: zodra je vinyl buiten zijn natuurlijke habitat van de platenwinkel of –beurs aantreft, stijgt de kans dat er iets interessants tussenzit.
De eerste doos stelde in ieder geval niet teleur: het complete oeuvre van Ultravox (inclusief de soloalbums van Midge Ure), Visage, Spandau Ballet en wat progressieve rock. Niet slecht, dacht ik, toen ik een doosje opschoof. En terwijl mijn mond langzaam openviel, flapperde ik door de lp’s. Hans-Joachim Roedelius, Michael Bundt, Peru, Edgar Froese, Earthstar, Eroc, Adelbert von Deyen, Carlos Guirao, Deuter, Pillion, Michael Garrison – mijn onderkaak lag inmiddels op de grond. Kennelijk had iemand zijn complete collectie synthesizermuziek van de hand gedaan. Een liefhebber zo te zien; alles zag er piekfijn uit. Van sommige artiesten had ik alleen vaag gehoord, laat staan dat ik ooit een lp van hen in handen had gehad.
‘Bijzondere collectie, vind je niet?’ zei de verkoper, toen ik mijn stapeltje voor een bijzonder zacht prijsje afrekende. ‘Zijn ze eigenlijk nog wat waard?’ ‘Nou’, antwoordde ik in alle eerlijkheid, ‘het is inderdaad een fijne verzameling, maar wel heel specifiek: elektronische muziek uit de periode 1974-1984. Ik denk niet dat de markt heel groot is voor dit genre. Ik bedoel, lp’s van Kraftwerk, Joy Division of U2 uit die periode gaan voor behoorlijke bedragen over de toonbank. Maar deze? Tja, dan moet je er echt mee de hort op.’ ‘Het zijn de platen van een vaste klant van ons, die helaas na een slopende ziekte is overleden. Zijn weduwe heeft gevraagd of wij zijn strips wilden verkopen. En misschien in één moeite door ook zijn lp’s. Ik heb er niet zoveel verstand van, maar zei tegen haar: zet maar neer, misschien verdien je er nog een paar euro’s aan.’
En terwijl ik naar huis ging met een flinke tas vinyl en een gemengd gevoel, gebeurde er iets wat ik niet had verwacht. Ik werd hebberig. De daaropvolgende weken haalde ik in batches en in alle stilte de verzameling van de muziekliefhebbende stripverzamelaar in huis. Want hoewel het aantal liefhebbers van kosmische analoge muziek weliswaar klein is, ken ik er wel een aantal…
Maar in ieder geval, ik heb alles nu beluisterd en er zitten talloze geniale albums tussen. Nu kan ik alles klakkeloos rippen en online slingeren, maar in vergelijking met 2004 – toen ik begon met Araglin.nl – zijn de tijden veranderd, vooral op auteursrechtelijk gebied. Het leek me dan ook wel aardig om de artiesten zelfs eens te benaderen en te vragen hoe zij het vinden als ik hun oude werk rip en op YouTube zet (als het daar tenminste nog niet op te vinden is). Te beginnen met het Belgische duo Pillion (bestaande uit Guy Drieghe D. en Walter Christian Rothe), dat in 1980 debuteerde met het prachtige en kosmisch zinderende ‘Enigmas’. Benieuwd hoe zij reageren…
“Als ik dit had geweten, had ik wel meer meegenomen…” De verkoper op de Utrechtse Vrijmarkt keek beteuterd naar het handjevol lp’s op zijn kleedje. “Ik begon de dag met drie bakken vol en moet je nu eens zien!” Ik mompelde instemmend en bestudeerde met een scheef oog de overgebleven platen. Best aardig nog: Alle 13 Goed-varianten, Neil Diamond en een verdwaalde ABBA. “Ik probeerde vanmiddag mijn zoon nog op te bellen om te vragen of wat extra dozen met platen uit de garage mee kon brengen”, vervolgde de man, “maar ik ben bang dat hij zijn roes ligt uit te slapen. Naja, volgend jaar neem ik in ieder geval nog meer mee!”
