Documentaire van
Cindy Kerseborn over het leven en werk van schrijver, dichter, voordrachtskunstaar en schilder
Edgar Cairo (1948-2000). Terugkerende thema's in zijn werk zijn huidskleur en sekse, maar bovenal onverwerkt verdriet over de koloniale geschiedenis van
Suriname.
http://www.oerdigitaalvrouwenblad.com/story/ik-wil-cairo-uit-de-vergetelheid-halen
http://www.mystiek.nl/boeken-non-boeken-algemeen-edgar-cairo-ik-ga-dood-om-jullie-hoofd-p-9789062656066
.html
http://naslagwerken.com/titels/Cindy-Kerseborn-Edgar-Cairo%3A-'Ik-ga-dood-om-jullie-hoofd'--(
DVD)/52/9789062656066
.htm#.VcqPDzYVgdV
Edgar Eduard Cairo werd op 7 mei 1948 geboren in
Paramaribo als kind van plantagenegers die afkomstig waren uit het
Surinaamse in een van de vele grote gezinnen van de stadserven van Paramaribo, als nakomertje in een gezin dat verder zes broers en een zus telde.
Hoewel hij veel van de wintireligie van de creolen om zich heen zag, kreeg zijn opvoeding een katholiek stempel: lager onderwijs op de St. Leonardusschool, mulo op de St. Pascalisschool. In de tijd dat hij de hbs volgde op de Algemene Middelbare
School ontstonden zijn eerste werken, zoals in
1968 het toneelstuk Brokositon/Puin dat pas in
1976 zou worden uitgegeven. Hij slaagde in 1968 voor de
AMS en vertrok naar
Amsterdam om er Nederlands en (na zijn kandidaats) Algemene Literatuurwetenschap te studeren. Hij verdiepte zich in de algemene taalwetenschap, dramaturgie, Afrikaanse culturen en orale letteren.
Na twee uitgaven in Suriname in
1969 en
1970 kreeg hij vanwege zijn deelname aan
Poetry International in
1974, enkele in eigen beheer uitgegeven dichtbundels in
1975 en zijn romandebuut Kollektieve schuld of wel Famir’man-sani in De
Derde Spreker-Serie van Uitgeverij Het Wereldvenster/
Novib in 1976, o.a. in
De Volkskrant een interview in 1975 en een recensie in 1976 door zijn latere uitgever Jos Knipscheer. In deze krant verschenen van 1978 tot
1981 columns van zijn hand. Edgar Cairo heeft nooit een literaire prijs gekregen
. Een sterk gevoel van miskenning moet een belangrijke factor zijn geweest in de ernstige psychose waarin hij eind
1988 terecht is gekomen. Hij noemt zich `Edgar
Jezus Cairo, Des Hemels Schrijver’ en de zeven boeken die hij in november/december 1988 schrijft, noemt hij `Openbaringsgeschriften’.
Edgar Cairo overleed op 16 november
2000 in Amsterdam en werd aldaar gecremeerd op 22 november.
Edgar Cairo, geroemd om zijn taalvirtuositeit en zijn bruisende optredens, publiceert in de ongeveer vijftien jaar van zijn actieve schrijverschap tot
1990 meer dan dertig romans, verhalen- en gedichtenbundels in het
Sranantongo, het Surinaams-Nederlands en het Nederlands. Met zijn columns uit De Volkskrant en
De Groene Amsterdammer, in
1980 en 1981 gebundeld in Ik ga dood om jullie hoofd en Als je hoofd is geboord, krijgt hij een breed lezerspubliek. De creatieve productie van Edgar Cairo is in die jaren zo groot dat verschillende van zijn manuscripten ongepubliceerd blijven. De smaak van
Sranan Libre schrijft hij in december
1982, in de ‘rouwweek’ district
Para, een district dat door zijn isolement nog veel oorspronkelijk Afrikaanse elementen in zijn cultuur bewaard had. Hij groeide op na het bloedbad van Paramaribo, en verschijnt 25 jaar na datum alsnog in december
2007. (
Bron: Uitgeverij In de Knipscheer)
Purpose of educational rediscovery.
- published: 19 Aug 2015
- views: 392