Skip to content

In de brand

10 maart 2016

nartel

Gim, hörfir, búði, dusill, feykir, bál, brísingr – het zijn slechts enkele van de tientallen dichterlijke woorden voor ‘vuur’ en ‘brand’ waar een IJslandse skald in de Middeleeuwen over kon beschikken. Sommige waren toen al stokoud, kostbaar als edelstenen en al die eeuwen bewaard voor een welgeweven lied. Andere waren vermoedelijk nog niet zo lang voordien bedacht door dichters om in hun rijm te slagen. Zeldzaam onder deze vuurnamen is nertill, en bijzonder, want hetzelfde woord bestaat –of bestond– mogelijk ook in een enkele Nederlandse streektaal.

Lees verder…

Gelijk een boom

5 maart 2016

Al hun kracht en pracht ten spijt, er is iets droefs aan het stille, gedragen bestaan van bomen. Ze hebben alles maar te harden, van rot en dorheid tot storm en strengheid, en zijn ten slotte weerloos als de bijlen komen bijten en de zagen komen rijten. De meesten met een kroon van bladeren zijn gedoemd die ieder jaar te verliezen, zij het waardig in weelde van kleuren. Hoe roerig het ook achter hun basten mag zijn, waar hun sappen vloeien, ze lijken maar lijdzaam te leven. Bomen treuren, is met enig recht te zeggen, en een treurend mens is als een boom gestemd.

Lees verder…

Maf

18 februari 2016

maf

Geloof het of niet, maar het zo gemeenzame maf behoort tot die ongelukkige rij woorden waar wortelkundigen weinig over te zeggen hebben. Het komt pas vanaf de vroege zeventiende eeuw op schrift voor en eerst in de betekenis ‘slap, flauw, krachteloos, suf’. Het is vandaar dat maffen ‘slapen’ is afgeleid, net zoals slap en slapen bij elkaar horen. Het werd vroeger ook zelfstandig gebruikt, voor sullen en dwazen, zoals in de uitdrukking iemand voor een/de maf houden. Uit lichte wanhoop –of misschien juist met overgroot vertrouwen– is wel voorgelegd dat maf een nevenvorm ware van muf, en anders een vermenging van laf met moe of mat. Een blik op de streektalen, aan beide zijden van de Noordzee, maakt dat weinig aannemelijk. Eerder is het van een geheel eigen stamboom.

Lees verder…

Takken

31 januari 2016

winslowhomer

Al is het een van de grovere grepen uit onze grote woordenschat, takkewijf spreekt toch wel tot de verbeelding. Ik stel mij zo voor: een kraakstemmig, krom bosvrouwtje dat heel de dag hout sprokkelt en al porrende met takken nieuwsgierige kinderen van haar gammele, mosbedekte huisje verjaagt en dan zuchtend en steunend de stenen paadjes weer hemelt met haar heksenbezem.

Wijf is al een weinig gunstige benaming, hoewel het ooit het gewone woord voor ‘vrouw’ was, maar het toevoegen van takke- maakt het des te vinniger. Het is ook te vinden in bijvoorbeeld takkemens en takkeweer en aldus zo goed als een voorvoegsel, vergelijkbaar met pokke- en grover spul. Van Dale stelt dat het een verbastering is van Frans attaque ‘aanval, beroerte’, maar dat valt te betwijfelen.

Lees verder…

Lummelen bij de haard

22 januari 2016

assevijster

Van de vele volksverhalen die de Noren rijk zijn gaan enkele van de bekendsten over een jonge knul genaamd Askeladden – av det han støtt satt og grov og raket i asken ‘omdat hij almaar zat te wroeten en rakelen in de as’. Er wordt van hem maar weinig verwacht, in tegenstelling tot zijn oudere broers Per en Pål, die beide op hun eigen wijze zeer bekwaam zijn. Maar als het erop aankomt blijkt juist hij de vernuftigste en moedigste te zijn en weet hij onder meer trollen te verslaan en de hand van de koningsdochter te winnen. Ook de Denen en Zweden kennen hem vanouds en verhalen zoals de zijne waren tevens bekend in de rest van de Germaanse wereld en daarbuiten.