Dat vinyl in trek is, bleek ook tijdens afgelopen Koningsdag. Het aantal kraampjes met lp’s was bijzonder hoog en de personen die in de bakken wroetten opvallend jong. En helaas gold dat ook voor de prijzen. Gemiddeld 6 euro voor een plaat – en dan nog geen eens een heel bijzondere. Ik heb me jarenlang afgevraagd waar toch al die rommel vandaan kwam die mensen tijdens Koninginnedag en Koningsdag proberen te slijten aan voorbijgangers. Dat moet op een gegeven moment toch wel zo’n beetje opraken? Anno 2015 lijkt dat inderdaad het geval (in Utrecht althans), want het aanbod was eigenlijk best goed. Qua muziek dan. In eerste instantie was ik van plan al mijn aanwinsten gedetailleerd te beschrijven, maar ik denk niet dat daar iemand op zit te wachten. Sterker nog, laat ik eerst maar eens flink wat stukjes gaan tikken, dat is er de afgelopen tijd wegens enorme drukte behoorlijk bij ingeschoten…
Ik heb één groot probleem met Spotify: er gebeurt niets als je het opstart. Je moet eerst bedenken naar wie of welk genre je wilt luisteren en dit vervolgens in- of aanklikken. Nu is dit meestal geen probleem, maar het duurt vaak even voordat ik iets van mijn gading of stemming heb gevonden. Op Spotify staan meer dan 20 miljoen tracks, maar slechts een zeer bijzonder klein percentage wordt daadwerkelijk beluisterd; ongeveer een vijfde is nog nooit gestreamd. Het is dan ook geen wonder dat artiesten vaak mopperen op de muziekdienst - zie maar eens op te vallen tussen het gigantische aanbod.
Je zou denken dat Spotify alles op alles zou zetten om gebruikers op het spoor te zetten van nieuwe artiesten of genres. Immers: hoe meer luisteraars, hoe beter. Toegegeven, de dienst probeert het wel, maar het is huilen met de pet op. Zo krijg je op je startpagina playlists voorgeschoteld die zijn gerangschikt per stemming (‘Morning Tea’, ‘’t Koffiehuis’ en dergelijke). Jammer genoeg zijn die niet alleen een jaar oud, maar bevatten ze ook artiesten die ik helemaal niet wil horen als ik rustig aan wakker worden ben.
Het overzicht met nieuwe releases dan? Prima idee, maar als je deze lijst wekelijks updatet met slechts vijf nieuwe albums schiet het niet op. De aanbevelingen op basis van beluisterde artiesten? Een beetje muziekliefhebber kan de suggesties ook zelf wel verzinnen. ‘Omdat je naar Kraftwerk hebt geluisterd raden we je Jean Michel Jarre aan.’ Joh!
Tot voor kort was het voor derden mogelijk om apps voor Spotify te maken. De cd-recensies van Nu.nl en Pitchfork waren bijvoorbeeld in Spotify te lezen. Handig, want je kon direct doorklikken naar het desbetreffende album. Het klassieke muzieklabel Harmonia Mundi maakte een app waarmee je door honderden jaren muziekgeschiedenis kon bladeren en de Last.fm-app stelde muzikale suggesties voor op basis van eerder beluisterde muziek. Na de laatste Spotify-update zijn deze apps echter spoorloos verdwenen. Spotify wil zich nog nadrukkelijker gaan richten op mobiel gebruik. En wie via zijn mobiel of tablet naar Spotify luisterde, had sowieso geen toegang tot deze apps.
Ik maak nu een jaar of vijf gebruik van Spotify en zal ongetwijfeld een hele hoop data over mijn luistergedrag hebben gegenereerd. (Waar je overigens zelf niet bij kunt. Spotify laat weliswaar zien naar welke artiesten en genres je het vaakst luistert, maar niet hoe vaak.) Is het nu echt zo moeilijk uit deze databrij zinvolle informatie te destilleren? Nieuwe releases van artiesten die je eerder hebt beluisterd? Playlists die wél de moeite waard zijn? Aanbevelingen die je op het spoor zetten van iets nieuws, zonder te vervallen in de meer van hetzelfde-valkuil? Artiestenspecials die je door hun oeuvre loodsen? De mogelijkheden zijn eindeloos.
