Easy Rider (reprise)

'Easy Rider' (uit 1969) is onlosmakelijk verbonden met de hippie-idealen van de jaren zestig. De film van en met Dennis Hopper (1936-2010) ontstond in een periode waarin veel (linkse) Amerikanen zich ontheemd voelden en hippies (tijdelijk) de macht overnamen - het Woodstock-festival had bakens verzet, president John F. Kennedy en dominee Martin Luther King waren vermoord en aan de horizon doemden de dreigende contouren van de Vietnam-oorlog op.

'Easy Rider' ademt een bittere woede en een vreemd soort nihilisme: twee motorrijders (Peter Fonda en Dennis Hopper) besluiten na een succesvolle drugsdeal een trip dwars door Amerika te maken. En onder het genot van heel veel verdovende middelen (die daadwerkelijk werden gebruikt tijdens de opnamen) ontmoetten ze lifters, grimmige bajesklanten en zweverige sekteleden. Na heel Amerika doorkruist te hebben, is de apotheose ontnuchterend: er is geen weg meer terug naar het normale leven.

'Easy Rider' is een bijzonder psychedelische en surrealistische ervaring, vooral omdat je nauwelijks een gestructureerd verhaal voor je kiezen krijgt; je moet het allemaal maar zo'n beetje zelf invullen. De film zorgde voor de nodige opschudding; ouderen spraken er schande van, terwijl de jongere 'antigeneratie' in de avonturen van Hopper en Fonda een bijkans archetypische reis naar een nieuw zelfbewustzijn zagen. 'Easy Rider' werd gemaakt met een budget van slechts 400.000 dollar en het succes van de film opende de ogen van talloze onafhankelijke filmmakers (en lanceerde tevens de carrière van Jack Nicholson).

Het was tevens de eerste film waarvan de soundtrack geheel bestond uit popmuziek, van onder andere The Band, The Byrds, Jimi Hendrix, Roger McGuinn en Steppenwolf. Vooral 'Born to be Wild' van Steppenwolf zou uitgroeien tot het ultieme nummer om je haar eens lekker los te schudden, op je Harley te stappen en weg te scheuren met je blik op oneindig. Luister zelf: de Easy Rider-soundtrack (192 kbps, 52 MB, en voor de liefhebbers een WeTransfer-link) - al was het maar ter nagedachtenis van Dennis Hopper, die op 29 mei op 74-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van prostaatkanker.

arnold Zondag 30 Mei 2010 at 01:14 am | | Standaard | Twee reacties

Gezegende muziek

Hier stond eerst een fragment uit het geweldige 'Zeepaardje met een hoed op' van Bas Albers en Gerard Janssen, oftewel de Easy Aloha's. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2006. Niet meer verkrijgbaar - dus raadpleeg bijvoorbeeld Boekwinkeltjes.nl of Bol.com.

Admin Vrijdag 28 Mei 2010 at 12:01 am | | gastbijdrage | Geen reacties

Superhits

In NRC Handelsblad van dinsdag 25 mei las ik vanochtend (ja, ik loop een dag achter) een ogenschijnlijk interessant stuk over de gefragmenteerde muziekcultuur anno 2010. Thimon de Jong - cultuurwetenschapper en onderzoeksdirecteur bij het commerciële onderzoeksbureau TrendsActive - schrijft: ''Dit jaar kunnen de eerste jaren nul-feesten georganiseerd gaan worden. De vraag is alleen welke evergreens daar gedraaid gaan worden. Er is namelijk iets raars aan de hand in de muziekindustrie. Er zijn deze eeuw geen evergreens meer bijgekomen die wereldwijd door jong en oud kunnen worden meegezongen, gefloten of geneuried. Een kleine zelftest: noem één internationale superhit van de afgelopen vijf jaar. Precies.''
 
