Arnhem

Arnhem is tegenwoordig een moderne stad, maar delen van de geschiedenis zijn bewaard gebleven. Bijvoorbeeld de Groote of St Eusebius kerk met een toren die gedeeltelijk vernield werd in de Tweede Wereldoorlog en het huis van Generaal Maarten van Rossum, dat nu dienst doet als stadhuis.
Het openbaar vervoer in Arnhem is bijzonder, niet vanwege het vernieuwde station, het zijn de trolley bussen die het zo bijzonder maken. Bussen die op elektriciteit werken, aangevoerd via een bovenleiding. Toen na de oorlog het tram netwerk te zwaar beschadigd bleek, werd besloten met trolley bussen verder te gaan.
Maar Arnhem leent zich ook heel goed voor wandelingen, vooral het Sonsbeekpark laat zien hoe mooi de omgeving van Arnhem is, maar ook Arnhem zelf.
Toen Otto II,graaf van Gelre en van Zutphen stadsrechten verleende aan de stad Arnhem in 1233 , die had toebehoord aan de abdij van Prüm, er zich vestigde, en versterkte, wist hij waarschijnlijk niet dat de geschiedenis van Arnhem daarmee begon.
Arnhem werd lid van de Hanze in 1443. In 1473 werd het veroverd door Karel de Stoute van Bourgondië. In 1514 nam Karel van Egmond, hertog van Gelre, de stad in op de hertogen van Bourgondië, in 1543, viel de stad aan keizer Karel V.
Als hoofdstad van het zogenaamde Kwartier van Veluwe trad Arnhem in 1579 toe tot de Unie van Utrecht en werd een deel van de Republiek van de Zeven Verenigde Provinciën van Nederland in 1585. De Fransen bezetten de stad van 1672 tot 1674, en opnieuw van1795 tot 1813, deze keer zowel de revolutionaire en keizerlijke troepen.
In het begin van de 19e eeuw waren de voormalige vestingwerken bijna volledig ontmanteld, om ruimte te maken voor stadsuitbreiding. De Sabelspoort is het enige resterende deel van de middeleeuwse muren.