Lees verder…

Engels boy & Nederlands bui

20 januari 2016

Also available in English.

boy

Er is in de Lage Landen geen ziel die niet bekend is met het Engelse woord boy ‘jongen’. Maar de meeste mensen zullen niet weten dat het vanouds ook bestond op het vasteland en bewaard is gebleven in onder meer het Gronings en het Fries. Daar is het dus niet ontleend aan het Engels, let u wel, maar meegekregen van de gemeenschappelijke, voorouderlijke taal: het Oudgermaans.

In het Gronings komt het voor in de vormen bòi, bui en buie. Het Fries kent boai, boi en boie, verkleind ook boaike en boike, en bovendien met verscherping poai, poaike en poike – die laatste drie niet alleen voor jongens maar ook kleine kinderen in het algemeen en zelfs veulens. Wat is de achtergrond van dit woord? En hoe verhoudt het zich tot Zweeds pojke ‘jongen’? Een lezer legde mij laatst deze vragen voor en ik doe graag een poging om het uit te zoeken.

Lees verder…

Feng kold

19 januari 2016

louisapol

Hoewel de wortelkundige graag van ieder woord de herkomst achterhaalt, kan het toch wel heel mooi zijn als er meer dan één mogelijkheid is en het raadsel nooit echt ontrafeld kan worden. Het woord behoudt dan een voller vermogen en is daarmee rijker van betekenis, met alle dichterlijke deugd van dien. Een mooi voorbeeld hiervan is Drents feng, dat wel te begrijpen is als ‘fel’ en ‘scherp’ en ook ‘doordringend’. Licht en ogen bijvoorbeeld kunnen feng zijn, de bek van een snoek is het zeker. En als land en lijf door vorst gebonden worden is het feng kold.

Lees verder…

Saai

17 januari 2016

saai

De klanken van woorden passen vaak goed bij hun betekenis. Of dat lijkt zo, want de geest kan de twee uiteraard maar moeilijk los van elkaar bedenken en ze hebben vandaar vanzelf invloed op elkaar. Dat is ook de reden waarom liefde zo vaak tot ‘mooiste woord’ wordt uitgeroepen, hoewel het –laten we wel wezen– niet bijzonder welluidend is. Maar in saai hebben klank en betekenis toch wel een goed huwelijk. Dat komt vast ook doordat het zo gemakkelijk gerekt kan worden om de verveling en Langeweile nog eens goed te benadrukken: saaaaaai… Is het dan zoals dat heet een klankschilderend woord? Nee, waarschijnlijk niet. Maar de herkomst die de woordenboeken voorstellen is ook niet overtuigend.

Lees verder…

Brabant en andere banten

14 januari 2016

Also available in English.

bant

In Brabant en andere, minder bekende streeknamen van de Lage Landen en daarbuiten stuiten we op het zonderlinge woord bant, meervoud banten. We kunnen uit de naslagwerken vernemen dat dit zoveel als ‘landstreek, gouw’ betekent, maar daar blijft het meestal bij. De verdere herkomst is, zoals men pleegt te zeggen, duister. Maar het kon wel eens met vee te maken hebben…

Lees verder…

Lytse Brintasage

9 januari 2016

Er was eens een boer in Friesland en zijn naam was Brint, zoon van Bronger. Kloek en hardwerkend was hij, maar de winters waren bitter en zijn leven bescheiden. Brint kreeg een zoon en noemde hem Brint, en deze was net als zijn vader, maar had meer geluk en vergaarde grote weelde in zijn leven. Zo goed ging het hem af dat iedereen in de wijde omtrek het huis der Brinta kende. Hun telgen wonnen invloed en land, maar vielen in scherp geschil met de mannen van het huis Jorna, over het recht op enkele lappen grond.