De Jong vervolgt met de constateringen dat de populaire cultuur sterk is gefragmenteerd en geïndividualiseerd en dat muziekliefhebbers hun muziek downloaden of beluisteren via diensten als Last.fm of Spotify. Maar toen was ik met mijn gedachten al afgedwaald. Want hoezo zijn er geen superhits meer die iedereen kent? Dat kan alleen maar iemand zeggen die tot zijn ontsteltenis merkt dat hij geen idee meer heeft wat er op één staat in de hitlijsten en nostalgisch terugverlangt naar zijn jeugd toen er nog échte muziek werd gemaakt. Thimon de Jong (1977) rolt zo te lezen zijn eerste dertigersdip binnen, want alleen als je de afgelopen vijf jaar in een grot hebt geleefd, kun je bijvoorbeeld ‘Viva la vida’ (2008) van Coldplay, Mika’s ‘Grace Kelly’ (2007) of ‘Pokerface’ (2008) of ‘Just Dance’ (2009) van Lady GaGa niet meefluiten - of je nu in Nederland, Indonesië of Groenland woont.
 
Het gaat niet goed met de hedendaagse muziek en de subculturen van jongeren van nu, zo schrijft De Jong, lichtelijk van de hak op de tak springend: ''Radio wordt steeds minder voor nieuwe muziek beluisterd en de Top 40 is op sterven na dood. Jongerenzender MTV zendt al jaren geen muziek meer uit overdag en heeft ook geen eigen hitlijsten meer. […] Daarnaast zijn er geen nieuwe muziekstijlen meer. […] De snelle verspreiding van informatie en de enorme invloed van marketing hebben deze eeuw de subcultuur een mokerslag toegediend. […] Door een beginnende subcultuur onmiddellijk de mainstream in te trekken, sterft de subcultuur in wording een vroegtijdige dood. Bij gebrek aan iets eigens grijpen veel jongeren nu terug op een subcultuur uit het verleden zoals punk, gothic, gabber of emo. Ze geven er vaak wel een eigen draai aan door een kleine vernieuwing door te voeren, maar in de basis zijn dit oude subculturen.''
 
Niet alleen wordt er nog wel degelijk vernieuwende en verrassende muziek gemaakt (denk bijvoorbeeld aan artiesten als Dvar of Sopor Aeternus, die bovendien sneller dan ooit een publiek kunnen bereiken), De Jong valt in de valkuil die hij paradoxaal genoeg zelf heeft gegraven. Hij houdt namelijk vast aan het concept 'subcultuur' zoals dat in zijn jeugd (en eerder) gangbaar was. Subculturen zijn juist dankzij internet bevrijd van hun rigiditeit en overstijgen landsgrenzen, leeftijd en sociale achtergrond. Hoe sympathiek het waarschijnlijk allemaal is bedoeld, het lijkt wel alsof Thimon zijn jeugd neemt als maatstaf en peinzend gadeslaat hoe anders (en verkeerd!) het er tegenwoordig aan toegaat.
 
Zijn conclusie luidt namelijk: ''Is het verdwijnen van de superhit een probleem? Ja. Muziek is een te belangrijk onderdeel van onze cultuur om het zonder evergreens te stellen. Jongeren hebben behoefte aan collectieve cultuurbeleving. […] Een evergreen is een onderdeel van de populaire cultuurgeschiedenis en staat voor een specifiek moment, met een eigen connotatie en een eigen gevoel. Doordat jongeren de helden van hun ouders remixen en mash-uppen, blijven zij hangen bij oude evergreens. Dus: tijd om ermee te stoppen. Laten we alle muziek uit de vorige eeuw net zo oubollig maken als de jaren vijftig supersterren Frankie Carle, Jo Stafford en Guy Mitchell. Dan komt er hopelijk ruimte voor nieuwe muziek, die vervolgens volledig stukgedraaid kan gaan worden.''