Maar aan de andere kant ('elk nadeel hep immers z'n voordeel'): zo heb ik wel een excuus om obscure muziektijdschriften te kopen.
En voor wie het zielig vindt voor al die artiesten wiens muziek virtueel stof staat te vergaren, breng eens een bezoekje aan Forgotify, waar je muziek krijgt voorgeschoteld die nog niet eerder is gestreamd. To boldly go…
“Het was heerlijk”, zeg ik in mijn beste Duits. Het is begin 2005 en we bevinden ons in een Nepalees restaurant in Berlijn. Zoals in vrijwel elk restaurant klinkt er al de hele avond muziek. Met dit verschil dat ik het nu wél kan waarderen: ontspannen wereldmuziek met Indiase invloeden en een sporadisch opduikende beat. “En mijn complimenten voor de muziek”, voeg ik eraan toe. “Van wie is het eigenlijk?” De eigenaar glundert en laat me enthousiast een cd’tje zien: ‘The Best of Prem Joshua volume 1’. “Neem gerust mee”, zegt hij. “Je hebt pech, Prem zelf is nét weg…”
[35] Prem Joshua – The best of, vol. 1 (2004) [Spotify] [YouTube] [Discogs]
Toen Spotify in Nederland werd geïntroduceerd, heb ik nog dezelfde dag een abonnement genomen. YouTube, Soundcloud, The Pirate Bay, Bandcamp – geweldige uitvindingen, ik zou geen dag zonder kunnen. Maar toch koop ik nog altijd cd’s en lp’s. Collega’s lachen me nog net niet in mijn gezicht uit, maar het scheelt niet veel. Cd’s? Lp’s? Wat moet je daar nu mee? Alles staat toch online? Ik lach dan een beetje mee en zeg dan: Waarom ik nog cd’s en lp’s koop? Nou, omdat:
1 …het geluid beter is. Zelfs al heb je in Spotify aangegeven dat je in ‘extreme kwaliteit’ wilt streamen, dan nog haalt de geluidskwaliteit van een streamingdienst of mp3’tje het bij lange na niet bij die van een cd. Een cd wordt standaard geëncodeerd met 1,411.2 kilobytes per seconde. Spotify gebruikt standaard een bitrate van 160 kbps (Premium-gebruikers hebben de beschikking over 320 kbps), terwijl de geluidskwaliteit van YouTube schommelt tussen de 64 kbps en 512 kbps. Kortom, een cd klinkt gewoon beter. En een lp klinkt volgens sommigen nóg beter.
2 …de artiesten er wat aan hebben. Taylor Swift die haar albums van Spotify laat verwijderen omdat ze er te weinig aan verdient. Pharells ‘Happy’ dat in drie maanden tijd 43 miljoen keer wordt gestreamd via de Amerikaanse dienst Pandora en slechts 2700 dollar opbrengt. Radioheads Thom Yorke die geen kans onbenut laat om Spotify te bashen. Als ‘grote’ artiesten met miljoenen streams er al slechts een schijntje aan verdienen, wat moeten kleinere indie-bandjes en relatief onbekende artiesten wel niet overhouden aan muziekstreamingdiensten? Bitter weinig, lijkt me. En ja, natuurlijk heeft het ook te maken met de deal die de artiest in kwestie heeft afgesloten met zijn of haar platenlabel. Een cd levert een artiest ongeveer 10 tot 14 procent van de verkoopprijs op. Ook niet heel veel, maar alleszins meer dan 0,4 cent per stream. En helemaal als je een slimme deal sluit of alles in eigen beheer uitbrengt.
3 …je wat moois in huis haalt. Het geldt wat minder voor een cd (hoewel er fraaie uitvoeringen tussen zitten), maar een lp ziet er gewoon cool uit. Sommige hoezen zijn ware kunststukjes en zorgen voor een extra beleving als je de naald op de plaat laat zakken. Door lp’s pontificaal in je woonkamer neer te zetten (want je stopt ze natuurlijk niet weg), laat je bovendien aan iedereen zien dat je smaak hebt of in ieder geval van muziek houdt. Cd’s zijn dan weer vaak voorzien van een boekje met songteksten en overige informatie. En da’s ook interessant. Sommige albums in iTunes beschikken weliswaar over een digitaal boekje, maar dat werkt voor geen meter.