Lees verder…

Laat u niet goken

6 januari 2016

gook

Weinig dieren zijn zo doortrapt als de koekoek. De vrouwtjes, vaak met hulp van de mannetjes, leggen ongezien hun eieren in de nesten van andere (soorten) vogels. Hun jongen komen eerder uit het ei dan die van de ‘pleegouders’ en ze groeien ook nog eens sneller. Vervolgens eisen ze de meeste aandacht om zich goed vol te laten stoppen. De meeste koekoeksjongen volgen bovendien de aangeboren neiging om de echte eieren of jongen uit het nest te werken. Het is allemaal zeer listig en gemeen en het is dan ook geen toeval dat de oudere naam van de koekoek, gook, verwant is aan woorden voor verberging en bedrog.

Lees verder…

O dennenboom

25 december 2015

kerstboomWie een kerstboom in huis haalt kiest meestal voor een fijnspar. Deze kaarsrechte naaldboom wordt al meer dan een eeuw gekweekt in de Lage Landen, maar is van nature beperkt tot de koudere en hogere delen van het Avondland, waaronder Noorwegen, Zweden, Rusland en de Alpen. Het is enkel in de ruimste zin van het woord een den of dennenboom: wel lid van de famílie der dennen, niet van het kleinere geslácht der dennen, dat we vooral kennen van de inheemse, vaak kromme grove den.

Nu wil het dat de naam fijnspar vrij jong is en als samenstelling bovendien wat kleurloos. En dat terwijl onze oosterburen het duizenden jaren oude Fichte gebruiken. Gelukkig bestaat er vanouds een Nederlandse evenknie die wij zo weer op kunnen pikken: vucht. Dit woord duikt in de zestiende eeuw voor het eerst op in Nederlandse geschriften.

Lees verder…

Kjelbergen

20 december 2015

Of: het bedenken van namen voor in een verhalenwereld

Wee de gekken die het in hun hoofd halen een hele wereld voor hun verhalen te verzinnen, met overtuigende namen voor alle landen, oorden, bergen, wateren en wezens die men erin mag vinden. Meest geslaagd ware nog altijd de oefening van J.R.R. Tolkien. Velen hebben zijn voorbeeld gevolgd, met goede en minder goede vruchten, al zijn er in de Lage Landen bij mijn weten nog maar weinig echte pogingen gewaagd. Daar wil ik al jaren verandering in brengen, getuige de aanwas van aantekeningen en schetsen die mijn laden en harde schijf inmiddels kennen.

Lees verder…

Òl nak

16 november 2015

Also available in English.

nak

Schapen worden al een tijdje gehouden in de Lage Landen. Het oudste ras van West-Europa, het ranke Drents heideschaap, kwam hier al zesduizend jaar geleden voor, genoegzaam grazend en blatend. Het is echter opmerkelijk dat ons woord voor dit wollebeest niet zo heel oud lijkt te zijn: schaap moet tamelijk laat zijn gevormd bij schaven dan wel scheppen. Het oorspronkelijke woord is ooi, maar dat verwijst sinds vele eeuwen enkel naar het wijfje. Ondertussen is er in het uiterste noorden van ons vasteland, het Hogeland van Groningen, nog een eigenaardig woord voor het schaap te vinden: nak. En dat zou wel eens heel oud kunnen zijn.

Lees verder…

Heibel!

6 november 2015

Het is even na het jaar 1900 als heibel voor het eerst opduikt in de Nederlandse geschriften. Het woord behoort dan al een tijdje tot de spreektaal en in het bijzonder tot het Bargoens, de zogenaamde dieventaal die gebezigd werd door mensen aan de onderkant van de samenleving. Veel Bargoense woorden waren van Jiddische en uiteindelijk Hebreeuwse herkomst, en sommige daarvan zijn in het algemeen Nederlands terecht gekomen, zoals bajes, gokken, jatten, lef, pleite, smeris, smoes en stiekem. Met recht dan dat woordvorsers denken dat ook heibel in dit rijtje hoort. Toch is er reden tot twijfel, mede vanwege enkele Groningse woorden.