Je kunt je afvragen waarom jongeren niet meer mogen teruggrijpen naar het verleden, maar dat is een andere discussie. Het is niet meer zozeer de vraag waarnaar je luistert, als wel hoe je luistert en op welke manier je omgaat met een aanbod dat zijn weerga niet kent. Thimon de Jong heeft het over individualisering en bloedeloze recycling, maar ziet niet wat de wereld anno 2010 is geworden (of althans, behoorlijk hard naar op weg is): een kruisbestuivende netwerkgemeenschap.

Wie nieuwsgierig is geworden, het complete artikel vind je op de NRC-site.

arnold Woensdag 26 Mei 2010 at 12:12 pm | | interessant, overpeinzing | Zes reacties

Spotify - the conclusion

Toen ik in 1999 Napster ontdekte, voelde ik me alsof ik door Willy Wonka zelf een gouden chocoladewikkel in mijn handen gedrukt kreeg. Ik was zwaar onder de indruk en sindsdien is mijn downloadgeest niet meer in de fles geweest. Napster werd medio 2001 offline gehaald, en ik schakelde over op Audiogalaxy en tal van andere programma's en diensten, waarmee ik ontelbare artiesten en bands op het spoor kwam. Eind 2005 kwam meneer Wonka wederom langs, nu om me te wijzen op het meer dan gigantische aanbod van videodienst YouTube.

We zijn inmiddels vijf jaar verder en raad eens wie net weg is gegaan? Willy Wonka himself, die me op het Spotify-spoor heeft gezet. Afgelopen maandag werd de streaming muziekdienst in Nederland geïntroduceerd (ik schreef er al eerder deze week over) en om een na een kleine week de balans op te maken: geweldig! Al de dag na de introductie besloot ik mijn Unlimited-account in te ruilen voor een Premium-account – zo enthousiast was ik. De geluidskwaliteit is dik in orde (320 kbps als je voor het Premium-pakket gaat, anders 160 kbps) en het aanbod uitstekend.

Goed, grote namen als de Beatles of Led Zeppelin zijn vanwege dwarsliggende rechthebbenden niet te vinden (de Stones daarentegen weer wel) en het oeuvre van bepaalde artiesten wordt soms wat fragmentarisch aangeboden, maar daar staat tegenover dat ik me oprecht verbaasde over de muzikale breedte: al rondklikkend hops je van Sopor Aeternus, Spinvis, Queen, Deine Lakeien en Cradle of Filth naar Tangerine Dream, Cluster, Kraftwerk, Yello en Medwyn Goodall – om maar wat willekeurige namen te noemen. Ook de klassieke afdeling is prima op orde (variërend van werk van Ton Koopman, Christina Pluhar en Jordi Savall tot Henryk Górecki). Desgewenst kun je ook je eigen mp3'tjes importeren, een eigen radiozender opstarten (gebaseerd op genre, periode of artiest), en de van origine Zweedse dienst op je iPhone laten draaien.

Een van de leukste, nog wel wat rommelig uitgevoerde, aspecten van Spotify is het sociale gedeelte. Het is een fluitje van een cent om playlists te maken, die je vervolgens kunt delen met andere Spotify-gebruikers. Vanzelfsprekend kun je ook door hun speellijsten snuffelen of via een site als Playlistify op zoek gaan naar leuke playlists. Facebook-vrienden laten zich eenvoudig importeren (aan integratie met andere sociale netwerken wordt – neem ik aan – gewerkt), de integratie met Last.fm is naadloos en het is zelfs mogelijk om je (online) vrienden tracks te 'mailen' en je favoriete muziek offline te beluisteren.

Kortom, het heeft even geduurd, maar eindelijk is de ultieme muziekbibliotheek (met een gestaag uitdijend collectie van momenteel zo'n acht miljoen tracks!) binnen handbereik. Voor de prijs hoef je het niet te laten. Een maandabonnement kost vijf of tien euro en wie de hand op de knip wil houden, kan ook de gratis versie installeren, maar dan moet je wel om de zoveel nummers naar reclame luisteren. Spotify geeft de muziekindustrie een broodnodige schop onder de kont. En dat werd tijd ook!