4 …ze lang mee gaan. Je harde schijf of router gaat kapot. Je favoriete clouddienst is opeens niet bereikbaar. Je datalimiet is op. Je Spotify-account is gehackt. Die ene lp heb je letterlijk grijs gedraaid en klinkt helemaal nergens meer naar. Nee, dan een cd. Zo lang je er maar voor zorgt dat er geen krassen op komen, hebben cd’s het eeuwige leven.
5 …niet alles online is te vinden. Het aanbod op Spotify is groot, maar lang niet alles is online beschikbaar. Muziek van AC/DC, Taylor Swift, Radiohead of Tool vind je bijvoorbeeld niet op Spotify of in iTunes. Om nog maar te zwijgen over artiesten die hun albums in een gelimiteerde oplage uitbrengen. Het is online altijd afwachten wat er te vinden is en hoe compleet het aanbod of oeuvre van een artiest is. Helaas is het aanbod in de muziekwinkels beperkt, maar vaak kun je direct bij de meeste (wat kleinere) artiesten zelf bestellen. Na een concert bijvoorbeeld of via hun label.
Het zal aanvankelijk ongetwijfeld te maken hebben gehad met efficiency en kostenbesparingen; waarom zou je als regisseur een componist inschakelen als je het ook zelf kunt doen? Maar ongetwijfeld zal ook meegespeeld hebben dat regisseur John Carpenter het gewoon leuk vond om zélf muziek te maken voor zijn films.
Carpenter heeft talloze (horror)klassiekers op zijn naam staan, waaronder ‘Halloween’ (1978), ‘The Fog’ (1980), ‘Escape From New York’ (1981), ‘Big Trouble In Little China’ (1986), ‘Prince Of Darkness’ (1987) en ‘In The Mouth of Madness’ (1994). Nagenoeg al zijn films heeft Carpenter zelf van een effectieve soundtrack voorzien. Bekend geworden is vooral het sinistere deuntje voor de slasher ‘Halloween’, waarvoor Carpenter zich overduidelijk liet inspireren door Mike Oldfields ‘Tubular Bells’. De regisseur heeft zich nooit gewaagd aan experimentele muzikale uitstapjes, samenwerkingen met orkesten en meer van die fratsen, nee, hij bleef trouw aan zijn synthesizers. De Carpenter-sound wordt nu door chillwave- en retrowave-muzikanten als Com Truise, Zombi en Niky Nine bestempeld als een van hun grote inspiratiebronnen, maar dit terzijde.
Het voelt een beetje vreemd om ‘Lost Themes’ (releasedatum: 3 februari, hier meer info) te omschrijven als het eerste soloalbum van de inmiddels 67-jarige John Carpenter. Misschien kun je het beter bestempelen als het eerste Carpenter-album zonder begeleidende film. ‘Lost Themes’ bevat negen tracks die er bijna om schreeuwen om in een film gebruikt te worden. De muziek is redelijk simpel en voorspelbaar (aanzwellende, stemmige synthesizerklanken, gitaarsolo’s en hypnotiserende beats), maar het werkt als een tierelier.
De nummers, gemaakt in samenwerking met zijn zoon Cody Carpenter en petekind Daniel Davies, hebben titels als ‘Vortex’, ‘Mystery’, ‘Wraith’ en ‘Purgatory’, waardoor je er bijna automatisch zelf een verhaal bij gaat bedenken - met hoofdrollen voor psychopathische moordenaars, kannibalistische dwergen en gespierde helden in een strak shirtje.
In tegenstelling tot collegaregisseur David Lynch (die ook actief is als muzikant), maakt John Carpenter geen uitstapjes naar dance of industrial of probeert hij krampachtig zijn sound te updaten. Hij blijft trouw aan zijn roots, die stevig in de jaren tachtig zijn geworteld. Grappig genoeg zorgt juist dat authentieke, gedateerde 80’s-sfeertje ervoor dat ‘Lost Themes’ weet te overtuigen.
Groovy!, om maar eens te citeren uit 'Evil Dead II', nog zo’n horrorklassieker uit de jaren tachtig.