Lees verder…

Aan tafel

27 oktober 2015

tafel2

Hoewel het onze voorouders niet ontbrak aan tafels, waaraan zij met hun gezellen genoten van goede spijzen en minder goede spijzen, hebben zij toch ooit hun eigen woord ervoor opzij geschoven en tafel van de Romeinen overgenomen, dat wil zeggen van Latijn tabula. Maar stel voor spel en vermaak dat het niet ontleend is, hoe zou het zich dan verhouden tot andere inheemse woorden? Hoe kunnen wij dit woord verheemduiden?

Lees verder…

Oktoberbloed

25 oktober 2015

bos

Soms is één zin genoeg om je blik op de wereld te verkleuren. Zo’n zeventig jaar geleden wandelde Dylan Thomas door een regenachtige najaarsdag. Onderwijl vormden zich in zijn gedachten de woorden van een van zijn mooiste gedichten. Het was 27 oktober 1944, zijn dertigste verjaardag, en het gedicht werd Poem in October.

Lees verder…

Tover

21 oktober 2015

toverstaf

De meeste mensen hebben vast wel eens de wens om te kunnen toveren: om iets uit het niets te laten verschijnen, naar het niets te doen verdwijnen of anderszins in een ogenblik te veranderen. In de verbeelding gaat dit niet zomaar, maar vereist het een keur aan spreuken, drankjes en zwaaien van de staf. Dat het spannend ware spreekt voor zich. De geest duizelt immers van de mogelijkheden en ontdekkingen dat zulks mag brengen. Maar als het bestond zou het ook duistere kanten hebben, en deze wetenschap lijkt besloten in het woord toveren zelf.

Lees verder…

Nevenheem

14 oktober 2015

nevenheem

Met weemoed denk ik terug aan de wereld van mijn vroege kinderjaren en de zoete waan waarin ik verkeerde. Liep ik met mijn naasten door de bossen van Drenthe, dan meende ik vaak aan de randen van het land van steden en snelwegen te zijn. Dan dacht ik dat de bossen uitgestrekt waren en dat je na een lange tocht over oude paden, onder kromme takken, terecht zou komen in de wereld van ridders en draken en onmetelijke wouden. Nevenheem noem ik het nu, dit rijk naast het onze. Het is ook als het onze, maar dan zoals het eigenlijk bedoeld is, zonder alle nieuwerwetse onzin.

Lees verder…

Eeuwen leven de uwen

5 oktober 2015

uw

Het zijn misschien wel de meest bijzondere bomen van het Avondland, met een belangrijke rol in het wereldbeeld van onze Germaanse voorouders. Ze kunnen duizend jaar oud worden, waarschijnlijk nog veel ouder, hebben het vermogen zich op geweldige wijze te hernieuwen, zijn zeer giftig en bieden het beste hout voor handbogen. Om die laatste reden werden ze in de Late Middeleeuwen op zo’n grote schaal gekapt dat ze nu nog steeds een zeldzame verschijning in het wild zijn. Zozeer verdwenen ze in de Lage Landen uit beeld en bewustzijn, dat ook hun inheemse naam verloren ging en wij hen nu vooral kennen onder de afstandelijke, Latijnse naam taxus, terwijl ze verlaagd zijn tot heggestruik. Het is de hoogste tijd om deze boom in ere te herstellen en de naam te gebruiken die onze voorouders ervoor hadden. Dat is uw.

Lees verder…

Volg

Ontvang elk nieuw bericht direct in je inbox.

Doe mee met 506 andere volgers