Op 3Voor12 vind je een uitstekende 'Spotify voor dummies'-gids. Spotify downloaden doe je via de internationale site. En vergeet vooral niet mijn lijvige Easy!-playlist bij je favorieten te zetten, een verzameling van de beste easy listening- en cocktaillounge die je maar kunt vinden!

arnold Zaterdag 22 Mei 2010 at 01:14 am | | Standaard | Zeven reacties

I Will Always Love You

Het is misschien wel de bekendste ballad aller tijden: 'I Will Always Love You', of het nu in de uitvoering is van Whitney Houston of Dolly Parton. Het liedje is het verhaal van een pijnlijke scheiding. Dolly Parton, die het nummer in 1973 schreef, dacht daarbij niet aan iemand met wie ze een romantische relatie had. 'I Will Always Love You' was een boodschap aan countryzanger Porter Wagoner, die haar in 1967 had gevraagd als vaste duetpartner voor zijn tv-show. Toen Dolly in rap tempo populairder werd dan Wagoner, besloot ze solo verder te gaan en schreef ze het nummer als dank voor de jaren dat ze samen hadden gewerkt.

Aanvankelijk was het niet de bedoeling dat ze 'I Will Always Love You' zelf zou opnemen; ze bood het aan tal van artiesten aan en toen Elvis Presley het hoorde, wilde hij het maar wat graag uitbrengen. Alleen... Dolly moest dan wel de helft van de auteursrechten afstaan. Ze weigerde en zong de ballad in 1974 dan maar zelf de hitlijsten in. Dat deed ze in 1982 nogmaals, toen ze het nummer gebruikte voor de soundtrack van de film 'The Best Little Whorehouse In Texas'.

Tien jaar later ging Whitney Houston ermee aan de haal. Ze speelde naast Kevin Costner in 'The Bodyguard' en Costner vond het liedje perfect voor de soundtrack. Een verstandige keuze, want de cover legde Whitney geen windeieren: ze won twee Grammy Awards en de 'Bodyguard'-soundtrack groeide uit tot de best verkochte soundtrack ooit. En ook Dolly had niets klagen. In 2008 vertelde ze in een interview: ''Whitney's uitvoering leverde mij zo'n zes miljoen dollar aan auteursrechten op. Ik denk dat jonge zangeressen die mij als grote voorbeeld noemen, dit bedrag in hun achterhoofd hebben.''

Grappig feitje: Saddam Houssein gebruikte Whitney Houstons 'I Will Always Love You' in zijn verkiezingsprogramma en is naar verluidt een groot fan van de Amerikaanse zangeres. Platenlabel Arista was overigens niet echt te spreken over Saddams actie en diende een klacht in bij de Verenigde Naties.

Grappig feitje #2: in 1967 schreef Dolly Parton 'I'll Oil Wells Love You'. Geen vroege versie van haar grote hit, maar simpelweg een geintje om haar zinnen te verzetten, zo vertelde ze tegen muziektijdschrijft Mojo (juni 2008): ''I was just playing off the oil wells and Texan men, a spoof. Sometimes I write silly stuff just to get my wit going and mind working. That was a song I probably wrote while I was primed to write something good."

Uit: 'Top 2000 – volume 2', uitgeverij L.J. Veen, 2009. ISBN 9789020420166. Aangevuld en enigszins herschreven.

arnold Dinsdag 18 Mei 2010 at 12:48 am | | gastbijdrage, flashback | Drie reacties
Gebruikte Tags: ,

Trio Hellenique

Dat het niet zo goed gaat met Griekenland is een understatement van jewelste. Het land scheert rakelings langs de toppen van een faillissement en wordt nu overeind gehouden met een financieel noodpakket van 110 miljard euro, verstrekt door de landen van de Europese Unie (waaronder Nederland) en het Internationaal Monetair Fonds.

Om ook de komende jaren de eigen eh.. toga te kunnen ophouden, moet de regering van premier George Papandre de komende jaren drastisch bezuinigen. Zo wordt onder meer enthousiast het mes gezet in het pensioenstelsel - dit tot grote woede van de Griekse bevolking, dat massaal in opstand komt en met stakingen en demonstraties het openbare leven lam legt. En om een domino-effect naar andere eurolanden te voorkomen, is er een garantiefonds van maar liefst 500 miljard euro ingesteld.

Ik ben geen econoom - laat staan zo'n bankierende schurk in een maatpak - en kan alleen maar met mijn ogen knipperen als ik dergelijke onvoorstelbare bedragen voorbij zie flitsen. Dus daarom heb ik maar een persoonlijk Grieks reddingsplan in het leven geroepen, dat uit twee, in elkaar grijpende onderdelen bestaat. Belangrijkste is dat we morgenavond gaan eten bij een van de dertien (!) Griekse restaurants die Utrecht rijk is (tips zijn welkom!). En om alvast in de stemming te komen, luisterde ik vandaag de hele dag naar Trio Hellenique - je weet immers maar nooit of er na je bordje gyros nog een sirtaki gedanst moet worden.

Dankzij Trio Hellenique maakten talloze Nederlanders medio jaren zestig kennis met Griekse muziek. Het trio bestond uit Polis Efthimiadis, Basil Nikolaidis en Denis Kavalieratos, die aanvankelijk hun geluk beproefden in talloze Griekse restaurants in Brussel en Parijs, en na nodige omzwervingen in Stockholm hun debuut-lp opnamen.

De Nederlandse platenmaatschappij CNR zag het wel zitten met Trio Hellenique en bracht een (bijzonder succesvolle) ep op de markt, met daarop onder meer de hit 'Ni Nanai'. In 1965 gaf het trio enkele optredens in Antwerpen en om goed beslagen ten ijs te komen, hadden Polis, Basil en Denis contact opgenomen met CNR met het verzoek of ze wat hun eigen platen konden aanschaffen om in België door te kunnen verkopen aan familie en vrienden. CNR speelde het slim en stuurde niet alleen een pallet met ep's naar de Grieken, maar bood ze ook meteen een platencontract aan.

Ruwweg in dezelfde periode ontmoette zangeres Liesbeth List de Griekse zanger/componist Mikis Theodorakis en begon ze met de voorbereidingen voor haar album 'Liesbeth List Zingt Theodorakis', gewijd aan zijn beroemde Mauthausen-cyclus. En als je nu denkt: wat heeft de 'serieuze' muziek van Theodorakis te maken met Trio Hellenique? Nou, in 1965 schreef Theodorakis de muziek voor de film 'Zorba de Griek', waaronder het aanstekelijke 'La danse de Zorba'.

De film werd een succes en binnen de kortste keren danste iedereen de sirtaki. Inspelend op deze hype nam ook Trio Hellenique een versie op van deze Griekse volksdans - en schreef daarmee muziekgeschiedenis, want er stonden maar liefst vier versies van hetzelfde nummer in de Top 40 (varianten van Trio Hellenique, Polis & Les Helleniques, Duo Akropolis en Mikis Theodorakis zelf).

In de jaren die volgden scoorde Trio Hellenique een handvol hitjes, toerden ze door Europa en Canada, en brachten ze in wisselende bezetting meer dan dertig albums uit, gevuld met vrolijke Griekse liedjes, waarbij het goed ouzo drinken is en de opgewekte bouzouki-klanken je als vanzelf naar een van de zonnige Griekse eilanden doen verlangen… Luister naar de grootste hits van Trio Hellenique (320 kbps, 93 MB, hier een WeTransfer-link), waaronder meedeiners als 'Zorba's Dance', 'Ni Nanai', 'Varko Sto Gialo' en 'Ella, Ella'.

arnold Vrijdag 14 Mei 2010 at 11:41 pm | | flashback | Eén reactie
Gebruikte Tags: , ,

Spotify

Tot grote vreugde van onder andere vriendin Eva schrijf ik niet zoveel meer over Stichting Brein, auteursrechten, rechtszaken, kopieerheffingen, downloadonderzoeken, muziekdiensten, en noem het maar op (hiervoor verwijs ik je graag naar mijn Twitter-account, hoewel je je misschien enigszins door de meligheid heen moet worstelen). Voor Spotify maak ik echter een uitzondering.

Toen vorige week bekend werd dat de van origine Zweedse online muziekdienst ook in Nederland zijn deuren zou openen, werd dat met gejuich ontvangen. De Zweden waren al wat langer bezig in Nederland (vorig jaar lukte het niet om een geschikte partner te vinden), maar het lijkt nu toch echt te gaan gebeuren - hoewel over de lanceringsdatum (18 mei) nog enige onduidelijkheid bestaat, de onderhandelingen met Buma/Stemra over een licentiedeal zijn nog in volle gang.
 
Via Spotify kun je voor een vast bedrag per maand (hoogstwaarschijnlijk 10 euro) - of gratis met reclame - onbeperkt streaming muziek luisteren, op je computer en op je mobiele telefoon. Ik heb zelf al jaren een betaald Last.fm-account en dat bevalt prima. Dus waarom zou ik overstappen? Dankzij oud-collega Onno kon ik een tijdje spelen met Spotify en ik moet zeggen: geweldig! Waar kan ik me inschrijven?

Het aanbod is gigantisch (variërend van Sopor Aeternus & The Ensemble of Shadows, Tangerine Dream en Klaus Schulze, tot het complete oeuvre van Bert Kaempfert), de geluidskwaliteit dik in orde en dankzij de onderliggende  µTorrent-technologie  wordt alles razendsnel en zonder haperingen afgespeeld. Via het tabblad met gerelateerde artiesten kom je snel andere, gelijksoortige namen op het spoor en het is desgewenst ook mogelijk om je lokaal opgeslagen muziek in Spotify af te spelen. In vergelijking met Last.fm zijn de radiozenders wel wat karig (je kunt niet zelf een artiest en genre invoeren), maar het grote aanbod maakt dit meer dan goed. 

Spotify zou wel eens de streamingdienst kunnen worden die het wél gaat maken, hoewel zich in de online arena tal van strijdlustige krijgers hebben verzameld: niet alleen Last.fm, maar ook telefoongigant Nokia (dat met zijn Comes With Music gepersonaliseerde radiostations aanbiedt bij je telefoonabonnnement) en onder meer Rhapsody, MySpace en Soundcloud proberen een stuk van de muziektaart in te pikken. En last but not least: ook Apple werkt in alle geheimzinnigheid aan een streamingdienst (gebouwd op de ruïnes van het overgenomen LaLa), die waarschijnlijk later dit jaar wordt gelanceerd.

Overigens is de Britse muzikantenvereniging Basca (British Academy of Songwriters, Composers and Authors) wat minder te spreken over Spotify. Artiesten zouden namelijk wel heel weinig verdienen; voor 1 miljoen streams van haar hit 'Poker Face' ontving Lady Gaga het bedrag van 167 dollar. Spotify-oprichter Daniel Ek doet echter geen mededelingen over de overeenkomsten die met platenmaatschappijen en uitgevers zijn gesloten.

arnold Dinsdag 11 Mei 2010 at 5:27 pm | | nieuws | Geen reacties
Gebruikte Tags: ,

Een zonderlinge boer

[Gelezen in NRC Cultureel Supplement, 7 mei 2010, geschreven door Ine Poppe] Via een link op de website van Kunsthaus Graz, Oostenrijk, kwam ik bij een aankondiging van een lezing: ‘Gsellmanns Weltmaschine. Bewusstseinserweiternd!’ op 11 mei in het Kunsthaus. Browsend over het web, raakte ik in de greep van een magere, Oostenrijkse boer, die weinig at en veel rookte. In zijn eentje werkte hij 23 jaar bezeten aan een metersgroot kinetisch kunstwerk.

Franz Gsellmann (1910-1981) droeg in de winter drie jassen over elkaar en woonde in Kaag, een boerendorp in Oostenrijk. Hij droomde ervan ingenieur te worden maar dat zat er niet in. Vanaf zijn veertiende was hij nodig op de boerderij van zijn vader. Gsellmann nam de boerderij over, trouwde, kreeg twee kinderen, en sleet er zijn hele leven. Slechts bij uitzondering verliet hij zijn geboortegrond, zoals die ene keer in 1958. Gsellmann zag een foto in de krant van het Atomium op de wereldtentoonstelling in Brussel. Tot ergernis van zijn vrouw nam hij hun spaargeld op en reisde per trein naar Brussel om het bouwwerk te aanschouwen. Deze stalen constructie van negen bollen vormde de kristalstructuur van ijzer, 165 miljard maal vergroot. Gsellmann vertelt in 1979: „Im Atomium bin ich mit der Rolltreppe von einer Kugel zur anderen gefahren. Da hab ich mir genau angeschaut wie die Einteilung ist.” Hij maakte schetsen en toen hij thuis kwam, bouwde hij thuis op schaal het Atomium na. Dat vormde het hoofdelement van de Wereldmachine.

Er omheen werd 23 jaar lang gewerkt aan – ja, wat was het? Op die vraag van zijn vrouw, antwoordde hij: „Dat zullen we wel zien.” Dagelijks liep Gsellmann naar de stadjes rond zijn boerderij om materiaal te kopen. Alles wat hem intrigeerde, ging mee: madonna’s en crucifixen, metronomen, mixers, gloeilampjes, klokken, lichtreclames, tandwielen.

Gsellmann liet de eerste acht jaar niemand binnen in zijn werkkamer, hij deed de deur op slot en hing de sleutel om zijn nek. De buren dachten dat hij bezig was met een of andere vliegmachine. De dorpsbewoners hadden medelijden met het gezin, de zonderlinge boer verwaarloosde het boerenwerk. Gsellmann bouwde onverstoorbaar verder, vergrootte de ruimte door een muur uit te breken.

Op den duur mochten er mensen komen kijken. De machine maakte geluid, bewoog aan alle kanten en was groot. De diepgelovige Franz Gsellmann meende dat hij een gave van God had gekregen, zonder diens hulp had hij nooit zoiets kunnen bouwen. Waar het voor diende, wist hij ook niet. Er volgden kranten- en radio-interviews en ingenieurs van over de hele wereld kwamen kijken. Klaus Ferentschik, een groot kenner van de patafysica, de ‘wetenschap der denkbeeldige oplossingen’, schreef een roman over de Weltmaschine. Nog altijd staat deze machine op de afgelegen Alpenweide en bussen vol toeristen maken er een tussenstop. En Gsellmann? Die stierf als een tevreden mens.

[Gelezen in NRC Cultureel Supplement, 7 mei 2010, 'In de greep van een zonderlinge boer', geschreven door Ine Poppe]

arnold Zaterdag 08 Mei 2010 at 5:32 pm | | interessant | Geen reacties

Bo Hansson

In OneNote - een handig digitaal kladblok van Microsoft - houd ik al geruime tijd een lijst bij van artiesten en bands waar ik ooit eens een stukje over moet tikken (niet dat ik er dan wat mee doe, maar toch). Een van de namen die al erg lang op deze lijst staat, is die van Bo Hansson. De Zweedse multi-instrumentalist bracht in 1970 de lp 'Sagan om ringen' uit, beter bekend als 'Music Inspired By Lord Of The Rings'. Een geweldig album, dat niet alleen Zweden op de progrock-kaart zette, maar ook Bo Hansson zelf. Ik zou willen dat er een vrolijker aanleiding was om eindelijk iets te schrijven over deze in vergetelheid geraakte lp (een luxueuze heruitgave bijvoorbeeld), maar helaas: Bo Hansson is op 24 april onverwacht overleden, zo las ik begin deze week. Hij is 66 jaar geworden.

Hansson is  van onschatbare waarde geweest voor de (alternatieve) muziekscene in Zweden. Onder de vleugels van Per 'Slim' Notini ontpopte Hansson zich tot een begenadigd gitarist en was hij begin jaren zestig met zijn bluesgroep The Merrymen te bewonderen als voorprogramma van de Roling Stones tijdens hun tournee door Scandinavië. Eind jaren zestig werd Hansson gegrepen door het Hammond-orgel en bracht hij samen met drummer Janne Karlsson een handvol succesvolle lp's uit met opzwepende Hammond-rock. Zo succesvol zelfs, dat ook Jimi Hendrix onder de indruk raakte. Tijdens zijn tournee door Zweden in 1967 maakte hij een gaatje vrij voor een jamsessie in roemruchte Klub Filips in Stockholm, en nam hij later een cover op van Hanssons 'Tax Free'.

Toen Janne Karlsson zich in 1969 stortte op een carrière in de Zweedse tv-wereld, besloot Hansson solo verder te gaan. Geïnspireerd door de 'In de ban van de ring'-trilogie, een cadeautje van zijn vriendin, besloot hij een concept-lp te maken met nummers die ruwweg de verhaallijn van Tolkien volgden. Klinkt misschien niet zo bijster origineel, maar besef dat Tolkien in die tijd lang niet zo mainstream was als nu het geval is en dat Hansson de eerste was die iets dergelijks probeerde. En om een lang verhaal kort te maken:  'Sagan Om Ringen' verscheen in de herfst van 1970 op Silence Records, het eerste onafhankelijke platenlabel van Zweden. Enige tijd later werd de lp opgepikt door Tony Stratton-Smith, die zo enthousiast was dat hij het album twee jaar later op zijn Charisma-label uitbracht als 'Music Inspired by Lord of the Rings'.

Jammer genoeg wist Hansson het grote succes van zijn solodebuut niet te evenaren. Opvolgers 'Ur Trollkarlens Hatt' (1972, 'Magician's Hat'), 'Mellanväsen' (1975, 'Attic Thoughts') en 'El 'Ahrairah' (1977, oftewel 'Music Inspired by Watership Down') scoorden een stuk minder en na het alleen in Zweden verschenen 'Mitt I Livet' (1985, 'The Middle of Life') verdween Bo Hansson langzaam maar zeker in de anonimiteit - om tegelijkertijd uit te groeien tot een levende legende.

Wie bij 'Lord of the Rings'-muziek automatisch denkt aan de bombastische, zwaar georkestreerde filmmuziek van Howard Shore, zal voor een verrassing komen te staan. Hanssons interpretatie is in alle opzichten een product van de psychedelische jaren zeventig: instrumentale prog/psych met hoofdrollen voor een Hammond-orgel, (elektrische bij vlagen Santana-achtige) gitaar en een af en toe opduikende Moog. Het tempo ligt over het algemeen vrij laag (met uitzondering van met name het geweldige 'The Black Riders & Flight To The Ford'), waarbij Hansson alle tijd neemt om vooral een sfeer neer te zetten - die vooral tot zijn recht komt in combinatie met een joint en vloeistofprojecties.

Luister zelf: 'Music Inspired By Lord Of The Rings' (320 kbps, 112 MB, aangevuld met tracks van 'Magician's Hat' (13 - 18) en 'Attic Thoughts' (19 -23). Hier een WeTransfer-link voor de liefhebber).

arnold Woensdag 05 Mei 2010 at 12:31 am | | progrock | Zes reacties